Regeling aanwijzen en aanmelden keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 25-12-2015 t/m heden

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 18 december 2015, nr. IENM/BSK-2015/246341, houdende regels voor het kunnen aanwijzen en aanmelden van keuringsinstanties voor pleziervaartuigen (Regeling aanwijzen en aanmelden keuringsinstanties Wet pleziervaartuigen)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Wet pleziervaartuigen;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • accreditatie: accreditatie zoals bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de verordening;

  • conformiteitsbeoordelingsmodule: modules als bedoeld in de artikelen 19 tot en met 24 van de richtlijn en bijlage II bij Besluit nr. 768/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008, betreffende een gemeenschappelijk kader voor het verhandelen van producten en tot intrekking van Besluit 93/465/EEG van de Raad;

  • fabrikant: natuurlijke of rechtspersoon die een product vervaardigt of een product laat ontwerpen of vervaardigen en het onder zijn naam of merknaam verhandelt;

  • geharmoniseerde norm: geharmoniseerde norm als bedoeld in artikel 2, onderdeel 1, onder c, van Verordening (EU) nr. 1025/2012, betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad;

  • keuring: onderzoek waarmee wordt aangetoond of een product aan de eisen van de richtlijn voldoet;

  • Minister: Minister van Infrastructuur en Milieu;

  • particuliere importeur: in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die in het kader van een niet-handelsactiviteit een product uit een derde land in de Unie invoert met het oogmerk dit voor eigen gebruik in bedrijf te stellen;

  • richtlijn: richtlijn nr. 2013/53/EU van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 november 2013 betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking van richtlijn 94/25/EG (PbEU L 354);

  • Rva: Stichting Raad voor Accreditatie, gevestigd te Utrecht;

  • verordening: verordening (EG) nr. 765/2008 van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 juli 2008 tot vaststelling van de eisen inzake accreditatie en markttoezicht betreffende het verhandelen van producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 339/93 (PbEU L 218).

§ 2. Aanvragen aanwijzing keuringsinstantie

Artikel 2

  • 1 Een aanvraag om te worden aangewezen als keuringsinstantie op grond van artikel 8, eerste lid, van de Wet pleziervaartuigen, vermeldt:

    • a. een beschrijving van de conformiteitsbeoordelingsactiviteiten;

    • b. de conformiteitsbeoordelingsmodule bedoeld in de artikelen 20 tot en met 24 van de richtlijn waarvoor aanwijzing wordt gevraagd, en;

    • c. het in artikel 2 van de richtlijn vermelde product of de producten waarvoor de keuringsinstantie verklaart bekwaam te zijn.

  • 2 Aanwijzing kan uitsluitend geschieden voor een bepaalde module als geheel.

  • 3 Een wijziging van de artikelen 20 tot en met 24 van de richtlijn gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 3

  • 1 Een aanvraag gaat vergezeld van de volgende gegevens en bescheiden:

    • a. een uittreksel uit het handelsregister;

    • b. afschriften van polissen van afgesloten verzekeringen;

    • c. indien de aanvrager geaccrediteerd is door de RvA: het certificaat van accreditatie, alsmede een schriftelijke verklaring waarin de aanvrager de RvA machtigt om alle door de Minister gewenste gegevens en inlichtingen met betrekking tot zijn accreditatie te verstrekken;

    • d. indien de aanvrager niet geaccrediteerd is door de RvA: alle bewijsstukken die nodig zijn om de conformiteit van de aanvrager met de eisen van artikel 30 van de richtlijn te verifiëren, de aanvrager te erkennen en toezicht op de aanvrager te kunnen houden.

§ 3. Beoordelingscriteria

Artikel 4

  • 1 Een aan te wijzen keuringsinstantie is naar Nederlands recht opgericht en in Nederland gevestigd of als in Nederland gevestigde nevenvestiging van een buitenlands bedrijf ingeschreven in het handelsregister.

  • 2 De aan te wijzen keuringsinstantie is verplicht een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid te hebben waarvan de verzekerde som ten minste € 2.268.901 per gebeurtenis bedraagt.

Artikel 5

  • 1 Een aan te wijzen keuringsinstantie voldoet aan de criteria die zijn opgenomen in artikel 30 van de richtlijn.

  • 2 Een wijziging van artikel 30 van de richtlijn gaat voor de toepassing van deze regeling gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven.

Artikel 6

Een aan te wijzen keuringsinstantie wordt vermoed te voldoen aan artikel 5 indien zij voor de taken waarvoor aanwijzing wordt gevraagd is geaccrediteerd door de RvA.

