Besluit vaststelling subsidieplafond voor toepassing van de beleidsregels SRGR Partnerschappen 2016-2020

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 09-08-2016 t/m 10-05-2019

Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 31 augustus 2015, nr. DSO/GA-213/15, tot vaststelling van een subsidieplafond voor toepassing van de beleidsregels SRGR Partnerschappen 2016-2020

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op artikel 6 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 5.1 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Voor subsidieverlening in het kader van het Besluit van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 19 maart 2015 tot vaststelling van beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (SRGR Partnerschappen 2016-2020)1 geldt voor de periode vanaf inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2020 een subsidieplafond van € 215 miljoen, dat in een bevoorschottingsritme van € 43 miljoen per jaar beschikbaar zal worden gesteld.

  • 2 Ten laste van het plafond is € 3 miljoen per jaar beschikbaar voor activiteiten gericht op de bestrijding van kinderprostitutie, uitgevoerd door een van de partnerschappen.

  • 3 Ten laste van het plafond is voor de periode vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2020 € 1.250.000 per jaar beschikbaar voor nader te identificeren activiteiten, in het licht van actuele behoeften of met het oog op uitbreiding van succesvolle of veelbelovende activiteiten en innovaties, waarbij geldt dat indien in één van deze jaren middelen van de voor dat jaar beschikbare middelen resteren, deze beschikbaar komen voor aanvragen die worden ingediend in het daarop volgende jaar.

  • 4 De verdeling van het resterende deel van het subsidieplafond over de overige zes partnerschappen waarvan de aanvraag is gehonoreerd vindt plaats op grond van de kwaliteit van die aanvragen, overeenkomstig de maatstaven die zijn neergelegd in de beleidsregels, bedoeld in het eerste lid, met dien verstande dat de subsidie ten minste € 2 miljoen en ten hoogste € 10 miljoen per partnerschap per jaar bedraagt.

  • 5 Bij de toepassing van het vierde lid is de volgende verdeelsleutel toegepast:

    Van de zes gehonoreerde voorstellen is de gemiddelde kwalitatieve score berekend. Een afwijking van deze score is herleid tot een wegingsfactor voor de berekening van het subsidiebedrag dat per jaar per partnerschap beschikbaar is. Met toepassing van artikel 8, derde lid, onder d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken is hierop een correctie toegepast, zodanig dat niet meer dan 35% van het beschikbare bedrag wordt toebedeeld aan partnerschappen die activiteiten ontplooien op het terrein van het thema ‘kindhuwelijken’. Voor de partnerschappen die activiteiten ontplooien op het terrein van de overige thema’s is derhalve 65% van de middelen beschikbaar, welke middelen worden toebedeeld met toepassing van de hiervoor geschetste rekenmethode. Alle bedragen worden afgerond op € 1000.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
namens deze,

De Directeur-Generaal Internationale Samenwerking,

A.C.C. Rebergen

  1. Stcrt 2015, nr 8330 ^ [1]
Naar boven