-
a. Zelfstandig richting en uitvoering geven aan assurance-opdrachten, aan assurance verwante
opdrachten en aan overige opdrachten, zoals adviesopdrachten;
-
b. Rekenschap geven van de maatschappelijke rol van de accountant, hiernaar in overeenstemming
met de fundamentele beginselen, genoemd in de Verordening gedrags-en beroepsregels accountants, handelen en daarbij het algemeen belang voorop stellen;
-
c. In zijn beroepsuitoefening de vereiste professioneel-kritische instelling toepassen
om tot zelfstandige en professionele oordeelsvorming te komen;
-
d. In zijn beroepsuitoefening de eigen grenzen en beperkingen onderkennen en waar nodig
hulp van andere deskundigen of experts inschakelen;
-
e. Verantwoording afleggen over het eigen functioneren als accountant;
-
f. Veranderingen in het vakgebied en het beroep inclusief de maatschappelijke implicaties
hiervan, tijdig signaleren, analyseren naar relevantie, bespreken met vakgenoten en
niet-vakgenoten en zo nodig toepassen;
-
g. Door het toepassen van verschillende methoden en technieken, zelfstandig een methodologisch
verantwoord onderzoek uitvoeren op een deelgebied van de accountancy;
-
h. De waarde of de bruikbaarheid en beperkingen van een onderzoek op het vakgebied taxeren;
-
i. De relatie met een opdrachtgever goed onderhouden en adequaat anticiperen op de behoeften
en verwachtingen van interne en externe gebruikers van professionele diensten van
accountants;
-
j. Analytisch denken, strategisch denken en logisch redeneren;
-
k. Helder, begrijpelijk en overtuigend communiceren in woord en geschrift;
-
l. In zijn beroepsuitoefening, al dan niet als projectmanager, leiding geven aan individuen
en een team, waaronder ook als coach of mentor van beroepsbeoefenaren of toekomstige
beroepsbeoefenaren optreden; en.
-
m. In verschillende rollen en omstandigheden constructief en verbindend samenwerken binnen
een team of met andere professionals.