Regeling Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties

[Regeling vervallen per 03-01-2017.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 03-01-2015 t/m 02-01-2017

Regeling Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties

Ingevolge de artikelen 36, derde lid, 37, 38 derde en zevende lid van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de volgende regeling vastgesteld: Regeling Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties.

1. Reikwijdte regeling

[Regeling vervallen per 03-01-2017]

Deze regeling is van toepassing op de experimenteerpartijen die deelnemen aan een kortdurend kleinschalig experiment op grond van de beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties of de beleidsregel Tijdelijke instandlating gevolgen experimenten en die daartoe een individuele beschikking van de NZa hebben ontvangen.

2. Doel van de regeling

[Regeling vervallen per 03-01-2017]

Deze regeling heeft tot doel het stellen van de navolgende voorschriften met betrekking tot kortdurende kleinschalige experimenten:

  • a) Administratievoorschriften, als genoemd in artikel 4 van deze Regeling, zodat de NZa op basis van de experimentevaluatie door experimenteerpartijen kan beoordelen in welke mate een kortdurend kleinschalig experiment heeft bijgedragen aan een verbetering van de prijs/kwaliteitverhouding van de zorg.

  • b) Declaratievoorschriften, als genoemd in artikel 5 van deze regeling, bedoeld om inzichtelijke, rechtmatige declaraties mogelijk te maken en dubbele bekostiging te voorkomen.

3. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 03-01-2017]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 3.1 Zorgaanbieder:

    De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig zorg verleent, als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

  • 3.2 Ziektekostenverzekeraar:

  • 3.3 Innovatieve zorgprestatie:

    De zorgprestatie waarmee geëxperimenteerd wordt, als bedoeld in de Beleidsregel Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties. Deze zorgprestatie is nog niet eerder vastgesteld door de NZa als reguliere zorgprestatie.

  • 3.4 Kortdurend kleinschalig experiment:

    Het leveren van een door de NZa toegekende innovatieve zorgprestatie in de praktijk binnen een experimentopzet. Het kortdurend kleinschalig experiment bestrijkt een periode van maximaal 3 jaar en is naar gelang zijn doelstelling beperkt tot een specifieke patiëntengroep, prestatie, één of meerdere zorgaanbieders, één of meerdere ziektekostenverzekeraars of een beperkte regio.

  • 3.5 Experimentopzet:

    De opzet van het kortdurend kleinschalig experiment waarin staat beschreven hoe het experiment wordt uitgevoerd, met welke indicatoren de doelstelling(en) van het experiment worden gemeten en bij welke uitkomst op voorgenoemde indicatoren de doelstelling(en) van het experiment is/zijn behaald.

  • 3.6 Experimentovereenkomst:

    Een schriftelijke overeenkomst tussen één of meerdere zorgaanbieder(s) en één of meerdere ziektekostenverzekeraar(s) die door hen is ondertekend ten behoeve van een kortdurend kleinschalig experiment.

  • 3.7 Experimenteerpartijen:

    Eén (of meerdere) zorgaanbieder(s) en één (of meerdere) ziektekostenverzekeraar(s) die een kortdurend kleinschalig experiment zijn gestart of hebben aangevraagd.

  • 3.8 Experimentevaluatie:

    De rapportage aan de NZa van experimenteerpartijen over de resultaten van het kortdurend kleinschalig experiment.

  • 3.9 Aansluiter:

    Een zorgaanbieder of ziektekostenverzekeraar die op of na de startdatum van een kortdurend kleinschalig experiment aansluit bij de experimentovereenkomst.

  • 3.10 Aansluitersovereenkomst:

    De schriftelijke overeenkomst tussen een aansluiter en één van de experimenteerpartijen. De aansluitersovereenkomst is getekend door de aansluiter en één van de experimenteerpartijen, waarbij de ondertekenende partijen minstens één ziektekostenverzekeraar en minstens één zorgaanbieder betreffen.

  • 3.11 Individuele beschikking:

    De beschikking waarmee de innovatieve zorgprestatie zoals overeengekomen tussen zorgaanbieder(s) en ziektekostenverzekeraar(s), gedeclareerd en vergoed kan worden. Voor experimenten met Wlz-zorg is dit een beschikking en voor experimenten met Zvw en overige Wmg zorg wordt een prestatiebeschrijvingbeschikking afgegeven.

4. Administratievoorschriften

[Regeling vervallen per 03-01-2017]

  • 4.1 Zorgaanbieders voeren een administratie van het kortdurende kleinschalige experiment zodanig dat de experimentevaluatie tijdig kan worden uitgevoerd. Zorgaanbieders registreren ten behoeve van het experiment tenminste alle benodigde gegevens om de resultaten van het experiment te kunnen meten en aantonen. Zorgaanbieders registreren in ieder geval per experiment:

    • a. het aantal innovatieve zorgprestaties geleverd gedurende de experimenteerperiode;

    • b. het tarief van de innovatieve zorgprestatie.

  • 4.2 De verplichting om te registreren omvat alleen de onderwerpen voor registratie. De wijze waarop de registratie plaatsvindt, is aan de experimenteerpartijen zelf.

5. Declaratievoorschriften

[Regeling vervallen per 03-01-2017]

  • 5.1 De zorgaanbieder declareert geen innovatieve zorgprestatie indien de zorg reeds op andere wijze wordt gedeclareerd dan wel bekostigd.

  • 5.2 De zorgaanbieder dient op de declaratie onderscheid te maken tussen Zvw, Wlz of overige Wmg-zorg.

  • 5.3 De zorgaanbieder declareert de innovatieve zorgprestatie uitsluitend aan:

    • a. een ziektekostenverzekeraar met wie daartoe een experimentovereenkomst of aansluitersovereenkomst is gesloten en de NZa hiervoor een individuele beschikking heeft afgegeven; óf

    • b. aan een verzekerde die een daartoe strekkende verzekeringsovereenkomst heeft gesloten bij een onder 5.3 a genoemde ziektekostenverzekeraar.

  • 5.4 De zorgaanbieder declareert de innovatieve zorgprestatie van experimenten met Zvw of overige Wmg-zorg aan de hand van de codes zoals deze zijn op te vragen bij Vektis.

7. Overgangsbepaling

[Regeling vervallen per 03-01-2017]

De regeling Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties, met kenmerk (AL/NR-002), blijft van toepassing op gedragingen (handelen en nalaten) van zorgaanbieders die onder de werkingssfeer van die regeling vielen en die zijn aangevangen – en al dan niet beëindigd – in de periode dat die regeling gold.

8. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 03-01-2017]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015, tenzij de Staatscourant waarin de regeling ingevolge artikel 20, tweede lid, onderdeel a, van de Wmg, wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2014, in welk geval de regeling in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst, en terugwerkt tot en met 1 januari 2015.

Deze regeling kan worden aangehaald als: ‘Regeling Innovatie ten behoeve van nieuwe zorgprestaties’.

De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit,

M.A. Ruys

voorzitter Raad van Bestuur a.i.

Naar boven