Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2014

[Regeling vervallen per 23-03-2018.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m 22-03-2018

Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2014

Het bestuur van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,

Gelet op artikel 7 van de Organisatiewet Kadaster en de artikelen 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan directeuren en uitzonderingen

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

  • 1 Aan elk van de directeuren wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend om met betrekking tot de individuele rechtspositie en andere individuele personele aangelegenheden van de personeelsleden behorend tot zijn eenheid op grond van ARK besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten, met dien verstande dat van mandaat, volmacht en machtiging worden uitgezonderd:

    • a. de bevoegdheid tot het beschrijven en waarderen van functies, bedoeld in artikel 5:3 ARK;

    • b. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 10 en 17 van de Regeling voorschriften bij ziekte en aanspraken bij overlijden, die als bijlage M aan ARK is toegevoegd;

    • c. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 4:3 ARK;

    • d. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake de disciplinaire straf van ontslag als bedoeld artikel 2:13 ARK;

    • e. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen inzake ontslag op gronden als bedoeld in de artikelen 2:10, eerste lid, onderdeel a en 2:14 ARK;

    • f. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 11:1 ARK, voor zover het niet gaat om beslissingen inzake het aanstellen, benoemen, verplaatsen in dan wel naar een hogere dan formele schaal;

    • g. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen op grond van:

      • de Regeling bovenwettelijke WW;

      • de Regeling BHV vergoedingen;

      • de Regeling tegemoetkoming zorgverzekering.

  • 2 Aan elk van de directeuren wordt voorts mandaat, volmacht en machtiging verleend om met betrekking tot de individuele rechtspositie en andere individuele personele aangelegenheden van de personeelsleden behorend tot zijn eenheid besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten inzake de terbeschikkingstelling van laptops en mobiele telefoons.

  • 3 Aan de directeur Informatie Technologie (IT) wordt tevens mandaat, volmacht en machtiging verleend om met betrekking tot de individuele rechtspositie en andere individuele personele aangelegenheden van de personeelsleden behorend tot zijn eenheid op grond van het voor de directie IT vastgestelde werktijdenreglement besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten.

  • 4 Aan de directeur Organisatie en Human Resource management (HRM) wordt tevens mandaat, volmacht en machtiging verleend om met betrekking tot de individuele rechtspositie en andere individuele personele aangelegenheden van gewezen ambtenaren van de Dienst besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten:

    • a. op grond van ARK, voor zover betreffend:

      • 1°. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikel 10 van de Regeling voorschriften bij ziekte en aanspraken bij overlijden, die als bijlage M aan ARK is toegevoegd;

      • 2°. De bevoegdheden tot het nemen van beslissingen ten aanzien van gewezen ambtenaren van de Dienst, bedoeld in artikel 10:4 en de artikelen 8, 11 en 14 van de Regeling voorschriften bij ziekte en aanspraken bij overlijden, die als bijlage M aan ARK is toegevoegd;

      • 3°. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 17 van de Regeling voorschriften bij ziekte en aanspraken bij overlijden, die als bijlage M aan ARK is toegevoegd;

    • b. op grond van de Regeling bovenwettelijke WW.

  • 5 Aan de directeur Organisatie en HRM wordt ook mandaat, volmacht en machtiging verleend om met betrekking tot de individuele rechtspositie en andere individuele personele aangelegenheden van ambtenaren van de Dienst besluiten te nemen alsmede om privaatrechtelijke rechtshandelingen en andere handelingen dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten:

    • a. op grond van de Regeling chauffeurs leden Raad van Bestuur;

    • b. inzake de toekenning van BHV toelagen als bedoeld in de Regeling BHV vergoedingen;

    • c. op grond van de Regeling tegemoetkoming zorgverzekering.

