Besluit taaltoets Participatiewet

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-10-2017 t/m heden

Besluit van 20 mei 2015, houdende vaststelling van het Besluit taaltoets Participatiewet

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 april 2015, nr. 2015-0000083700;

Gelet op artikel 18b, twaalfde lid, van de Participatiewet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 april 2015, No.W12.15.0105/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 13 mei 2015, nr. 2015-0000122007;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2. Toetsonderdelen

De onderdelen van de toets zijn gelijk aan de onderdelen, opgenomen in Bijlage 1 bij artikel 2 van het Besluit referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen op het referentieniveau 1F voor de Nederlandse taal.

Artikel 3. Toetsingswijze

  • 1 De toets bestaat uit een mondeling en een schriftelijk deel. Bij de wijze van toetsing kan aangesloten worden, dan wel gebruik gemaakt worden van bestaande toetsen voor de Nederlandse taal voor zover deze betrekking hebben op het referentieniveau 1F of van toetsen inzake vaardigheden Nederlandse taal die zijn ontwikkeld ter voorbereiding op of ter ondersteuning bij het examen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inburgering en die aan het referentieniveau 1F voldoen.

  • 2 Het college bepaalt of de toets individueel dan wel groepsgewijs plaatsvindt, alsmede de inzet van computers of andere hulpmiddelen bij onderdelen van de toets.

Artikel 4. Toetsbeoordeling

De uitkomst van de bij belanghebbende afgenomen toets wordt beoordeeld aan de hand van de beoordelingsschaal behorend bij het toetsinstrument dat door het college gekozen is. Deze beoordelingsschaal leidt tot een objectieve en didactisch verantwoorde interpretatie van de uitkomsten van de toets.

Artikel 5. Kwalificatie toetsbeoordelaar

Het resultaat van de bij de belanghebbende afgenomen toets wordt beoordeeld door een of meer door het college aan te wijzen personen. Voor die persoon is ten behoeve van de beoordeling van de beheersing van de mondelinge vaardigheden van de belanghebbende, een didactische kwalificatie vereist op het gebied van Nederlands taalonderwijs op ten minste Hoger beroepsonderwijsniveau dan wel een didactische kwalificatie op het gebied van Nederlands taalonderwijs verkregen van een onderwijsinstelling die is erkend door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 6. Toetsomstandigheden

  • 1 Het college draagt er zorg voor dat de toets wordt afgenomen in een afgesloten ruimte en onder zodanige omstandigheden dat rekening wordt gehouden met de individuele omstandigheden van de belanghebbende, waarbij de betrouwbaarheid en validiteit van de toets altijd in acht wordt genomen.

  • 2 Het college stelt de belanghebbende, voor zover noodzakelijk, op diens verzoek in de gelegenheid de toets af te leggen op een wijze die is aangepast aan zijn mogelijkheden.

  • 3 Het college treft voorzorgsmaatregelen ter voorkoming van niet waarheidsgetrouwe uitkomsten van de toets dan wel fraude.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 8. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit taaltoets Participatiewet.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 20 mei 2015

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma

Uitgegeven de tweede juni 2015

De Minister van Veiligheid en Justitie,

G.A. van der Steur

Naar boven