Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.5 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 gelden voor de periode vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december
2016 voor activiteiten ten behoeve van het bevorderen van vrijwillige, duurzame terugkeer
en herintegratie van ex-asielzoekers de als bijlage bij dit besluit gevoegde beleidsregels.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Aanvragen voor subsidie voor activiteiten ten behoeve van het bevorderen van vrijwillige,
duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers worden ingediend vanaf de
inwerkingtreding van dit besluit tot en met 30 juni 2015, 17.00 uur, aan de hand van
het daartoe door de minister vastgestelde aanvraagformulier en voorzien van de op
het aanvraagformulier gevraagde bescheiden.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats op grond van een beoordeling overeenkomstig
de beoordelingscriteria die in de bijlage bij dit besluit zijn neergelegd, met dien verstande dat uit alle aanvragen die voldoen
aan de beoordelingscriteria, de aanvragen die het beste voldoen aan die beoordelingscriteria
het eerst voor subsidieverlening in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige
spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, onder d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse
Zaken.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
[Red: Wijzigt het Besluit vaststelling subsidieplafond (Nulplafond migratie 2015).]
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2017, met dien verstande
dat het van toepassing blijft voor subsidies die voor die datum zijn verleend.
Bijlage Beleidsregels vrijwillige, duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Algemeen
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
In deze bijlage zijn de beleidsregels opgenomen voor subsidieverlening in het kader
van het bevorderen van vrijwillige, duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers.
Met deze beleidsregels wordt uitvoering gegeven aan de Kamerbrief over beleid inzake
migratie en ontwikkeling.
Doelstelling
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Doelstelling van deze beleidsregels is het bevorderen van de vrijwillige, duurzame
terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers die in Nederland asiel hebben aangevraagd,
door het bieden van ondersteuning in natura, bijvoorbeeld opleiding, training en bemiddeling
bij arbeid, huisvesting en gezondheidszorg.
Organisaties die voor subsidie in aanmerking kunnen komen
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Subsidieaanvragen in het kader van dit besluit kunnen ingediend worden door niet-gouvernementele
organisaties die ervaring hebben met het opzetten en uitvoeren van projecten gericht
op vrijwillige, duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers.
Organisaties met een winstoogmerk komen niet in aanmerking voor subsidie. Laatstgenoemde
organisaties kunnen wel als mede-indiener deelnemen, maar niet als penvoerder, doch
uitsluitend indien de te financieren activiteiten geen winstoogmerk hebben. Ook organisaties
die niet over de vereiste ervaring beschikken, kunnen als mede-indiener deelnemen.
Organisaties kunnen zowel zelfstandig als gezamenlijk een aanvraag indienen. In het
geval van een gezamenlijke aanvraag treedt een van hen namens allen op als penvoerder,
de andere zijn mede-indieners. Indien een dergelijke aanvraag wordt gehonoreerd, wordt
de penvoerder de ontvanger van de subsidie. Deze zal volledig verantwoordelijk en
aanspreekbaar zijn voor de uitvoering van de voorgenomen activiteiten en voor de naleving
van de aan de verlening van de subsidie verbonden verplichtingen.
Subsidieplafond en verdeling beschikbare middelen
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Voor subsidieverlening in het kader van vrijwillige terugkeer geldt voor de periode
vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2016 een subsidieplafond
van EUR 2.000.000.
Van alle aanvragen die aan de criteria voldoen, komen de aanvragen die daaraan het
beste voldoen het eerst voor subsidieverlening in aanmerking, met dien verstande dat
de minister rekening kan houden met een evenwichtige spreiding van de beschikbare
middelen over doelgroepen, regio’s, thema’s, aard van de activiteiten en vorm van
de subsidie (zie artikel 8, derde lid, onder d, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse
Zaken).
Toepasselijke regelgeving
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
De bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 zijn onverkort van toepassing op de beoordeling van aanvragen en de uiteindelijke
subsidieverstrekking. De aanvragen zullen worden beoordeeld met inachtneming van deze
regelgeving en overeenkomstig de drempelcriteria en beoordelingscriteria die in deze
beleidsregels zijn neergelegd. Drempelcriteria zijn criteria waaraan elke aanvraag
zonder meer moet voldoen om in aanmerking te kunnen komen voor een subsidie. Indien
aan één of meerdere drempelcriteria niet wordt voldaan, wordt de aanvraag afgewezen
en niet verder in behandeling genomen. Beoordelingscriteria zijn criteria aan de hand
waarvan de kwaliteit van een aanvraag wordt beoordeeld. Om voor subsidieverlening
in aanmerking te kunnen komen dient de beoordeling op de beoordelingscriteria met
een voldoende resultaat te zijn afgesloten. Dit betekent dat een aanvraag minimaal
60 punten moet behalen van de maximaal te behalen 100 punten.
