Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2015

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 24-07-2015 t/m 31-12-2016

Besluit van de directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van 5 januari 2015, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2015 (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor het directoraat-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2015)

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de algemeen directeur: algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • b. de plaatsvervangend algemeen directeur: de plaatsvervangend algemeen directeur Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

  • c. de directeur: de directeur Kernprocessen EU en Klantcontact & Gegevens, de directeur Kernprocessen NL en Juridische Zaken, de directeur Internationale Programma’s, de directeur Nationale Programma’s, en de directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken;

  • d. de plaatsvervangend directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken: de plaatsvervangend directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken, onder wie ressorteren de afdeling Facilitaire Zaken, het Inkoop Uitvoering Centrum EZ en de Managementpool;

  • e. de afdeling: een stafafdeling of een lijnafdeling;

  • f. de stafafdelingen: de afdeling Interne Audit Dienst, de afdeling Financiën & Control, de afdeling Inkoop Uitvoering Centrum EZ, de afdeling Personeel & Organisatie, de afdeling Concernstaf, de afdeling Facilitaire Zaken, de afdeling Informatiemanagement en Procesontwerp, de afdeling Certificerings Autoriteit, de afdeling Uitvoeringskader en Betaalorgaan, en de afdeling Juridische Zaken;

  • g. de lijnafdeling: een afdeling niet zijnde een stafafdeling;

  • h. de afdelingsmanager: de manager van een afdeling;

  • i. de teammanager: de manager van een team binnen een afdeling;

  • j. de senior jurist: de senior jurist werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken;

  • k. de jurist: de jurist werkzaam bij de afdeling Juridische Zaken;

  • l. de procescoördinator: de verantwoordelijke binnen een lijnafdeling voor de end-to-end operationele sturing van het uitvoeringsproces van een regeling en als zodanig aangewezen door een directeur;

  • m. de programmacoördinator: de verantwoordelijke binnen een lijnafdeling voor de end-to-end operationele sturing van het uitvoeringsproces van een programma en als zodanig aangewezen door een directeur;

  • n. de uitvoeringsexpert: de senior medewerker Behandelen en Ontwikkelen, de medewerker Behandelen en Ontwikkelen en de senior inspecteur, die belast is met de eindcontrole op de dossierbehandeling, en als zodanig aangewezen door een directeur;

  • o. de senior attaché: de senior attaché werkzaam als Landbouwattaché, Landbouwraad, Innovatieattaché, Innovatieraad, area director NFIA, of executive director NFIA en als zodanig aangewezen door een directeur;

  • p. de attaché: de attaché werkzaam als Landbouwattaché, Landbouwraad, Innovatieattaché, Innovatieraad, area director NFIA, of executive director NFIA en als zodanig aangewezen door een directeur;

  • q. de opdracht: de schriftelijke opdracht van een opdrachtgever aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland tot het uitvoeren van programma’s, wet- en regelgeving of het aanbieden van diensten gericht op het realiseren van beleidsdoelstellingen en de daarvoor geformuleerde resultaten;

  • r. het fiscaal besluit: het besluit of renseignement inzake een fiscale voorziening;

  • s. het uitvoeringsbudget: de urenvergoeding en de directe uitvoeringskosten;

  • t. de urenvergoeding: de financiële middelen die een opdrachtgever ter beschikking stelt aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de personele inzet ten behoeve van de uitvoering van de opdracht op basis van de door de secretaris-generaal van het Ministerie van Economische Zaken als eigenaar van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland jaarlijks vastgestelde tarieven;

  • u. de directe uitvoeringskosten: de financiële middelen die een opdrachtgever ter beschikking stelt aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voor de uitvoering van de opdracht en waartoe de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in het kader van zijn inzet materiële uitgaven verricht voor de aanschaf van goederen of door derden in te schakelen voor de uitvoering;

  • v. de corporate kosten: de kosten als gevolg van het aangaan van een privaatrechtelijke verplichting die ten laste komen van de eigen middelen (gevormd vanuit de opslag uit het tarief) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en niet ten laste van het uitvoeringsbudget;

  • w. het beleidsbudget: alle financiële middelen waarover de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland als gevolg van terbeschikkingstelling door een opdrachtgever of anderszins kan beschikken, niet zijnde uitvoeringsbudget of corporate kosten, die bestemd zijn voor de verstrekking van met name subsidies en garantieverplichtingen en voor door een opdrachtgever voorgeschreven directe bestedingen aan derden in verband met de inkoop van diverse diensten en projecten ten behoeve van de realisatie van het beleid;

  • x. het bedrag: het bedrag inclusief de in voorkomend geval verschuldigde omzetbelasting (BTW).

