Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO

[Regeling vervallen per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 08-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2016 en zichtdatum 18-05-2024.
Geldend van 14-02-2015 t/m 31-07-2016

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 9 februari 2015, nr. PO/690340, houdende regels met betrekking tot het verlenen van bijzondere en aanvullende bekostiging aan schoolbesturen voor het inzetten van een regionale procesbegeleider leerlingendaling (Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO)

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

  • b. schoolbestuur: bevoegd bezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs en artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs,

  • c. kassierschool: school ten behoeve waarvan het bevoegd bezag een aanvraag indient namens de gezamenlijk aanvragende schoolbesturen in de regio,

  • d. regionale procesbegeleider: onafhankelijke begeleider die ervoor zorgt dat samenwerking tot stand komt tussen schoolbesturen en gemeenten in de regio om de gevolgen van dalende leerlingaantallen op te vangen en die bevordert dat er een meerjarig plan wordt opgesteld voor het toekomstbestendig maken van het onderwijsaanbod,

  • e. regio: langs gemeentegrenzen afgebakend, geografisch aaneensluitend gebied waarbinnen ten minste twee gemeenten, zoals die bestaan per 1 januari 2015, zijn gelegen en waarbinnen scholen, nevenvestigingen voortgezet onderwijs en tijdelijke nevenvestigingen voortgezet onderwijs staan van ten minste twee schoolbesturen die samen werken aan een meerjarig plan voor het toekomstbestendig maken van het onderwijsaanbod,

  • f. school: school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs of school als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs,

  • g. nevenvestiging voortgezet onderwijs of tijdelijke nevenvestiging: nevenvestiging of tijdelijke nevenvestiging als bedoeld in artikel 16 van de Wet op het voortgezet onderwijs,

  • h. ondersteuningsprogramma leerlingendaling: programma waarmee de minister ondersteuning biedt aan schoolbesturen om de gevolgen van dalende leerlingaantallen op te vangen.

Artikel 2. Voorwaarden

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 De minister kan in schooljaar 2014-2015 en schooljaar 2015-2016 aan een kassierschool bijzondere en aanvullende bekostiging verstrekken als bijdrage aan het aanstellen van of de opdrachtverstrekking aan een regionale procesbegeleider, indien de gezamenlijk aanvragende schoolbesturen en gemeenten gezamenlijk of indien de gezamenlijk aanvragende schoolbesturen in overleg met de gemeenten in de regio een opdracht hebben geformuleerd die aan de regionale procesbegeleider wordt gegeven.

  • 2 De opdracht, bedoeld in het eerste lid, heeft tot doel ervoor te zorgen dat samenwerking tot stand komt tussen schoolbesturen en gemeenten in de regio om de gevolgen van dalende leerlingaantallen op te vangen en te bevorderen dat er een meerjarig plan voor het toekomstbestendig maken van het onderwijsaanbod wordt opgesteld. Een regionale procesbegeleider werkt voor het hele gebied, ongeacht of alle schoolbesturen in de bedoelde regio als mede-aanvrager optreden.

  • 3 Van de opdracht, bedoeld in het eerste lid, maakt ten minste deel uit:

    • a. het bevorderen van actieve participatie van alle schoolbesturen, ouders, personeelsleden en medezeggenschapsraden van de scholen in de regio, de vakbonden voor onderwijspersoneel en in voorkomende gevallen de dorpsraden in de gemeenten,

    • b. ervoor zorgen dat samenwerking tot stand komt tussen schoolbesturen en gemeenten in de regio om de gevolgen van dalende leerlingaantallen op te vangen en te bevorderen dat er een meerjarig plan wordt opgesteld voor het toekomstbestendig maken van het onderwijsaanbod,

    • c. participatie in netwerken rond leerlingendaling die het ministerie van OCW bovenregionaal organiseert om kennis te delen en goede voorbeelden uit te wisselen, en

    • d. het onderhouden van contacten met de accountmanagers leerlingendaling van het ministerie van OCW.

Artikel 3. Bekostigingsplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Voor de uitvoering van deze regeling is beschikbaar een bedrag van :

    • a. € 1,2 miljoen voor aanvragen gedaan voor 14 maart 2015,

    • b. € 2,4 miljoen voor aanvragen gedaan tussen 13 maart 2015 en 1 juni 2015, en

    • c. € 1,2 miljoen voor aanvragen gedaan tussen 31 mei 2015 en 1 januari 2016.

  • 2 Indien het bekostigingsplafond voor een bepaalde periode als bedoeld in het eerste lid niet is bereikt, wordt het bekostigingsplafond van de volgende periode aangevuld met het bedrag dat in de periode daarvoor niet is uitgekeerd.

Artikel 4. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 Het bevoegd gezag van de kassierschool dient uiterlijk 13 maart 2015, 30 mei 2015 of 31 december 2015 een aanvraag in en komt niet meer dan eenmaal in aanmerking voor bijzondere en aanvullende bekostiging op grond van deze regeling.

  • 2 Indien een aanvraag in de eerste periode, bedoeld in artikel 3, onder a, niet wordt toegekend, schuift de aanvraag automatisch door naar de tweede periode, bedoeld in artikel 3, onder b. Indien een aanvraag in de tweede periode, bedoeld in artikel 3, onder b niet wordt toegekend, schuift de aanvraag automatisch door naar de derde periode, bedoeld in artikel 3, onder c.