Eisen aan de aanvraag
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
− De aanvraag wordt schriftelijk ingediend uiterlijk op dinsdag 30 juni 2015, 17.00u.
-
− De aanvraag wordt ingediend aan de hand van het door de minister vastgestelde aanvraagformulier
en voorzien van de op het aanvraagformulier gevraagde bescheiden.
-
− De aanvraag is opgesteld in het Nederlands of Engels.
-
− De aanvraag bevat een uitgewerkt activiteitenplan (projectplan) met een overzicht
van activiteiten, naar aard, omvang, fasering en onderling verband, in relatie tot
de daarmee beoogde doelstellingen en meetbare resultaten en verwachte effecten.
-
− De aanvraag bevat een duidelijke en uitgebreide begroting van het project, die inzicht
geeft in de inkomsten, daaronder begrepen bijdragen van derden, en uitgaven gerelateerd
aan de voorgenomen activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, en is voorzien van
een postgewijze toelichting. Uit de begroting wordt in ieder geval duidelijk wat de
kosten (specifieke uitgaven) per ondersteunde ex-asielzoeker zijn.
-
− De aanvraag bevat een liquiditeitsprognose voor het gehele tijdvak waarvoor subsidie
wordt gevraagd.
Aanvragen dienen te worden gestuurd naar:
Stuurgroep Vrijwillige Terugkeer
p/a Dienst Terugkeer en Vertrek
Directie Internationale Aangelegenheden
Postbus 1950
2280 DZ Rijswijk
Tegelijk dient een elektronische kopie van de aanvraag te worden gezonden naar het
e-mailadres van de Stuurgroep: subsidie@dtv.minvenj.nl.
Drempelcriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Aanvrager
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1. De aanvrager is een vanuit Nederland opererende niet-gouvernementele organisatie zonder
winstoogmerk en bezit rechtspersoonlijkheid. In het geval van een aanvraag die wordt
ingediend namens een samenwerkingsverband geldt dit alleen voor de penvoerder. De
eventuele mede-indiener bezit rechtspersoonlijkheid en is geen overheidsorganisatie.
-
2. De aanvrager heeft aantoonbaar ervaring met het opzetten en uitvoeren van projecten
gericht op vrijwillige, duurzame terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers. In
het geval van een aanvraag die wordt ingediend namens een samenwerkingsverband geldt
dit alleen voor de penvoerder.
-
3. De aanvrager is in staat gebleken tot adequaat financieel beheer van een project waarvoor
een subsidie is ontvangen van ten minste EUR 100.000 per tijdvak van twaalf maanden.
Activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
4. Het project is gericht op het bevorderen van de vrijwillige, duurzame terugkeer en
herintegratie van ex-asielzoekers die in Nederland asiel hebben aangevraagd, door
het bieden van ondersteuning in natura. De financiële ondersteuning van ex-asielzoekers
behoort niet tot de subsidiabele activiteiten in het kader van dit besluit.
-
5. Het project omvat monitoring na terugkeer, in lijn met het monitoringskader, om in kaart te brengen in hoeverre de ondersteuning bijdraagt aan de duurzaamheid
van terugkeer en herintegratie.
-
6. Het project voorziet in ondersteuning van ex-asielzoekers bij hun duurzame herintegratie
in één of meer van de volgende landen:
Afghanistan
|
Armenië
|
China
|
Egypte
|
Ethiopië
|
Guinee
|
Irak
|
Iran
|
Libië
|
Marokko
|
Mongolië
|
Nigeria
|
Siërra Leone
|
Soedan
|
Somalië
|
-
7. Het project is gericht op de ondersteuning van vreemdelingen die in Nederland asiel
hebben aangevraagd en die willen terugkeren dan wel zijn teruggekeerd naar bovenvermelde
landen en zich aanmelden voor ondersteuning:
-
– nadat zij een negatieve beschikking op de eerste asielaanvraag hebben ontvangen; of
-
– nadat zij de lopende procedures in de Verlengde Asielprocedure (VA) hebben ingetrokken;
of
-
– terwijl zij in het bezit zijn van een tijdelijke verblijfsvergunning en bereid zijn
deze te laten intrekken.
-
8. Het project voorziet niet in de ondersteuning van vreemdelingen die:
-
– de Algemene Asielprocedure (AA) doorlopen op het moment van aanvraag en nog geen negatieve
beschikking op de eerste asielaanvraag hebben ontvangen; of
-
– een zwaar inreisverbod van meer dan vijf jaar opgelegd hebben gekregen, dan wel veroordeeld
zijn voor zedenmisdrijven of mensenhandel (art. 273f Wetboek van Strafrecht)/mensensmokkel (art. 197a Wetboek van Strafrecht); of
-
– reeds deelnemen of eerder hebben deelgenomen aan een project voor in natura ondersteuning
bij terugkeer.
-
9. Het project heeft een looptijd van ten minste 24 maanden en ten hoogste 48 maanden,
en eindigt uiterlijk 30 juni 2019. Het project start uiterlijk 1 januari 2016.
Ondersteuning in natura
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
10. De ondersteuning in natura dient rechtstreeks ten goede te komen aan de deelnemers.
-
11. De ondersteuning in natura vertegenwoordigt een maximale waarde van EUR 1.500 per
deelnemer. Voor gezinnen met minderjarige kinderen wordt maximaal EUR 2.500 per minderjarig
kind aan ondersteuning in natura geboden. Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen
geldt eveneens een bedrag van EUR 2.500. Indien na terugkeer opvang bij ouders of
overige adequate opvang niet mogelijk is, wordt de ondersteuning in natura (onderdak,
voedsel, kleding, hygiëne, onderwijs en medische zorg) gegarandeerd tot het bereiken
van de leeftijd van 18 jaar. Hiervoor geldt geen maximaal bedrag, maar een richtlijn
van EUR 2.500 per jaar.
-
12. Ten minste de helft van het hierboven bedoelde bedrag aan ondersteuning in natura
wordt besteed in het land van herkomst door een in dat land gevestigde samenwerkingspartner,
onderaannemer, werknemer of vrijwilliger die contractueel aan de aanvrager is verbonden
ten behoeve van het project waarvoor subsidie wordt gevraagd.
-
13. De ondersteuning in natura van alleenstaande minderjarige vreemdelingen wordt zoveel
mogelijk geboden door gebruik te maken van bestaande opvangstructuren in het land
van herkomst voor zover zij in dit land al aanwezig zijn.
-
14. De ondersteuning in natura wordt voltooid binnen een jaar na aankomst in het land
van herkomst. Voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen geldt dat de ondersteuning
in natura die in het land van herkomst wordt geboden, kan voortduren tot het bereiken
van de leeftijd van 18 jaar.
Subsidiebedrag en subsidiabele kosten
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
15. Het in het kader van dit besluit gevraagde subsidiebedrag bedraagt ten minste EUR 200.000.
-
16. Het gevraagde subsidiebedrag vertegenwoordigt niet meer dan 50% van de totale subsidiabele
kosten. Dit betekent dat de aanvrager in staat dient te zijn ten minste 50% van de
subsidiabele kosten te financieren door een eigen bijdrage of een bijdrage van derden.
Tegelijkertijd met deze oproep staat de oproep van het Europese Asiel-, Migratie-
en Integratiefonds (AMIF) open, waar eventueel cofinanciering aangevraagd kan worden.
Een dergelijke aanvraag wordt gezien als een gecombineerde aanvraag. Deze procedure
wordt hieronder verder toegelicht.
-
17. Afhankelijk van het relatieve aandeel van het gevraagde subsidiebedrag in de totale
subsidiabele kosten, bestaat een evenredig aandeel van de deelnemers uit (ex-)asielzoekers
die voldoen aan drempelcriteria 6 en 7. Indien bijvoorbeeld in het kader van dit besluit
subsidie wordt gevraagd voor 50% van de totale subsidiabele kosten, zal minimaal 50%
van de deelnemers aan het project moeten bestaan uit (ex-)asielzoekers die voldoen
aan drempelcriteria 6 en 7.
-
18. De totale subsidiabele kosten die in de begroting zijn opgenomen, gedeeld door het
aantal deelnemers dat in de aanvraag is voorzien, bedragen niet meer dan EUR 8.000.