Artikel 7

Indien een keuringsinstantie aantoont dat zij voldoet aan de desbetreffende geharmoniseerde normen of delen ervan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geldt als veronderstelling dat zij voldoet aan de in deze regeling gestelde criteria voor de beoordeling voor zover de toepasselijke geharmoniseerde normen met die criteria overeenkomen.

Artikel 8

  • 1 Indien een keuringsinstantie, met instemming van de klant, taken in verband met de keuring uitbesteedt of door een dochteronderneming laat uitvoeren, waarborgt zij dat de onderaannemer of dochteronderneming aan de eisen van artikel 30 van de richtlijn voldoet en stelt zij de Minister hiervan in kennis.

  • 2 De keuringsinstantie is volledig verantwoordelijk voor de taken die door de onderaannemer of dochteronderneming worden uitgevoerd.

  • 3 De keuringsinstantie houdt alle relevante documenten over de beoordeling van de kwalificaties van de onderaannemer of de dochteronderneming en over de door hen uit hoofde van artikel 19 tot en met 24 uitgevoerde werkzaamheden ter beschikking van de Minister.

§ 4. Keuringen

Artikel 9

  • 1 Een aangemelde keuringsinstantie voert keuringen uit volgens de keuringsprocedures, bedoeld in de artikelen 19 tot en met 24 van de richtlijn.

  • 2 De keuringen worden op evenredige wijze uitgevoerd, waarbij wordt voorkomen dat de fabrikant, de gemachtigde, de importeur, de distributeur of de particuliere importeur onnodig worden belast.

  • 3 Indien een aangemelde keuringsinstantie vaststelt dat een fabrikant of een particuliere importeur niet heeft voldaan aan de eisen van artikel 3, eerste lid, van de wet, bijlage I van de richtlijn of dienovereenkomstige geharmoniseerde normen, verlangt zij van die fabrikant of particuliere importeur dat hij passende corrigerende maatregelen neemt en verleent zij geen certificaat te bewijze van conformiteit aan die eisen.

  • 4 Indien een aangemelde keuringsinstantie na verlening van een certificaat vaststelt dat een product niet meer conform is, verlangt zij van de fabrikant of particuliere importeur dat hij passende corrigerende maatregelen neemt. Zo nodig schort zij het certificaat op of trekt zij dit in.

  • 5 Indien de fabrikant of particuliere importeur geen corrigerende maatregelen neemt of de genomen maatregelen niet het vereiste effect hebben, worden de certificaten door de aangemelde keuringsinstantie naargelang het geval beperkt, opgeschort of ingetrokken.

Artikel 10

  • 1 Een aangemelde keuringsinstantie stelt de Minister in kennis van:

    • a. elke weigering, beperking, opschorting of intrekking van certificaten;

    • b. omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van en de voorwaarden voor aanmelding;

    • c. informatieverzoeken over keuringsactiviteiten die zij van markttoezichtautoriteiten ontvangen.

  • 2 Een aangemelde keuringsinstantie brengt desgevraagd de Minister op de hoogte van de binnen de werkingssfeer van haar aanmelding verrichte keuringsactiviteiten en andere activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding.

  • 3 Een aangemelde keuringsinstantie verstrekt de andere uit hoofde van de richtlijn aangemelde keuringsinstanties die soortgelijke keuringsactiviteiten voor dezelfde producten verrichten relevante informatie over negatieve keuringsresultaten en op verzoek ook over positieve keuringsresultaten.

§ 5. Toezicht

Artikel 11

De keuringsinstantie stelt de Minister onverwijld in kennis van:

  • a. wijzigingen van haar naam of adresgegevens in het handelsregister;

  • b. indien zij voor de taken waarvoor zij is aangewezen, door de RvA is geaccrediteerd: wijziging, schorsing of beëindiging van haar accreditatie;

  • c. indien zij niet over een accreditatie als bedoeld in onderdeel b beschikt: wijzigingen in de organisatie, de bedrijfsinterne procedures of de personele bezetting van de keuringsinstantie, voor zover die wijzigingen relevant zijn voor de wijze waarop of de mate waarin de keuringsinstantie voldoet aan artikel 5.

Artikel 12

Een keuringsinstantie verstrekt de Minister jaarlijks voor 1 maart een schriftelijke rapportage over de in het voorgaande kalenderjaar door haar uitgevoerde keuringen en procedures van overeenstemmingsbeoordeling in het kader van de Wet pleziervaartuigen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

Naar boven