Besluit verlengbaarheid vergunningen 2.100 MHz 2014

Geraadpleegd op 10-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-05-2024 en zichtdatum 20-05-2024.
Geldend van 17-12-2014 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 11 december 2014, nr. DGETM-TM / 14200794, tot verlengbaarheid van de vergunningen voor de frequenties in de 2.100 MHz-band (Besluit verlengbaarheid vergunningen 2.100 MHz 2014)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 18, tweede, derde, en vierde lid, van het Frequentiebesluit 2013;

Besluit:

Artikel 1

  • 2 Een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt verlengd voor een vaste periode die aanvangt op 1 januari 2017 en loopt tot en met 31 december 2020.

  • 3 In afwijking van het eerste lid zijn de vergunningen, genoemd in kolom 1 van tabel 1, en onverminderd artikel 2, niet verlengbaar voor wat betreft het ongepaarde spectrum genoemd in de bijlage van die vergunningen.

    Tabel 1 Verlengbare vergunningen

    Kenmerk

    Vergunninghouder

    2000/DGTP/00/3950/TvM

    T-Mobile Netherlands B.V.

    2000/DGTP/00/3951/TvM

    T-Mobile Netherlands B.V.

    2000/DGTP/00/3948/TvM

    KPN B.V.

    2000/DGTP/00/3949/TvM

    Vodafone Libertel B.V.

    AT-EZ/6781557 – E2

    Vodafone Libertel B.V.

    AT-EZ/6781535 – E1

    KPN B.V.

Artikel 2

De vergunningen, genoemd in tabel 1 van artikel 1, worden gewijzigd overeenkomstig de wijzigingen aangegeven in de bijlagen A tot en met F, met dien verstande dat de houders van de vergunningen met kenmerk 2000/DGTP/00/3951/TvM en kenmerk 2000/DGTP/00/3949/TvM vanwege het bevorderen van een doelmatig frequentiegebruik beiden de mogelijkheid hebben om bij de aanvraag tot verlenging te kiezen het frequentiegebruik van het gepaarde spectrum met 2 keer 0,3 MHz te vergroten, zoals aangegeven in artikel 2 van de bijlagen A en D.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 11 december 2014

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Bijlage A

Twee opties:

[Optie A = zonder extra 0,3 MHz gepaarde frequentieruimte]

[Optie B = met extra 0,3 MHz gepaarde frequentieruimte]

Ontwerp verlengde vergunning op basis van de geconsolideerde versie van de IMT-2000 vergunning maart 2011 (Vodafone)

Onderwerp: Geconsolideerde vergunning 2000/DGTP/00/3949/TvM

Plaats: Groningen

Datum: Oktober 2014

Nummer: AT-EL&I/6437298

Gelezen de aanvraag van Libertel N.V.(thans Vodafone Libertel B.V.);

Gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet en op de artikelen 16 en 17 van het Frequentiebesluit,

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a. basisstation: radiozendapparaat of een samenstel van radiozendapparaten dat op één en dezelfde vaste plaats is opgesteld;

  • b. e.i.r.p. (Equivalent Isotropically Radiated Power): het uitgestraalde vermogen in de hoofdstraalrichting ten opzichte van een isotrope straler;

  • c. maximale gemiddelde e.i.r.p.: maximum van de gemiddelde e.i.r.p. van de signalen in de gespecificeerde bandbreedte;

  • d. bilaterale overeenkomst: overeenkomst getiteld ‘Agreement between the administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands, and Switzerland on border coordination of UMTS/IMT-2000 systems in the frequency bands 1900–1980 MHz, 2010–2025 MHz and 2110–2170 MHz’;

  • e. multilaterale overeenkomst: overeenkomst, getiteld ‘Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of mobile radio communication networks’;

  • f. gepaarde frequentieruimte: frequentieruimte met een omvang van 2 x 5 MHz waartussen een afstand is van 190 MHz;

  • g. aaneengesloten blok frequentieruimte: aaneengesloten gepaarde frequentieruimte in de band 1920–1980 MHz met 2110–2170 MHz waarvoor vergunningen zijn verleend aan de in artikel 2 genoemde vergunninghouder;

  • h. aangrenzende banden: De frequentieruimte beneden 1920 MHz, tussen 1980 en 2110 MHz en boven 2170 MHz.

§ 2. Verlening

Artikel 2

De vergunning van Vodafone Libertel B.V. te Maastricht, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel Limburg onder nummer 14052264, hierna te noemen: de vergunninghouder, betreft het gebruik van frequentieruimte binnen het frequentiebereik [Optie A: 1920,3 MHz–1934,9 MHz met 2110,3 MHz–2124,9 MHz] [Optie B: 1920,0 MHz–1934,9 MHz met 2110,0 MHz–2124,9 MHz] ten behoeve van terrestrische systemen waarmee openbare elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

§ 3. Voorschriften en beperkingen

Artikel 3

Aan de vergunning worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • 1. De vergunninghouder biedt een openbare elektronische communicatiedienst aan, waarbij gebruik wordt gemaakt van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2.

  • 2. De vergunninghouder realiseert uiterlijk op 1 januari 2007 ten minste dekking binnen de bebouwde kom van alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners, op alle hoofdverbindingswegen (auto-, spoor- en waterwegen) tussen deze gemeenten, langs de doorgaande autosnelwegen naar Duitsland en België en op of rond de luchthavens Amsterdam Schiphol Airport, Maastricht Aachen Airport en Rotterdam Airport, en bereikt daarbij een minimum serviceniveau buitenshuis van 144 kbit/s. Dit niveau wordt op ieder tijdstip in ten minste 95% van de gevallen gehaald.

  • 3. De vergunninghouder is gerechtigd de in het tweede lid bedoelde dekking mede te realiseren met gebruikmaking van andere aan hem vergunde 800, 900, 1800, 2100 of 2600 MHz-vergunningen.