Artikel 3. Van mandaat uitgesloten bevoegdheden

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

Aan het bestuur blijft exclusief voorbehouden de bevoegdheid tot:

  • a. het nemen van besluiten van algemene strekking, waaronder het vaststellen van beleidsregels;

  • b. het nemen van beslissingen op bezwaarschriften.

Artikel 4. Overige uitgesloten bevoegdheden en begrenzing mandaat, volmacht en machtiging

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

  • 1 Een directeur is niet bevoegd een besluit te nemen, noch om een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten met betrekking tot hemzelf.

  • 2 Een directeur is niet bevoegd een besluit met een mogelijke precedentwerking te nemen. Een directeur legt een besluit als bedoeld in de vorige zin van dit artikellid steeds aan het bestuur ter beslissing voor. De eerste en tweede zin zijn van overeenkomstige toepassing op een privaatrechtelijke rechtshandeling en een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling.

  • 3 Een directeur oefent zijn mandaat, volmacht en machtiging uit binnen de grenzen van de voor zijn eenheid vastgestelde taken en zijn functieomschrijving, alsmede met inachtneming van het ter zake geldende recht, de door het bestuur vastgestelde kaders zoals beleids- en uitvoeringsregels, de bestendige uitvoeringspraktijk van de Dienst en de bepalingen vermeld in dit besluit.

  • 4 Het nemen van beslissingen of het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met mogelijke financiële gevolgen door de directeur geschiedt met inachtneming van de aan hem toegekende budgetten op basis van het geldende jaarplan.

Artikel 5. Aanwijzingen

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

  • 1 Met betrekking tot de uitoefening van het mandaat, de volmacht en de machtiging door een directeur kan het bestuur algemene en bijzondere aanwijzingen geven.

  • 2 Een directeur is, indien het eerste lid toepassing heeft gevonden, gehouden de algemene en bijzondere aanwijzingen van het bestuur op te volgen.

Artikel 6. Ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

  • 1 Een directeur is bevoegd aan functionarissen die rechtstreeks onder hem ressorteren, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging te verlenen ten aanzien van bevoegdheden die aan hem zijn verleend op grond van artikel 2, eerste, tweede, vierde en vijfde lid. De directeur is tevens bevoegd aan functionarissen die rechtstreeks onder een hoofd van zijn afdeling ressorteren ondermandaat te verlenen ten aanzien van de bevoegdheid een verslag-formulier vast te stellen op grond van de Regeling terugkijken, afspraken maken en ontwikkelen uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van hun eigen afdelingsonderdeel.

  • 2 De uitoefening van de in het eerste lid genoemde bevoegdheid geschiedt met inachtneming van de door het bestuur gegeven aanwijzingen.

  • 3 Een directeur kan aan de in het eerste lid genoemde functionarissen met betrekking tot de uitoefening van het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging algemene en bijzondere aanwijzingen geven.

  • 4 De directeur is gehouden toe te zien op de naleving van dit besluit en van de algemene en bijzondere aanwijzingen, bedoeld in artikel 5 en het derde lid van dit artikel, door degene aan wie hij ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging heeft verleend.

  • 5 Een directeur die verleent, doet dit schriftelijk. Hij draagt zorg voor bekendmaking van het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging door publicatie in de Staatscourant.

  • 6 De directeur kan een register aanleggen met betrekking tot door hem verleende ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen.

Artikel 7. Vervangingsregeling

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

  • 1 Directeuren kunnen bij belet vervangen worden door een mededirecteur of een rechtstreeks onder de directeur ressorterende functionaris.

  • 2 De mededirecteur of rechtstreeks onder de directeur ressorterende functionaris bedoeld in het eerste lid, kan met goedkeuring van het bestuur de bevoegdheden toekomend aan de te vervangen directeur uitoefenen.

Artikel 9. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 10. Citeertitel

[Regeling vervallen per 23-03-2018]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2014.

Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.

Apeldoorn, 2 december 2014

Raad van Bestuur,

Th.A.J. Burmanje

F.L.V.P.L. Tierolff

Naar boven