Regeling criteria bijproducten kaderrichtlijn afvalstoffen

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-04-2015 t/m 31-12-2023

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 18 maart 2015, nr. IENM/BSK-2015/52417, houdende vaststelling van criteria ter nadere invulling van de voorwaarden als bedoeld in artikel 5 van de kaderrichtlijn afvalstoffen (Regeling criteria bijproducten kaderrichtlijn afvalstoffen)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 1.1, zesde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1

Onder ‘onmiddellijk worden gebruikt zonder enige verdere verwerking anders dan die welke bij normale productiepraktijken gangbaar is’, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de kaderrichtlijn afvalstoffen, wordt in ieder geval verstaan het verwerkingsproces dat ten aanzien van een stof, preparaat of voorwerp is opgenomen in bijlage 1.

Artikel 2

Onder ‘geproduceerd als een integraal onderdeel van een productieproces’, als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van de kaderrichtlijn afvalstoffen, wordt in ieder geval verstaan het productieproces van herkomst dat ten aanzien van een stof, preparaat of voorwerp is opgenomen in bijlage 2.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling criteria bijproducten kaderrichtlijn afvalstoffen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Infrastructuur en Milieu,

W.J. Mansveld

Bijlage 1. als bedoeld in artikel 1 van de Regeling criteria bijproducten kaderrichtlijn afvalstoffen

Stof, preparaat of voorwerp

Verwerkingsproces

Ruwe glycerine

Samenstelling (massaprocent):

70% – 95% glycerine (CAS 56-81-5,

EINECS 200-289-5) en indien aanwezig:

– Methanol: maximaal 2%

– MONG*: maximaal 10%

– Zout (NaCl): maximaal 10%

– Water: maximaal 20%

* MONG: overige organische stoffen of materialen

Productie van zuivere glycerine door middel van achtereenvolgens:

– verwarming tot 100 °C;

– onder licht vacuüm (50 mbar) verdampen van methanol en water;

– afscheiding gezuiverde glycerine door middel van destillatie bij 5 mbar; en

– verhoging glycerine opbrengst door behandeling van bodemfractie in de-canter en post-still.

Bijlage 2. als bedoeld in artikel 2 van de Regeling criteria bijproducten kaderrichtlijn afvalstoffen

Stof, preparaat of voorwerp

Productieproces van herkomst

Ruwe glycerine

Samenstelling (massaprocent):

glycerine: 70% – 95% (CAS 56-81-5, EINECS 200-289-5) en indien aanwezig:

– Methanol: maximaal 2%

– MONG*: maximaal 10%

– Zout (NaCl): maximaal 10%

– Water: maximaal 20%

* MONG: overige organische stoffen of materialen

Productie van biodiesel

Ruwe glycerine

Samenstelling (massaprocent):

Glycerine: minimaal 70% (CAS 56-81-5, EINECS 200-289-5) en indien aanwezig:

– TFM*: maximaal 1,0%

– Water: maximaal 30%

– Zout: maximaal 0,05%

– Methanol: maximaal 0,05%

* TFM: Total Fatty Matter (totaal aan vetachtige stoffen)

Productie van vetzuren uit dierlijke of plantaardige vetten en oliën

Naar boven