Beoordelingscriteria
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
-
1. De mate waarin de activiteiten bijdragen aan de doelstellingen van deze beleidsregels.
-
2. De mate waarin de landen waar ondersteuning in natura wordt geboden, aansluiten bij
de prioriteiten in de uitvoering van het terugkeerbeleid. Activiteiten die specifiek
gericht zijn op duurzame herintegratie van ex-asielzoekers in Afghanistan, Armenië,
Ethiopië, Irak en Somalië hebben de hoogste prioriteit.
-
3. De mate waarin de doelgroep van het project aansluit bij de prioriteiten in de uitvoering
van het terugkeerbeleid. Activiteiten die specifiek gericht zijn op duurzame herintegratie
van gezinnen met minderjarige kinderen en alleenstaande minderjarige vreemdelingen
hebben de hoogste prioriteit.
-
4. De mate waarin de aanvrager ervaring heeft met het adequaat financieel beheer van
subsidies. Hierbij wordt gekeken naar de verhouding tussen de omvang van het project
waarvoor subsidie wordt gevraagd en de omvang van projecten waarvoor eerder subsidie
is ontvangen en waarvan het financieel beheer adequaat is geweest.
-
5. De mate waarin de aanvrager over voldoende eigen middelen, garantstellingen of bijdragen
van derden beschikt, anders dan het Europese Asiel-, Migratie- en Integratiefonds
(AMIF), om niet geheel afhankelijk te zijn van de krachtens dit besluit verleende
subsidie en eventuele cofinanciering van het AMIF.
-
6. De mate waarin de ondersteuning in natura zich richt op thema’s die de duurzame herintegratie
bevorderen, bijvoorbeeld opleiding, training en bemiddeling bij arbeid, huisvesting
en gezondheidszorg. Hierbij wordt beoordeeld in hoeverre de ondersteuning in natura
vrijwillig teruggekeerde ex-asielzoekers in staat stelt duurzaam in het eigen onderhoud
te voorzien.
-
7. De mate waarin het voorstel, inclusief de daarbij behorende begroting, is gericht
op een kosteneffectieve uitvoering van de activiteit. Hierbij wordt gekeken naar de
verhouding tussen de totale subsidiabele kosten die in de begroting zijn opgenomen
en het aantal deelnemers dat volgens de aanvraag ondersteuning in natura zal ontvangen.
-
8. De mate waarin het project is gericht op het vergroten van kennis en inzicht op het
gebied van vrijwillige, duurzame terugkeer en herintegratie door monitoring van teruggekeerden
en evaluatie van activiteiten.
-
9. De mate waarin de verwachte resultaten en effecten realistisch zijn.
-
10. De mate waarin de aanvrager ervaring heeft met de succesvolle uitvoering van activiteiten
gericht op de vrijwillige, duurzame terugkeer en herintegratie van (ex-)asielzoekers.
-
11. De mate waarin de samenwerkingspartner, onderaannemer, werknemer of vrijwilliger in
het land van herkomst ervaring heeft met de succesvolle uitvoering van activiteiten
gericht op de duurzame herintegratie van ex-asielzoekers.
-
12. De mate waarin de aanvrager bij de uitvoering van de activiteiten waarvoor subsidie
wordt gevraagd, maatschappelijke organisaties en/of migrantenorganisaties betrekt
die in Nederland actief zijn op het gebied van vreemdelingen.
Aanvraag- en beoordelingsprocedure
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Subsidieaanvragen worden ingediend vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot uiterlijk
dinsdag 30 juni 2015, 17.00u. Projectvoorstellen en eventuele aanvullingen die na
deze termijn worden ontvangen zullen niet in behandeling worden genomen. Subsidieaanvragen
die binnen het genoemde tijdvak worden ingediend, zullen met elkaar concurreren (zie
hiervoor onder Subsidieplafond en verdeling beschikbare middelen). De selectie zal uiterlijk 1 augustus 2015 bekend worden gemaakt.
In het kader van de aanvraagprocedure wordt met nadruk gewezen op artikel 7, derde lid, van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken. Mocht een aanvraag onvolledig worden ingediend, dan kan de minister vragen om een
aanvulling. Als datum van ontvangst van de aanvraag zal vervolgens gelden de datum
waarop de aanvraag is aangevuld. Indien een aanvraag pas in de laatste twee weken
voor het verstrijken van de uiterste indieningsdatum wordt ingediend, loopt de indiener
het risico dat de Minister geen toepassing zal geven aan zijn bevoegdheid de indiener
om een aanvulling te vragen aangezien een dergelijke aanvulling niet meer mogelijk
is zonder de deadline te overschrijden. In dat geval zal de aanvraag derhalve niet
meer kunnen worden aangevuld, maar zal deze worden beoordeeld zoals hij primair was
ingediend.
Ook op artikel 9 van het Subsidiebesluit wordt in het bijzonder gewezen. Een aanvraag die betrekking heeft op activiteiten
die reeds zijn gestart op het moment waarop de subsidie wordt aangevraagd, wordt afgewezen.
De Stuurgroep Vrijwillige Terugkeer (SVT) beoordeelt de aanvragen namens de Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan de hand van de criteria
die in dit besluit zijn vastgelegd. De SVT beoordeelt ook de rapportages van projecten.
Deze stuurgroep bestaat uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Buitenlandse
Zaken en het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
De Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie
is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit besluit en het beheer van de subsidierelatie,
waaronder het opstellen van beschikkingen en het toezien op de uitvoering van projecten.
Hiervoor verleent de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
een mandaat aan de DT&V.
Voor meer informatie: http://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/.
Cofinanciering van het AMIF
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Het tijdvak voor indiening op basis van dit besluit valt samen met het aanvraagtijdvak
van het Europese Asiel-, Migratie- en Integratiefonds (AMIF) met betrekking tot de
terugkeer van vreemdelingen, waar eventueel cofinanciering aangevraagd kan worden
om te voldoen aan drempelcriterium 16. Aanvragers die een aanvraag voor cofinanciering
bij het AMIF willen combineren met een aanvraag op basis van dit besluit, dienen dat
in het voor het AMIF elektronisch beschikbaar gestelde aanvraagformulier, onderdeel
terugkeer, van het Agentschap SZW aan te geven. Daarnaast dient het begrotingsformat
van het AMIF te worden gebruikt. Een dergelijke aanvraag wordt tegelijk zowel bij
de SVT als bij het AMIF ingediend. Het ingevulde elektronisch beschikbaar gestelde
aanvraagformulier van het AMIF kan worden uitgeprint en dient, ondertekend door een
bevoegd persoon, samen met alle bijlagen per post naar de SVT te worden gestuurd.
(De aanvraag moet ook elektronisch worden ingediend. Zie hiervoor Eisen aan de aanvraag.) De SVT beoordeelt aanvragen voor een subsidie in het kader van dit besluit vervolgens
zelfstandig aan de hand van alle in dit besluit opgenomen criteria.
Indien cofinanciering van het AMIF wordt verkregen, worden de verantwoordingsregels
en rapportagesystematiek van het AMIF van toepassing voor de gehele projectduur. Hierover
vindt evenwel afstemming plaats tussen de DT&V en de gedelegeerde instantie van het
AMIF (Agentschap SZW).
Uitvoering
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Voor een goed verloop van de terugkeer van ex-asielzoekers en de doelmatige besteding
van overheidsgeld is het van groot belang dat subsidie ontvangende organisaties nauw
met de DT&V samenwerken wat betreft informatie-uitwisseling, onder meer over de voortgang
van de ondersteuningstrajecten op zaaksniveau. Daarnaast zal door de DT&V steeds getoetst
worden of een vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor het ontvangen van ondersteuning
zoals opgenomen in drempelcriteria 6, 7 en 8. In de subsidieverleningsbeschikkingen
zullen hierover verplichtingen worden opgenomen.
Om misbruik van ondersteuningsregelingen tegen te gaan, kan de Minister met inachtneming
van het bepaalde in artikel 4: 50 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende de uitvoering van gesubsidieerde activiteiten vreemdelingen met een bepaalde
nationaliteit, die nu nog behoort tot de landenlijst opgenomen in drempelcriterium
6, alsnog uitsluiten wegens sterke aanwijzingen van misbruik of aanzuigende werking.
Deze uitsluiting geldt voor het gehele project, dus ook voor het deel waarvoor cofinanciering
wordt ontvangen, maar zal niet met terugwerkende kracht ingaan. De nu geldende landenlijst
van uitsluitingen wegens sterke aanwijzingen van misbruik staat op: http://www.dienstterugkeerenvertrek.nl/projectsubsidies/Vrijwillige_Terugkeer/.
Informatie & contact
[Regeling vervallen per 01-01-2017]
Voor nadere informatie en vragen kunt u contact opnemen met:
Secretariaat van de Stuurgroep Vrijwillige Terugkeer
E-mail: subsidie@dtv.minvenj.nl