  • 4. Onverminderd hetgeen bepaald in het derde lid is de vergunninghouder verplicht om met de frequenties, die hij gerechtigd is krachtens deze vergunning te gebruiken, op ten minste 825 vierkante kilometer dekking te bieden en als hij, voor meerdere 2100 MHz-vergunningen gebruik maakt van deze mogelijkheid, ervoor te zorgen dat die laatste gebieden elkaar niet overlappen.

Artikel 4

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de in de bijlage opgenomen frequentietechnische voorwaarden.

  • 2. Het gebruik van de frequentieruimte vindt zodanig plaats dat er passende bescherming wordt geboden aan systemen in aangrenzende banden;

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing voor zover:

    • a. de vergunninghouder een overeenkomst heeft gesloten met één of meer andere houders van een vergunning in het frequentiebereik 1920 MHz–1980 MHz en 2110 MHz–2170 MHz omtrent de frequentietechnische gebruiksvoorwaarden van de vergunde frequentieruimte, en die andere houders een hoger signaalniveau in de aan hen vergunde frequentieruimte gaan ondervinden dan dat bij de toepassing van het eerste en tweede lid door de vergunninghouder het geval zou zijn, en

    • b. door de in deze overeenkomst(en) opgenomen bepalingen wordt gewaarborgd dat interferentie op anderen dan die partij zijn bij de overeenkomst(en), wordt voorkomen.

  • 4. Het gebruik vindt plaats in overeenstemming met de bilaterale overeenkomst.

  • 5. De vergunninghouder mag afwijken van het vierde lid voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in de geldende multilaterale overeenkomst.

Artikel 5

De vergunninghouder veroorzaakt:

  • 1. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

  • 2. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

§ 4. Slotbepaling

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 7 augustus 2000 en geldt tot en met 31 december 2020.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

namens deze,

De directeur-generaal Telecommunicatie en Post,

A.G.M. Driedonks, plv.

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden binnen zes weken nadat deze bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beschikking waartegen het is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Bijlage frequentietechnische voorwaarden

De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 4, tweede lid van de vergunning zijn:

[Optie A:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband 2110,3 MHz–2124,9 MHz. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne1:

    • a. indien de frequentieband 2110,3 MHz–2124,9 MHz de laagste 14,6 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2100,3 MHz tot 2105,3 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2105,3 MHz tot 2110,3 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2110,3 MHz tot 2124,9 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • b. indien de frequentieband 2110,3 MHz–2124,9 MHz de hoogste 14,6 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2110,3 MHz tot 2124,9 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2124,9 MHz tot 2129,9 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2129,9 MHz tot 2134,9 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • c. Indien de frequentieband 2110,3 MHz–2124,9 MHz MHz niet de laagste of de hoogste 14,6 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.]

[Optie B:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband 2110,0 MHz–2124,9 MHz. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne2:

    • a. indien de frequentieband 2110,0 MHz–2124,9 MHz de laagste 14,9 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2100,0 MHz tot 2105,0 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2105,0 MHz tot 2110,0 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2110,0 MHz tot 2124,9 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • b. indien de frequentieband 2110,3 MHz–2124,9 MHz de hoogste 14,9 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2110,0 MHz tot 2124,9 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2124,9 MHz tot 2129,9 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2129,9 MHz tot 2134,9 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • c. Indien de frequentieband 2110,0 MHz–2124,9 MHz MHz niet de laagste of de hoogste 14,9 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.]

  • 2. Voor frequentieruimte waarop het gestelde onder 1 niet van toepassing is, geldt voor zendsignalen van de basisstations op frequenties tussen 2110 MHz en 2170 MHz een maximale gemiddelde e.i.r.p. van 9 dBm/5 MHz per antenne3

Bijlage B

Ontwerp verlengde vergunning op basis van de geconsolideerde versie van de IMT-2000 vergunning februari 2011 (KPN)

Onderwerp: Geconsolideerde vergunning 2000/DGTP/00/3948/TvM

Plaats: Groningen

Datum: Oktober 2014

Nummer: AT-EL&I/6533178

Gelezen de aanvraag van KPN Mobile The Netherlands B.V.(thans: KPN B.V.);

Gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet en op de artikelen 16 en 17 van het Frequentiebesluit,

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a. basisstation: radiozendapparaat of een samenstel van radiozendapparaten dat op één en dezelfde vaste plaats is opgesteld;

  • b. e.i.r.p. (Equivalent Isotropically Radiated Power): het uitgestraalde vermogen in de hoofdstraalrichting ten opzichte van een isotrope straler;

  • c. maximale gemiddelde e.i.r.p.: maximum van de gemiddelde e.i.r.p. van de signalen in de gespecificeerde bandbreedte;

  • d. bilaterale overeenkomst: overeenkomst getiteld ‘Agreement between the administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands, and Switzerland on border coordination of UMTS/IMT-2000 systems in the frequency bands 1900–1980 MHz, 2010–2025 MHz and 2110–2170 MHz’;

  • e. multilaterale overeenkomst: overeenkomst, getiteld ‘Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of mobile radio communication networks’;

  • f. gepaarde frequentieruimte: frequentieruimte met een omvang van 2 x 5 MHz waartussen een afstand is van 190 MHz;

  • g. aaneengesloten blok frequentieruimte: aaneengesloten gepaarde frequentieruimte in de band 1920–1980 MHz met 2110–2170 MHz waarvoor vergunningen zijn verleend aan de in artikel 2 genoemde vergunninghouder;

  • h. aangrenzende banden: De frequentieruimte beneden 1920 MHz, tussen 1980 en 2110 MHz en boven 2170 MHz.