§ 2. Taakverdeling

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Aan de directeuren en de plaatsvervangend directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein en voor P&O-aangelegenheden voor de onder hen ressorterende medewerkers.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 Aan de afdelingsmanagers van de lijnafdelingen wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, een bedrag van € 1.500.000 per verplichting niet te boven gaat, het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 150.000 per verplichting niet te boven gaat, en het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de corporate kosten, een bedrag van € 150.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de afdelingsmanagers van de lijnafdelingen wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het nemen van beslissingen inzake het woon-werkverkeer;

    • b. het beslissen op een aanvraag in het kader van de geldende regels inzake scholingsfaciliteiten, inclusief het verlenen van studieverlof;

    • c. de detachering van medewerkers bij of door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;

    • d. het aangaan van stageovereenkomsten;

    • e. het nemen van beslissingen inzake overwerk;

    • f. het beslissen op een verzoek om wijziging van werktijden van een medewerker niet zijnde een uitbreiding van de arbeidsduur;

    • g. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie;

    • h. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • i. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • j. het verlenen van PAS verlof;

    • k. het accorderen van tijdschrijfregistraties;

    • l. het aangaan van verplichtingen met betrekking tot het, anders dan door middel van een tijdelijke aanstelling, aantrekken van tijdelijk personeel overeenkomstig een voorafgaand besluit van de algemeen directeur of een directeur daartoe;

    • m. het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot het, anders dan door middel van een tijdelijke aanstelling, aantrekken van tijdelijk personeel;

    • n. het verstrekken van een gratificatie wegens een ambtsjubileum;

    • o. het accorderen van structureel telewerken;

    • p. het accorderen van IKAP-aanvragen, voor zover geen sprake is van een opwaarts effect op de bezetting;

    • q. het accorderen van een vergoeding voor verhuiskosten.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 Aan de teammanagers van de lijnafdelingen wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de corporate kosten, en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, een bedrag van € 750.000 per verplichting niet te boven gaat, en het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de teammanagers van de lijnafdelingen wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het beslissen op een verzoek om wijziging van werktijden van een medewerker niet zijnde een uitbreiding van de arbeidsduur;

    • b. het accorderen van aanvragen voor binnenlandse dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie;

    • c. het verlenen van vakantie en kort buitengewoon verlof;

    • d. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • e. het verlenen van PAS verlof;

    • f. het accorderen van tijdschrijfregistraties;

    • g. het afhandelen van verzoeken om betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot het, anders dan door middel van een tijdelijke aanstelling, aantrekken van tijdelijk personeel;

    • h. het verstrekken van een gratificatie wegens een ambtsjubileum;

    • i. het accorderen van structureel telewerken;

    • j. het accorderen van IKAP-aanvragen, voor zover geen sprake is van een opwaarts effect op de bezetting;

    • k. het accorderen van een vergoeding voor verhuiskosten.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 Aan de afdelingsmanagers van de stafafdelingen wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend op hun werkterrein, met uitzondering van het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 150.000 per verplichting niet te boven gaat en het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de corporate kosten, een bedrag van € 150.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de afdelingsmanagers van de stafafdelingen wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor de P&O-aangelegenheden genoemd in artikel 3, tweede lid.

  • 3 Aan de afdelingsmanager van de stafafdeling Inkoop Uitvoering Centrum EZ wordt volmacht en machtiging verleend voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor zover hij daartoe een verzoek heeft gekregen van een bevoegde functionaris.

  • 4 Aan de afdelingsmanager van de stafafdeling Facilitair Bedrijf wordt volmacht en machtiging verleend voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor het Inkoopplein voor zover hij daartoe een verzoek heeft gekregen van een bevoegde functionaris, met dien verstande dat dit een bedrag van € 25.000 per rechtshandeling niet te boven gaat.

  • 5 In afwijking van het eerste lid wordt aan de afdelingsmanager van de stafafdeling Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, met dien verstande dat dit een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 Aan de teammanagers van de stafafdelingen wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de corporate kosten of van het beleidsbudget, en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de teammanagers van de stafafdelingen wordt, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor de P&O-aangelegenheden genoemd in artikel 4, tweede lid.

  • 3 Aan de teammanagers van de stafafdeling Inkoop Uitvoering Centrum EZ wordt, ieder voor zich, volmacht en machtiging gegeven voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor zover hij daartoe een verzoek heeft gekregen van een bevoegde functionaris.

  • 4 Aan de teammanager Inkoopplein van de stafafdeling Facilitair Bedrijf wordt volmacht en machtiging gegeven voor het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen voor het Inkoopplein voor zover hij daartoe een verzoek heeft gekregen van een bevoegde functionaris, met dien verstande dat dit een bedrag van € 25.000 per rechtshandeling niet te boven gaat.

  • 5 In afwijking van het eerste lid wordt aan de teammanagers van de stafafdeling Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op hun werkterrein die ten laste komen van het beleidsbudget, met dien verstande dat dit een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 6 In afwijking van het eerste lid wordt aan de teammanagers van de stafafdeling Concernstaf, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het aangaan van financiële verplichtingen op hun werkterrein die ten laste komen van de corporate kosten, met dien verstande dat dit een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 Aan de afdelingsmanager en de teammanagers van de afdeling Juridische Zaken wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, een bedrag van € 1.500.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de afdelingsmanager en de teammanagers van de afdeling Juridische Zaken wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het instellen van (hoger) beroep.

  • 3 Aan de afdelingsmanager, de teammanagers, de senior juristen van de afdeling Juridische Zaken en de juristen van het Kennisteam Beroepen van die afdeling, wordt, ieder voor zich, machtiging verleend tot vertegenwoordiging bij geschillen. Tevens zijn zij bevoegd om voor de behandeling van een geschil één of meer personen als medegemachtigde te introduceren.

  • 4 Aan de senior juristen van de afdeling Juridische Zaken wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften, met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, een bedrag van € 1.500.000 per verplichting niet te boven gaat of het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 1.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 Aan de procescoördinatoren en programmacoördinatoren wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de corporate kosten, en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, een bedrag van € 500.000 per verplichting niet te boven gaat, en het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 10.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de uitvoeringsexperts wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van het aangaan van financiële verplichtingen voor corporate kosten en directe uitvoeringskosten en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van het beleidsbudget, een bedrag van € 500.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 Aan de senior attachés wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de corporate kosten of van het beleidsbudget, en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 50.000 per verplichting niet te boven gaat.

  • 2 Aan de attachés wordt, ieder voor zich, ondermandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein, met uitzondering van het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de corporate kosten of van het beleidsbudget en met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen die ten laste komen van de directe uitvoeringskosten, een bedrag van € 25.000 per verplichting niet te boven gaat.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 2 Bij de Willekeurige Afschrijving Milieu-investeringen en de Milieu-InvesteringsAftrek wordt het maximum bedrag van ondermandaat, volmacht of machtiging als bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste lid, 7, eerste lid, en artikel 8, tweede lid, gerelateerd aan het netto fiscale voordeel, met dien verstande dat bij een melding die voor beide regelingen in aanmerking komt, het door cumulatie ontstane netto fiscale voordeel als grondslag dient.

  • 3 In afwijking van de in voorgaande artikelen opgenomen maximum bedragen die ten laste komen van het beleidsbudget zijn per te onderscheiden functionaris voor het Besluit stimulering duurzame energieproductie en haar voorgangers, voor het Innovatiekrediet, en voor borgstellingen voor MKB-kredieten en garantstellingen op grond van de Regeling nationale EZ-subsidies, de navolgende maximum bedragen per verplichting van toepassing:

