Verlenging Wpg-machtigingsbesluit RIEC’s/werkproces integrale casusanalyse

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-04-2017.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 01-01-2015 t/m heden

Besluit ingevolge artikel 18, tweede lid, Wet politiegegevens, van de Minister van Veiligheid en Justitie, kenmerk 598167, 18 december 2014, houdende verlenging van het Wpg-machtigingsbesluit RIEC’s/werkproces integrale casusanalyse waarbij aan de korpschef van het landelijk politiekorps en de verantwoordelijken voor de Koninklijke marechaussee en de bijzondere opsporingsdiensten van het ministerie van Financiën en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid toestemming is gegeven tot het verstrekken van politiegegevens aan de partners in de Regionale Informatie en Expertisecentra (RIEC’s) ten behoeve van het verrichten van integrale casusanalyses voor het bepalen van gezamenlijke interventiestrategieën en het uitvoeren daarvan (Verlenging Wpg-machtigingsbesluit RIEC’s/werkproces integrale casusanalyse)

De Minister van Veiligheid en Justitie

In overeenstemming met

De Minister van Defensie

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Staatssecretaris van Financiën

Overwegende:

Dat met de verlening van het machtigingsbesluit met kenmerk 330633/13 d.d. 13 maart 2013 (Stcrt. 2013, nr 6711) een grondslag is gecreëerd voor de verstrekking van politiegegevens die worden verwerkt op grond van artikel 9 en 10 van de Wet politiegegevens, aan de partners in de RIEC’s ten behoeve van de aanpak van georganiseerde criminaliteit, door het verrichten van integrale casusanalyses ten behoeve van het bepalen van gezamenlijke interventiestrategieën en het uitvoeren daarvan door de partners in de RIEC’s; dat hiermee een zwaarwegend algemeen belang wordt gediend en dat deze verstrekking voor dit doel ook noodzakelijk is;

Dat met dit machtigingsbesluit vooruit werd gelopen op een voorstel tot aanpassing van het Besluit politiegegevens; Dat die aanpasing voorziet in een structurele verstrekking van de desbetreffende politiegegevens aan de daartoe aangewezen vertegenwoordigers van de deelnemende bestuursorganen aan de RIEC’s; Dat het machtigingsbesluit in zoverre een tijdelijk karakter had en van kracht was tot op de dag dat het Besluit politiegegevens in werking was getreden, doch uiterlijk 31 december 2014;

Dat inmiddels is gebleken dat de aanpassing van het Besluit politiegegevens niet eerder in werking zal treden dan 1 maart 2015; Dat dit aanleiding geeft tot verlenging van het machtigingsbesluit;

Dat, ingevolge het (nieuwe) artikel van het Besluit politiegegevens dat de onderhavige verstrekking regelt, voorts als voorwaarde wordt gesteld dat er schriftelijke afspraken zijn gemaakt over de gevallen waarin en voorwaarden waaronder de gegevens worden verstrekt; Dat deze afspraken zullen worden vastgelegd in een Privacyprotocol; Dat dit Privacyprotocol pas op enig moment na de inwerkingtreding van het aangepaste Besluit politiegegevens zal worden vastgesteld; Dat het derhalve noodzakelijk is het machtigingsbesluit te verlengen tot het moment dat het Privacyprotocol dat voortvloeit uit de aanpassing van het Besluit politiegegevens is vastgesteld;

Gelet op artikel 18, tweede lid, van de Wet politiegegevens,

BESLUIT

Artikel 1

Artikel 2

Dit besluit wordt in de Staatscourant geplaatst en treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.

Dit besluit wordt aangehaald als: Verlenging Wpg-machtigingsbesluit RIEC’s/werkproces integrale casusanalyse.

’s-Gravenhage, 18 december 2014

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,
namens deze,

G.N. Roes

Directeur-generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Naar boven