§ 2. Verlening

Artikel 2

De verlengde vergunning van KPN B.V. te ‘s-Gravenhage, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel ‘s-Gravenhage onder nummer 27124701, hierna te noemen: de vergunninghouder, betreft het gebruik van frequentieruimte binnen het frequentiebereik 1934,9–1949,7 MHz met 2124,9–2139,7 MHz ten behoeve van terrestrische systemen waarmee openbare elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

§ 3. Voorschriften en beperkingen

Artikel 3

Aan de vergunning worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • 1. De vergunninghouder biedt een openbare elektronische communicatiedienst aan, waarbij gebruik wordt gemaakt van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2.

  • 2. De vergunninghouder realiseert uiterlijk op 1 januari 2007 ten minste dekking binnen de bebouwde kom van alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners, op alle hoofdverbindingswegen (auto-, spoor- en waterwegen) tussen deze gemeenten, langs de doorgaande autosnelwegen naar Duitsland en België en op of rond de luchthavens Amsterdam Schiphol Airport, Maastricht Aachen Airport en Rotterdam Airport, en bereikt daarbij een minimum serviceniveau buitenshuis van 144 kbit/s. Dit niveau wordt op ieder tijdstip in ten minste 95% van de gevallen gehaald.

  • 3. De vergunninghouder is gerechtigd de in het tweede lid bedoelde dekking mede te realiseren met gebruikmaking van andere aan hem vergunde 800, 900, 1800, 2100 of 2600 MHz-vergunningen.

  • 4. Onverminderd hetgeen bepaald in het derde lid is de vergunninghouder verplicht om met de frequenties, die hij gerechtigd is krachtens deze vergunning te gebruiken, op ten minste 825 vierkante kilometer dekking te bieden en als hij, voor meerdere 2100 MHz-vergunningen gebruik maakt van deze mogelijkheid, ervoor te zorgen dat die laatste gebieden elkaar niet overlappen.

Artikel 4

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de in de bijlage opgenomen frequentietechnische voorwaarden.

  • 2. Het gebruik van de frequentieruimte vindt zodanig plaats dat er passende bescherming wordt geboden aan systemen in aangrenzende banden;

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing voor zover:

    • a. de vergunninghouder een overeenkomst heeft gesloten met één of meer andere houders van een vergunning in het frequentiebereik 1920 MHz–1980 MHz en 2110 MHz–2170 MHz omtrent de frequentietechnische gebruiksvoorwaarden van de vergunde frequentieruimte, en die andere houders een hoger signaalniveau in de aan hen vergunde frequentieruimte gaan ondervinden dan dat bij de toepassing van het eerste en tweede lid door de vergunninghouder het geval zou zijn, en

    • b. door de in deze overeenkomst(en) opgenomen bepalingen wordt gewaarborgd dat interferentie op anderen dan die partij zijn bij de overeenkomst(en), wordt voorkomen.

  • 4. Het gebruik vindt plaats in overeenstemming met de bilaterale overeenkomst.

  • 5. De vergunninghouder mag afwijken van het vierde lid voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in de geldende multilaterale overeenkomst.

Artikel 5

De vergunninghouder veroorzaakt:

  • 1. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

  • 2. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

§ 4. Slotbepaling

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 7 augustus 2000 en geldt tot en met 31 december 2020.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

namens deze,

De directeur-generaal Telecommunicatie en Post,

A.G.M. Driedonks, plv.

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden binnen zes weken nadat deze bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beschikking waartegen het is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Bijlage frequentietechnische voorwaarden

De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 4, eerste lid van de vergunning zijn:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband 2124,9 MHz–2139,7 MHz. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne4:

    • a. indien de frequentieband 2124,9 MHz–2139,7 MHz de laagste 14,8 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2114,9 MHz tot 2119,9 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2119,9 MHz tot 2124,9 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2124,9 MHz tot 2139,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • b. indien de frequentieband 2124,9 MHz–2139,7 MHz de hoogste 14,6 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2124,9 MHz tot 2139,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2139,7 MHz tot 2144,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2144,7 MHz tot 2149,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • c. Indien de frequentieband 2124,9 MHz–2139,7 MHz niet de laagste of de hoogste 14,6 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.

  • 2. Voor frequentieruimte waarop het gestelde onder 1 niet van toepassing is, geldt voor zendsignalen van de basisstations op frequenties tussen 2110 MHz en 2170 MHz een maximale gemiddelde e.i.r.p. van 9 dBm/5 MHz per antenne.5

Bijlage C

Ontwerp verlengde vergunning op basis van de geconsolideerde versie van de IMT-2000 vergunning februari 2011 (T-Mobile)

Onderwerp: Geconsolideerde vergunning 2000/DGTP/00/3950/TvM

Plaats: Groningen

Datum: Oktober 2014

Nummer: AT-EL&I/6533187

Gelezen de aanvraag van Dutchtone Multimedia B.V. (thans T-Mobile Netherlands B.V.);

Gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet en op de artikelen 16 en 17 van het Frequentiebesluit,

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a. basisstation: radiozendapparaat of een samenstel van radiozendapparaten dat op één en dezelfde vaste plaats is opgesteld;

  • b. e.i.r.p. (Equivalent Isotropically Radiated Power): het uitgestraalde vermogen in de hoofdstraalrichting ten opzichte van een isotrope straler;

  • c. maximale gemiddelde e.i.r.p.: maximum van de gemiddelde e.i.r.p. van de signalen in de gespecificeerde bandbreedte;

  • d. bilaterale overeenkomst: overeenkomst getiteld ‘Agreement between the administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands, and Switzerland on border coordination of UMTS/IMT-2000 systems in the frequency bands 1900–1980 MHz, 2010–2025 MHz and 2110–2170 MHz’;

  • e. multilaterale overeenkomst: overeenkomst, getiteld ‘Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of mobile radio communication networks’;

  • f. gepaarde frequentieruimte: frequentieruimte met een omvang van 2 x 5 MHz waartussen een afstand is van 190 MHz;

  • g. aaneengesloten blok frequentieruimte: aaneengesloten gepaarde frequentieruimte in de band 1920–1980 MHz met 2110–2170 MHz waarvoor vergunningen zijn verleend aan de in artikel 2 genoemde vergunninghouder;

  • h. aangrenzende banden: De frequentieruimte beneden 1920 MHz, tussen 1980 en 2110 MHz en boven 2170 MHz.

§ 2. Verlening

Artikel 2

De vergunning van T-Mobile Netherlands B.V. te ‘s-Gravenhage, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel ‘s-Gravenhage onder nummer 33265679 hierna te noemen: de vergunninghouder, betreft het gebruik van frequentieruimte binnen het frequentiebereik 1949,7 MHz–1954,7 MHz met 2139,7 MHz–2144,7 MHz en binnen het frequentiebereik 1969,7 MHz–1974,7 MHz met 2159,7 MHz–2164,7 MHz ten behoeve van terrestrische systemen waarmee openbare elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

§ 3. Voorschriften en beperkingen

Artikel 3

Aan de vergunning worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • 1. De vergunninghouder biedt een openbare elektronische communicatiedienst aan, waarbij gebruik wordt gemaakt van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2.

  • 2. De vergunninghouder realiseert uiterlijk op 1 januari 2007 ten minste dekking binnen de bebouwde kom van alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners, op alle hoofdverbindingswegen (auto-, spoor- en waterwegen) tussen deze gemeenten, langs de doorgaande autosnelwegen naar Duitsland en België en op of rond de luchthavens Amsterdam Schiphol Airport, Maastricht Aachen Airport en Rotterdam Airport, en bereikt daarbij een minimum serviceniveau buitenshuis van 144 kbit/s. Dit niveau wordt op ieder tijdstip in ten minste 95% van de gevallen gehaald.

  • 3. De vergunninghouder is gerechtigd de in het tweede lid bedoelde dekking mede te realiseren met gebruikmaking van andere aan hem vergunde 800, 900, 1800, 2100 of 2600 MHz-vergunningen.

  • 4. Onverminderd hetgeen bepaald in het derde lid is de vergunninghouder verplicht om met de frequenties, die hij gerechtigd is krachtens deze vergunning te gebruiken, op ten minste 550 vierkante kilometer dekking te bieden en als hij, voor meerdere 2100 MHz-vergunningen gebruik maakt van deze mogelijkheid, ervoor te zorgen dat die laatste gebieden elkaar niet overlappen.

Artikel 4

Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de in de bijlage opgenomen frequentietechnische voorwaarden.

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt zodanig plaats dat er passende bescherming wordt geboden aan systemen in aangrenzende banden;

  • 2. Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing voor zover:

    • a. de vergunninghouder een overeenkomst heeft gesloten met één of meer andere houders van een vergunning in het frequentiebereik 1920 MHz–1980 MHz en 2110 MHz–2170 MHz omtrent de frequentietechnische gebruiksvoorwaarden van de vergunde frequentieruimte, en die andere houders een hoger signaalniveau in de aan hen vergunde frequentieruimte gaan ondervinden dan dat bij de toepassing van het eerste en tweede lid door de vergunninghouder het geval zou zijn, en

    • b. door de in deze overeenkomst(en) opgenomen bepalingen wordt gewaarborgd dat interferentie op anderen dan die partij zijn bij de overeenkomst(en), wordt voorkomen.

  • 3. Het gebruik vindt plaats in overeenstemming met de bilaterale overeenkomst.

  • 4. De vergunninghouder mag afwijken van het vierde lid voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in de geldende multilaterale overeenkomst.

Artikel 5

De vergunninghouder veroorzaakt:

  • 1. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

  • 2. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

§ 4. Slotbepaling

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 7 augustus 2000 en geldt tot en met 31 december 2020.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

namens deze,

De directeur-generaal Telecommunicatie en Post,

A.G.M. Driedonks, plv.

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden binnen zes weken nadat deze bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beschikking waartegen het is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Bijlage frequentietechnische voorwaarden

De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 4, eerste lid van de vergunning zijn:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband 2139,7 MHz–2144,7 MHz en/of 2159,7–2164,7 MHz. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne6:

    • a. indien de frequentieband 2139,7 MHz–2144,7 MHz de laagste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2129,7 MHz tot 2134,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2134,7 MHz tot 2139,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2139,7 MHz tot 2144,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • b. indien de frequentieband 2139,7 MHz–2144,7 MHz de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2139,7 MHz tot 2144,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2144,7 MHz tot 2149,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2149,7 MHz tot 2154,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • c. Indien de frequentieband 2139,7 MHz–2144,7 MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.

    • d. indien de frequentieband 2159,7 MHz–2164,7 MHz de laagste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2149,7 MHz tot 2154,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2154,7 MHz tot 2159,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2159,7 MHz tot 2164,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • e. indien de frequentieband 2159,7 MHz–2164,7 MHz de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2159,7 MHz tot 2164,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2164,7 MHz tot 2169,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2169,7 MHz tot 2174,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • f. Indien de frequentieband 2159,7 MHz–2164,7 MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.

  • 2. Voor frequentieruimte waarop het gestelde onder 1 niet van toepassing is, geldt voor zendsignalen van de basisstations op frequenties tussen 2110 MHz en 2170 MHz een maximale gemiddelde e.i.r.p. van 9 dBm/5 MHz per antenne.7

Bijlage D

Twee opties:

[Optie A = zonder extra 0,3 MHz gepaarde frequentieruimte]

[Optie B = met extra 0,3 MHz gepaarde frequentieruimte]

Ontwerp verlengde vergunning op basis van geconsolideerde versie van de IMT-2000 vergunning februari 2011 (T-Mobile)

Onderwerp: Geconsolideerde vergunning 2000/DGTP/00/3951/TvM

Plaats: Groningen

Datum: Oktober 2014

Nummer: AT-EL&I/6533187

Gelezen de aanvraag van 3G-Blue BV (thans T-Mobile Netherlands B.V.);

Gelet op artikel 3.3 van de Telecommunicatiewet en op de artikelen 16 en 17 van het Frequentiebesluit,

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a. basisstation: radiozendapparaat of een samenstel van radiozendapparaten dat op één en dezelfde vaste plaats is opgesteld;

  • b. e.i.r.p. (Equivalent Isotropically Radiated Power): het uitgestraalde vermogen in de hoofdstraalrichting ten opzichte van een isotrope straler;

  • c. maximale gemiddelde e.i.r.p.: maximum van de gemiddelde e.i.r.p. van de signalen in de gespecificeerde bandbreedte;

  • d. bilaterale overeenkomst: overeenkomst getiteld ‘Agreement between the administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands, and Switzerland on border coordination of UMTS/IMT-2000 systems in the frequency bands 1900–1980 MHz, 2010–2025 MHz and 2110–2170 MHz’;

  • e. multilaterale overeenkomst: overeenkomst, getiteld ‘Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of mobile radio communication networks’;

  • f. gepaarde frequentieruimte: frequentieruimte met een omvang van 2 x 5 MHz waartussen een afstand is van 190 MHz.

  • g. aaneengesloten blok frequentieruimte: aaneengesloten gepaarde frequentieruimte in de band 1920–1980 MHz met 2110–2170 MHz waarvoor vergunningen zijn verleend aan de in artikel 2 genoemde vergunninghouder;

  • h. aangrenzende banden: De frequentieruimte beneden 1920 MHz, tussen 1980 en 2110 MHz en boven 2170 MHz.

§ 2. Verlening

Artikel 2

De vergunning van T-Mobile Netherlands B.V. te ‘s-Gravenhage, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel ‘s-Gravenhage onder nummer 33265679 hierna te noemen: de vergunninghouder, betreft het gebruik van frequentieruimte binnen het frequentiebereik [Optie A: 1954,7 MHz–1959,7 MHz met 2144,7 MHz–2149,7 MHz en binnen het frequentiebereik 1974,7 MHz–1979,7 MHz met 2164,7 MHz–2169,7 MHz] [Optie B: 1954,7 MHz–1959,7 MHz met 2144,7 MHz–2149,7 MHz en binnen het frequentiebereik 1974,7 MHz–1980,0 MHz met 2164,7 MHz–2170,0 MHz] ten behoeve van terrestrische systemen waarmee openbare elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

§ 3. Voorschriften en beperkingen

Artikel 3

Aan de vergunning worden de volgende voorschriften en beperkingen verbonden:

  • 1. De vergunninghouder biedt een openbare elektronische communicatiedienst aan, waarbij gebruik wordt gemaakt van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2.

  • 2. De vergunninghouder realiseert uiterlijk op 1 januari 2007 ten minste dekking binnen de bebouwde kom van alle gemeenten met meer dan 25.000 inwoners, op alle hoofdverbindingswegen (auto-, spoor- en waterwegen) tussen deze gemeenten, langs de doorgaande autosnelwegen naar Duitsland en België en op of rond de luchthavens Amsterdam Schiphol Airport, Maastricht Aachen Airport en Rotterdam Airport, en bereikt daarbij een minimum serviceniveau buitenshuis van 144 kbit/s. Dit niveau wordt op ieder tijdstip in ten minste 95% van de gevallen gehaald.

  • 3. De vergunninghouder is gerechtigd de in het tweede lid bedoelde dekking mede te realiseren met gebruikmaking van andere aan hem vergunde 800, 900, 1800, 2100 of 2600 MHz-vergunningen.

  • 4. Onverminderd hetgeen bepaald in het derde lid is de vergunninghouder verplicht om met de frequenties, die hij gerechtigd is krachtens deze vergunning te gebruiken, op ten minste 550 vierkante kilometer dekking te bieden en als hij, voor meerdere 2100 MHz-vergunningen gebruik maakt van deze mogelijkheid, ervoor te zorgen dat die laatste gebieden elkaar niet overlappen.

Artikel 4

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de in de bijlage opgenomen frequentietechnische voorwaarden.

  • 2. Het gebruik van de frequentieruimte vindt zodanig plaats dat er passende bescherming wordt geboden aan systemen in aangrenzende banden;

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing voor zover:

    • a. de vergunninghouder een overeenkomst heeft gesloten met één of meer andere houders van een vergunning in het frequentiebereik 1920 MHz–1980 MHz en 2110 MHz–2170 MHz omtrent de frequentietechnische gebruiksvoorwaarden van de vergunde frequentieruimte, en die andere houders een hoger signaalniveau in de aan hen vergunde frequentieruimte gaan ondervinden dan dat bij de toepassing van het eerste en tweede lid door de vergunninghouder het geval zou zijn, en

    • b. door de in deze overeenkomst(en) opgenomen bepalingen wordt gewaarborgd dat interferentie op anderen dan die partij zijn bij de overeenkomst(en), wordt voorkomen.

  • 4. Het gebruik vindt plaats in overeenstemming met de bilaterale overeenkomst.

  • 5. De vergunninghouder mag afwijken van het vierde lid voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in de geldende multilaterale overeenkomst.

Artikel 5

De vergunninghouder veroorzaakt:

  • 1. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

  • 2. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

§ 4. Slotbepaling

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 7 augustus 2000 en geldt tot en met 31 december 2020.

Deze beschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

namens deze,

De directeur-generaal Telecommunicatie en Post,

A.G.M. Driedonks, plv.

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden binnen zes weken nadat deze bekend is gemaakt een bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beschikking waartegen het is gericht en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Bijlage frequentietechnische voorwaarden

De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 4, eerste lid van de vergunning zijn:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband [Optie A: 2144,7 MHz–2149,7 MHz en/of 2164,7–2169,7 MHz] [Optie B: 2144,7 MHz–2149,7 MHz en/of 2164,7–2170,0 MHz]. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne8:

    • a. indien de frequentieband 2144,7 MHz–2149,7 MHz de laagste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2134,7 MHz tot 2139,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2139,7 MHz tot 2144,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2144,7 MHz tot 2149,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • b. indien de frequentieband 2144,7 MHz–2149,7 MHz de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2144,7 MHz tot 2149,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2149,7 MHz tot 2154,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2154,7 MHz tot 2159,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • c. Indien de frequentieband 2144,7 MHz–2149,7 MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.

      [Optie A:

    • d. indien de frequentieband 2164,7 MHz–2169,7 MHz de laagste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2154,7 MHz tot 2159,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2159,7 MHz tot 2164,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2164,7 MHz tot 2169,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • e. indien de frequentieband 2164,7 MHz–2169,7 MHz de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2164,7 MHz tot 2169,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2169,7 MHz tot 2174,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2174,7 MHz tot 2179,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • f. Indien de frequentieband 2164,7 MHz–2169,7 MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.]

      [Optie B:

    • d. indien de frequentieband 2164,7 MHz–2170,0 MHz de laagste 5,3 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2154,7 MHz tot 2159,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2159,7 MHz tot 2164,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2164,7 MHz tot 2170,0 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • e. indien de frequentieband 2164,7 MHz–2170,0 MHz de hoogste 5,3 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2164,7 MHz tot 2170,0 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2170,0 MHz tot 2175,0 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2175,0 MHz tot 2180,0 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • f. Indien de frequentieband 2164,7 MHz–2170,0 MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.]

  • 2. Voor frequentieruimte waarop het gestelde onder 1 niet van toepassing is, geldt voor zendsignalen van de basisstations op frequenties tussen 2110 MHz en 2170 MHz een maximale gemiddelde e.i.r.p. van 9 dBm/5 MHz per antenne.9

Bijlage E

Onderwerp: Ontwerp verlengde vergunning op basis van de geconsolideerde versie van de vergunning voor het gebruik van frequentieruimte in de band 1959,7–1969,7 en 2149,7–2159,7 MHz ten behoeve van het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten

Plaats: Groningen

Datum: Oktober 2014

Nummer: AT-EZ/6781535 – E1 gepaard 1959,7 MHz–1964,7 MHz met 2149,7–2154,7 MHz

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN,

Gelezen de aanvraag van KPN B.V.;

Gelet op artikel 3.3 en 3.5 van de Telecommunicatiewet en op artikel 16 van het Frequentiebesluit;

BESLUIT:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a. basisstation: radiozendapparaat of een samenstel van radiozendapparaten dat op één en dezelfde vaste plaats is opgesteld;

  • b. maximale gemiddelde e.i.r.p.: maximum van de gemiddelde e.i.r.p. van de signalen in de gespecificeerde bandbreedte;

  • c. HCM-overeenkomst: overeenkomst, getiteld: Agreement between the Administrations of Austria, Belgium, the Czech Republic, Germany, France, Hungary, the Netherlands, Croatia, Italy, Liechtenstein, Lithuania, Luxembourg, Poland, Romania, the Slovak Republic, Slovenia and Switzerland on the co-ordination of frequencies between 29.7 MHz and 43,5 GHz for the fixed service and the land mobile service;

  • d. bilaterale overeenkomst: overeenkomst getiteld ‘Agreement between the administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands, and Switzerland on border coordination of UMTS/IMT-2000 systems in the frequency bands 1900–1980 MHz, 2010–2025 MHz and 2110–2170 MHz’;

  • e. multilaterale overeenkomst: overeenkomst, getiteld ‘Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of mobile radio communication networks’;

  • f. gepaarde frequentieruimte: frequentieruimte met een omvang van 2 x 5 MHz waartussen een afstand is van 190 MHz;

  • g. aaneengesloten blok frequentieruimte: aaneengesloten gepaarde frequentieruimte in de band 1920–1980 MHz met 2110–2170 MHz waarvoor vergunningen zijn verleend aan de in artikel 2 genoemde vergunninghouder;

  • h. e.i.r.p. (Equivalent Isotropically Radiated Power): het uitgestraalde vermogen in de hoofdstraalrichting ten opzichte van een isotrope straler;

  • i. aangrenzende banden: De frequentieruimte beneden 1920 MHz, tussen 1980 en 2110 MHz en boven 2170 MHz.

§ 2. Verlening

Artikel 2

  • 1. De verlengde vergunning van KPN B.V. te ‘s-Gravenhage, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel ‘s-Gravenhage onder nummer 27124701, hierna te noemen: de vergunninghouder, betreft het gebruik van frequentieruimte binnen het frequentiebereik 1959,7 MHz–1964,7 MHz en 2149,7–2154,7 MHz ten behoeve van terrestrische systemen waarmee openbare elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

  • 2. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid genoemde frequentieruimte slechts in overeenstemming met de bestemming in het geldende nationaal frequentieplan.

§ 3. Voorschriften en beperkingen

Artikel 3

  • 1. De vergunninghouder biedt binnen twee jaar in een gebied van ten minste 28 vierkante kilometer een openbare elektronische communicatiedienst aan, waarbij gebruik wordt gemaakt van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2;

  • 2. indien de vergunninghouder beschikt over meer dan één vergunning in de band 1959,7–1969,7 en 2149,7–2159,7 MHz verschillen de in het eerste lid genoemde gebieden per vergunning en overlappen deze elkaar niet.