  • 3 De aanvraag is voorzien van:

    • a. het BRIN-nummer van de kassierschool, de bestuursnummers en de adresgegevensgegevens van de gezamenlijk aanvragende schoolbesturen en de adresgegevens van de mede-aanvragende gemeenten,

    • b. indien de gemeenten niet mede aanvragen, de uitkomsten van het overleg met de gemeenten over de opdracht aan de regionale procesbegeleider,

    • c. indien bekend, de gegevens van de (beoogde) regionale procesbegeleider,

    • d. een onderbouwing voor de noodzaak om een opdracht te verstrekken aan een regionale procesbegeleider,

    • e. de opdracht, bedoeld in artikel 2, eerste lid,

    • f. de tijdspanne waarbinnen de opdracht wordt verricht,

    • g. de wijze waarop de aansturing van de opdracht en het toezicht op het daadwerkelijk en in een onafhankelijke rol uitvoeren van de opdracht, is geregeld,

    • h. de regio waarop de opdracht betrekking heeft, inclusief het grondoppervlak in km2, te ontlenen aan CBS-gegevens per 1 januari 2015,

    • i. de onderbouwing van het aangevraagde bedrag op basis van ureninzet en uurtarief.

  • 4 De onderbouwing, bedoeld in het derde lid, onder d, wordt uitgedrukt in het percentage leerlingendaling over een periode van tien kalenderjaren waarbinnen het aanvraagmoment valt, te ontlenen aan de data die voor het primair onderwijs ter beschikking worden gesteld op www.scenariomodelpo.nl en die voor het voortgezet onderwijs ter beschikking worden gesteld op de website van DUO.

  • 5 Het bevoegd gezag van de kassierschool maakt bij de aanvraag, bedoeld in het eerste lid, gebruik van het formulier ‘Aanvraag regionale procesbegeleiding leerlingendaling’ op de website van DUO.

Artikel 5. Bedrag

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De hoogte van het bedrag wordt bepaald door het in de aanvraag opgegeven uurtarief van de regionale procesbegeleider, met een maximum van € 166,- inclusief BTW vermenigvuldigd met het aantal uur dat gemoeid is met het uitvoeren van de opdracht door de regionale procesbegeleider, en bedraagt maximaal € 80.000.

Artikel 6. Wijze van verdeling beschikbare middelen

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

  • 1 De minister voorziet in een gelijktijdige beslissing op aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a. het percentage leerlingendaling op de scholen van de gezamenlijk aanvragende schoolbesturen die staan, of waarvan minimaal één nevenvestiging of tijdelijke nevenvestiging voortgezet onderwijs staat, in de regio waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd, gemeten over een periode van tien kalenderjaren waarbinnen het aanvraagmoment valt,

    • b. het aantal gezamenlijk aanvragende schoolbesturen,

    • c. het aantal leerlingen dat per 1 oktober 2013 staat ingeschreven op de scholen, de nevenvestigingen voortgezet onderwijs en tijdelijke nevenvestigingen voortgezet onderwijs van de gezamenlijk aanvragende schoolbesturen die zijn gevestigd in de regio waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd,

    • d. het aantal gemeenten dat mede aanvraagt of waarmee is overlegd over de aanvraag tot bijzondere en aanvullende bekostiging,

    • e. de gebiedsoppervlakte van de regio waarvoor de aanvraag wordt gedaan, gemeten in aantal km2, ontleend aan CBS-gegevens per 1 januari 2015.

  • 2 Per criterium wordt een rangorde aangebracht tussen de aanvragen, waarbij criterium a zwaarder meeweegt dan criteria b tot en met e. Vervolgens wordt per aanvraag het gemiddelde berekend van de rangorde-posities per criterium. Dit bepaalt de plaats van de aanvraag op de totale rangorde van aanvragen.

  • 3 In het geval dat in de regio waarop de opdracht betrekking heeft niet alle nevenvestigingen en tijdelijke nevenvestigingen van een school voor voortgezet onderwijs staan, wordt voor de berekening van criterium a gebruik gemaakt van het percentage leerlingendaling van die hele school.

Artikel 7. Toekenning bekostiging

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De minister beslist binnen 6 weken na de uiterste indieningsdatum, bedoeld in artikel 4, eerste lid, op de aanvraag voor bijzondere en aanvullende bekostiging.

Artikel 8. Evaluatie

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De gezamenlijk aanvragende schoolbesturen en gemeenten werken mee aan een evaluatie naar de effecten van het ondersteuningsprogramma leerlingendaling en de effecten van de terbeschikkingstelling van bijzondere en aanvullende bekostiging voor de aanstelling van of opdrachtverstrekking aan een regionale procesbegeleider.

Artikel 9. Betaling en vaststelling bekostiging

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De betaling van het bedrag vindt in één keer plaats binnen 6 weken na toekenning van bijzondere en aanvullende bekostiging. De bijzondere en aanvullende bekostiging wordt vastgesteld op maximaal het in artikel 5 genoemde bedrag.

Artikel 10. Verantwoording

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

De besteding van de bijzondere en aanvullende bekostiging op grond van deze regeling wordt verantwoord in de jaarrekening en de jaarverslaglegging, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs.

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing in de Staatscourant.

Artikel 12. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2020]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling bekostiging regionale procesbegeleider leerlingendaling PO en VO.

Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. Dekker

Naar boven