    Functionaris

    Bedrag SDE

    Garantstellingen o.g.v. de Regeling nationale EZ-subsidies

    Borgstellingen MKB-kredieten o.g.v. de Regeling nationale EZ-subsidies

    Bedrag Innovatie krediet

    Afdelingsmanager

    € 50.000.000

    € 10.000.000

    € 10.000.000

    € 4.000.000

    Teammanager

    € 12.500.000

    € 5.000.000

    € 2.500.000

    € 3.000.000

    Afdelingsmanager van de afdeling Juridische Zaken

    € 50.000.000

    € 10.000.000

    € 10.000.000

    € 4.000.000

    Teammanager en senior jurist van de afdeling Juridische Zaken

    € 12.500.000

    € 5.000.000

    € 2.500.000

    € 3.000.000

    Procescoördinator

    € 2.500.000

    € 2.500.000

    € 1.500.000

    € 1.500.000

    Uitvoeringsexpert

    € 2.500.000

    € 2.500.000

    € 1.500.000

    € 1.500.000

  • 4 In afwijking van de voorgaande artikelen zijn per te onderscheiden functionaris voor het Dutch Good Growth Fund de navolgende maximum bedragen per financiële verplichting die ten laste komt van het beleidsbudget van toepassing:

    Functionaris

    Bedrag lening

    Bedrag garantie

    Bedrag cofinanciering

    Bedrag totaal lening, garantie en cofinanciering

    Afdelingsmanager

    € 2.500.000

    € 6.000.000

    € 2.500.000

    € 6.000.000

    Teammanager

    € 1.500.000

    € 2.500.000

    € 1.500.000

    € 2.500.000

    Afdelingsmanager van de afdeling Juridische Zaken

    € 2.500.000

    € 6.000.000

    € 2.500.000

    € 6.000.000

    Teammanager en senior jurist van de afdeling Juridische Zaken

    € 1.500.000

    € 2.500.000

    € 1.500.000

    € 2.500.000

    Procescoördinator

    € 1.500.000

    € 2.500.000

    € 1.500.000

    € 2.500.000

    Uitvoeringsexpert

    € 1.500.000

    € 2.500.000

    € 1.500.000

    € 2.500.000

§ 3. Vervanging

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

  • 1 De uit dit besluit voor een directeur voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van afwezigheid over op een andere, door de betrokken directeur aangewezen directeur. In geval van afwezigheid van de directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken gaan de uit dit besluit voor deze directeur voortvloeiende bevoegdheden over op de plaatsvervangend directeur Financiën, Informatiemanagement en Facilitaire Zaken.

  • 2 De uit dit besluit voor een afdelingsmanager van een lijnafdeling voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van afwezigheid over op een andere, door de leidinggevende van de betrokken manager aangewezen afdelingsmanager van een lijnafdeling.

  • 3 Bij afwezigheid van de afdelingsmanager van de afdeling Personeel & Organisatie gaat de bevoegdheid inzake het afhandelen van verzoeken tot betaling, voortvloeiend uit verplichtingen die zijn aangegaan met betrekking tot de inhuur van tijdelijk personeel en het aannemen van stagiaires, over op de daartoe door die afdelingsmanager aangewezen teammanager of medewerker.

  • 4 De uit dit besluit voor andere dan in het eerste, tweede en derde lid, genoemde functionarissen voortvloeiende bevoegdheden gaan in het geval van afwezigheid over op de leidinggevende of op een door de leidinggevende aangewezen functionaris die dezelfde bevoegdheden heeft als die aan de afwezige functionaris zijn verleend.

§ 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

De afdelingsmanager van de afdeling Juridische Zaken draagt zorg voor een actueel overzicht van de verleende ondermandaten, volmachten en machtigingen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland op de internetsite van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland alsmede voor plaatsing van de tekst van dit besluit op deze internetsite.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Op mandaat, volmacht en machtiging dat door andere bestuursorganen dan door de Minister van Economische Zaken is verleend aan de algemeen directeur of aan een andere functionaris binnen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland is dit besluit van overeenkomstige toepassing, tenzij betreffend mandaat, volmacht en machtiging zelf in het onderwerp van dit besluit voorziet.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2015.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-02-2017 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2017]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland van het Ministerie van Economische Zaken 2015.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 januari 2015

M.J.J. Smorenburg

waarnemend directeur-generaal Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Naar boven