Artikel 4

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de in de bijlage opgenomen frequentietechnische voorwaarden.

  • 2. Het gebruik van de frequentieruimte vindt zodanig plaats dat er passende bescherming wordt geboden aan systemen in aangrenzende banden;

  • 3. Het bepaalde in het eerste en tweede lid blijft buiten toepassing voor zover:

    • a. de vergunninghouder een overeenkomst heeft gesloten met één of meer andere houders van een vergunning in het frequentiebereik 1920 MHz–1980 MHz en 2110 MHz–2170 MHz omtrent de frequentietechnische gebruiksvoorwaarden van de vergunde frequentieruimte, en die andere houders een hoger signaalniveau in de aan hen vergunde frequentieruimte gaan ondervinden dan dat bij de toepassing van het eerste en tweede lid door de vergunninghouder het geval zou zijn, en

    • B. door de in deze overeenkomst(en) opgenomen bepalingen wordt gewaarborgd dat interferentie op anderen dan die partij zijn bij de overeenkomst(en), wordt voorkomen.

  • 4. Het gebruik vindt plaats in overeenstemming met de bilaterale overeenkomst.

  • 5. De vergunninghouder mag afwijken van het vierde lid voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in de geldende multilaterale overeenkomst.

Artikel 5

De vergunninghouder veroorzaakt:

  • 1. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

  • 2. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

§ 4. Slotbepaling

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 3 januari 2013 en geldt tot en met december 2020.

Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze,

Agentschap Telecom

Ingevolge het bepaalde in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden tegen deze beschikking binnen zes weken na de dag waarop zij is verzonden een bezwaarschrift indienen bij de afdeling Juridische Zaken van Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Postbus 450, 9700 AL te Groningen. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beschikking waartegen het is gericht, en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Bijlage frequentietechnische voorwaarden

De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 4, eerste lid van de vergunning zijn:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband 2149,7–2154,7 MHz. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne10:

    • a. indien de frequentieband 2149,7–2154,7 MHz de laagste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2139,7 MHz tot 2144,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2144,7 MHz tot 2149,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2149,7 MHz tot 2154,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • b. indien de frequentieband 2149,7–2154,7 MHz de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2149,7 MHz tot 2154,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2154,7 MHz tot 2159,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2159,7 MHz tot 2164,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • c. Indien de frequentieband 2149,7–2154,7 MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.

  • 2. Voor frequentieruimte waarvoor aan de vergunninghouder geen vergunning is verleend en waarop het gestelde onder 1 niet van toepassing is, geldt voor zendsignalen van de basisstations een maximale gemiddelde e.i.r.p. van 9 dBm/5 MHz per antenne.11

Bijlage F

Onderwerp: Ontwerp verlengde vergunning op basis van de geconsolideerde versie van de vergunning voor het gebruik van frequentieruimte in de band 1959,7–1969,7 en 2149,7–2159,7 MHz ten behoeve van het aanbieden van openbare elektronische communicatiediensten

Plaats: Groningen

Datum: Oktober2014

Nummer: AT-EZ/6781557 – E2 gepaard 1964,7 MHz–1969,7 MHz met 2154,7–2159,7 MHz

DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN,

Gelezen de aanvraag van Vodafone Libertel B.V.;

Gelet op artikel 3.3 en 3.5 van de Telecommunicatiewet en op artikel 16 van het Frequentiebesluit;

BESLUIT:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

  • a. basisstation: radiozendapparaat of een samenstel van radiozendapparaten dat op één en dezelfde vaste plaats is opgesteld;

  • b. e.i.r.p. (Equivalent Isotropically Radiated Power): het uitgestraalde vermogen in de hoofdstraalrichting ten opzichte van een isotrope straler;

  • c. maximale gemiddelde e.i.r.p.: maximum van de gemiddelde e.i.r.p. van de signalen in de gespecificeerde bandbreedte;

  • d. HCM-overeenkomst: overeenkomst, getiteld: Agreement between the Administrations of Austria, Belgium, the Czech Republic, Germany, France, Hungary, the Netherlands, Croatia, Italy, Liechtenstein, Lithuania, Luxembourg, Poland, Romania, the Slovak Republic, Slovenia and Switzerland on the co-ordination of frequencies between 29.7 MHz and 43,5 GHz for the fixed service and the land mobile service;

  • e. bilaterale overeenkomst: overeenkomst getiteld ‘Agreement between the administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, The Netherlands, and Switzerland on border coordination of UMTS/IMT-2000 systems in the frequency bands 1900–1980 MHz, 2010–2025 MHz and 2110–2170 MHz’;

  • f. multilaterale overeenkomst: overeenkomst, getiteld ‘Agreement between the Telecommunications Administrations of Belgium, France, Germany, Luxembourg, the Netherlands and Switzerland concerning the approval of arrangements between operators of mobile radio communication networks’;

  • g. gepaarde frequentieruimte: frequentieruimte met een omvang van 2 x 5 MHz waartussen een afstand is van 190 MHz;

  • h. aaneengesloten blok frequentieruimte: aaneengesloten gepaarde frequentieruimte in de band 1920–1980 MHz met 2110–2170 MHz waarvoor vergunningen zijn verleend aan de in artikel 2 genoemde vergunninghouder;

  • i. aangrenzende banden: De frequentieruimte beneden 1920 MHz, tussen 1980 en 2110 MHz en boven 2170 MHz.

§ 2. Verlening

Artikel 2

  • 1. De verlengde vergunning van Vodafone Libertel B.V. te Maastricht, ingeschreven in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel Limburg onder nummer 14052264, hierna te noemen: de vergunninghouder, betreft het gebruik van frequentieruimte binnen het frequentiebereik 1964,7 MHz–1969,7 MHz en 2154,7–2159,7 MHz ten behoeve van terrestrische systemen waarmee openbare elektronische communicatiediensten worden aangeboden.

