Wet van 17 december 2014 tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie en andere
wetten in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen (Wet opheffing bedrijfslichamen)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, met inachtneming van artikel 134, eerste lid, van de Grondwet, dat het wenselijk is de bedrijfslichamen op te heffen en taken van de bedrijfslichamen
te beleggen bij de centrale overheid;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze: