Verordening op de beroepsprofielen

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-01-2022 t/m heden

Verordening op de beroepsprofielen

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants,

Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, aanhef en onderdeel k van de Wet op het accountantsberoep;

Stelt de volgende verordening vast:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

Artikel 2

De beroepsprofielen als bedoeld in artikel 19, tweede lid, onderdeel k van de wet bestaan uit de volgende onderdelen:

  • a. het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant;

  • b. de kerncompetenties van de accountant; en

  • c. de opleiding tot accountant.

Hoofdstuk 2. Het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant

Artikel 3

  • 1 Een accountant kan werkzaam zijn als:

    • a. openbaar accountant;

    • b. intern of overheidsaccountant; of

    • c. accountant in business.

  • 2 De kenmerkende werkzaamheden van accountants omvatten:

    • a. het verschaffen van zekerheid over financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie;

    • b. het controleren, beoordelen en opstellen van financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie;

    • c. het verrichten van specifieke onderzoeken; en

    • d. het verlenen van adviesdiensten op het terrein van accountancy.

  • 3 De in het vorige lid bedoelde informatie betreft met name, maar is niet beperkt tot, financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie.

Hoofdstuk 3. Kerncompetenties van de accountant

Artikel 4

Een accountant kan als beginnend beroepsbeoefenaar:

  • a. Zelfstandig richting en uitvoering geven aan assurance-opdrachten, aan assurance verwante opdrachten en aan overige opdrachten, zoals adviesopdrachten;

  • b. Rekenschap geven van de maatschappelijke rol van de accountant, hiernaar in overeenstemming met de fundamentele beginselen, genoemd in de Verordening gedrags-en beroepsregels accountants, handelen en daarbij het algemeen belang voorop stellen;

  • c. In zijn beroepsuitoefening de vereiste professioneel-kritische instelling toepassen om tot zelfstandige en professionele oordeelsvorming te komen;

  • d. In zijn beroepsuitoefening de eigen grenzen en beperkingen onderkennen en waar nodig hulp van andere deskundigen of experts inschakelen;

  • e. Verantwoording afleggen over het eigen functioneren als accountant;

  • f. Veranderingen in het vakgebied en het beroep inclusief de maatschappelijke implicaties hiervan, tijdig signaleren, analyseren naar relevantie, bespreken met vakgenoten en niet-vakgenoten en zo nodig toepassen;

  • g. Door het toepassen van verschillende methoden en technieken, zelfstandig een methodologisch verantwoord onderzoek uitvoeren op een deelgebied van de accountancy;

  • h. De waarde of de bruikbaarheid en beperkingen van een onderzoek op het vakgebied taxeren;

  • i. De relatie met een opdrachtgever goed onderhouden en adequaat anticiperen op de behoeften en verwachtingen van interne en externe gebruikers van professionele diensten van accountants;

  • j. Analytisch denken, strategisch denken en logisch redeneren;

  • k. Helder, begrijpelijk en overtuigend communiceren in woord en geschrift;

  • l. In zijn beroepsuitoefening, al dan niet als projectmanager, leiding geven aan individuen en een team, waaronder ook als coach of mentor van beroepsbeoefenaren of toekomstige beroepsbeoefenaren optreden; en.

  • m. In verschillende rollen en omstandigheden constructief en verbindend samenwerken binnen een team of met andere professionals.

Hoofdstuk 4. De opleiding tot accountant

Artikel 5

De opleiding tot accountant leidt op tot een beroepsbeoefenaar die in staat is te voldoen aan de eisen die de maatschappij en de wet- en regelgeving voor accountants aan de uitoefening van het beroep stelt.

Artikel 6

De opleiding tot accountant onderscheidt naar accountants die in het accountantsregister worden ingeschreven met aantekening en accountants die zonder aantekening worden ingeschreven.

Artikel 7

  • 1 De opleiding tot accountant die in het accountantsregister met aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Accountant-Administratieconsulent, omvat tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, tweede lid, onderdeel b van de Wet hoger onderwijs en een postinitiële opleiding die wordt gevolgd binnen het hoger beroepsonderwijs, bedoeld in artikel 1 van de Wet hoger onderwijs.

  • 3 De opleiding tot accountant die in het accountantsregister met aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Registeraccountant, omvat tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b van de Wet hoger onderwijs en een postinitiële opleiding die wordt gevolgd binnen het wetenschappelijk onderwijs, bedoeld in artikel 1 van de Wet hoger onderwijs.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

Artikel 9

De Verordening op het beroepsprofiel AA en de Verordening op het beroepsprofiel van de registeraccountant zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven van toepassing op de eindtermen welke voor de inwerkingtreding van deze verordening door de CEA zijn vastgesteld.

Artikel 10

  • 1 Deze verordening treedt in werking op de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze is gepubliceerd.

  • 2 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de beroepsprofielen.

De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants.

Naar boven