  • 2. De vergunninghouder gebruikt de in het eerste lid genoemde frequentieruimte slechts in overeenstemming met de bestemming in het geldende nationaal frequentieplan.

§ 3. Voorschriften en beperkingen

Artikel 3

  • 1. De vergunninghouder biedt binnen twee jaar in een gebied van ten minste 28 vierkante kilometer een openbare elektronische communicatiedienst aan, waarbij gebruik wordt gemaakt van de frequentieruimte, bedoeld in artikel 2;

  • 2. indien de vergunninghouder beschikt over meer dan één vergunning in de band 1959,7–1969,7 en 2149,7–2159,7 MHz verschillen de in het eerste lid genoemde gebieden per vergunning en overlappen deze elkaar niet.

Artikel 4

  • 1. Het gebruik van de frequentieruimte vindt plaats met inachtneming van de in de bijlage opgenomen frequentietechnische voorwaarden.

  • 2. Het gebruik van de frequentieruimte vindt zodanig plaats dat er passende bescherming wordt geboden aan systemen in aangrenzende banden;

  • 3. Het bepaalde in het eerste lid blijft buiten toepassing voor zover:

    • a. de vergunninghouder een overeenkomst heeft gesloten met één of meer andere houders van een vergunning in het frequentiebereik 1920 MHz–1980 MHz en 2110 MHz–2170 MHz omtrent de frequentietechnische gebruiksvoorwaarden van de vergunde frequentieruimte, en die andere houders een hoger signaalniveau in de aan hen vergunde frequentieruimte gaan ondervinden dan dat bij de toepassing van het eerste en tweede lid door de vergunninghouder het geval zou zijn, en

    • b. door de in deze overeenkomst(en) opgenomen bepalingen wordt gewaarborgd dat interferentie op anderen dan die partij zijn bij de overeenkomst(en), wordt voorkomen.

  • 4. Het gebruik vindt plaats in overeenstemming met de bilaterale overeenkomst.

  • 5. De vergunninghouder mag afwijken van het vierde lid voor zover wordt voldaan aan de voorwaarden, vermeld in de geldende multilaterale overeenkomst.

Artikel 5

De vergunninghouder veroorzaakt:

  • 1. geen ontoelaatbare belemmeringen door het gewenste signaal van radiozendapparaten in andere radiozend- of ontvangstapparaten of in elektrische of elektronische inrichtingen, en

  • 2. in het frequentiegebied van 100 kHz tot en met 2,5 GHz in ziekenhuizen alsmede op de percelen waar deze ziekenhuizen staan geen piekwaarde van de elektrische veldsterkte die gelijk is aan of hoger is dan 5,4 volt per meter.

§ 4. Slotbepaling

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 3 januari 2013 en geldt tot en met 31 december 2020.

Van dit besluit wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze,

Agentschap Telecom

Ingevolge het bepaalde in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden tegen deze beschikking binnen zes weken na de dag waarop zij is verzonden een bezwaarschrift indienen bij de afdeling Juridische Zaken van Agentschap Telecom van het ministerie van Economische Zaken, Postbus 450, 9700 AL te Groningen. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beschikking waartegen het is gericht, en de gronden van het bezwaar te bevatten.

Bijlage frequentietechnische voorwaarden

De frequentietechnische voorwaarden bedoeld in artikel 4, eerste lid van de vergunning zijn:

  • 1. De zendsignalen van de basisstations gebruiken de frequentieband 2154,7–2159,7 MHz. Voor de zendsignalen van basisstations gelden de volgende maximale gemiddelde e.i.r.p. waarden van het zendsignaal per antenne12:

    • a. indien de frequentieband 2154,7–2159,7 MHz de laagste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2144,7 MHz tot 2149,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

      • van 2149,7 MHz tot 2154,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2154,7 MHz tot 2159,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

    • b. indien de frequentieband 2154,7–2159,7 MHz de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan gelden de volgende waarden:

      • van 2154,7 MHz tot 2159,7 MHz: 65 dBm/5 MHz

      • van 2159,7 MHz tot 2164,7 MHz: 16,3 dBm/5 MHz

      • van 2164,7 MHz tot 2169,7 MHz: 11 dBm/5 MHz

    • c. Indien de frequentieband 2154,7–2159,7 MHz niet de laagste of de hoogste 5 MHz is van een aaneengesloten blok frequentieruimte dan geldt een waarde van: 65 dBm/5 MHz.

  • 2. Voor frequentieruimte waarvoor aan de vergunninghouder geen vergunning is verleend en waarop het gestelde onder 1 niet van toepassing is, geldt voor zendsignalen van de basisstations een maximale gemiddelde e.i.r.p. van 9 dBm/5 MHz per antenne.13

Bijlage G

Toelichting

Onderwerp: Toelichting ontwerp verlengde vergunningen 2100 MHz band

Plaats: Groningen

Datum: December 2014

1. Vergunningen in de 2100 MHz band

In totaal zijn er zes vergunningen in de frequentieband 1920–1980 MHz en 2110–2170 MHz.

Vier vergunningen zijn na een veiling verleend in het jaar 2000 (IMT-2000 vergunningen) en twee vergunningen zijn na de multibandveiling in 2013 verleend. De vergunninghouders en kenmerken van de vier IMT-2000 vergunningen die zijn verleend in 2000 staan hieronder genoemd:

Vergunninghouder

Kenmerk beschikking

T-Mobile Netherlands B.V.

2000/DGTP/00/3950/TvM

T-Mobile Netherlands B.V.

2000/DGTP/00/3951/TvM

KPN B.V.

2000/DGTP/00/3948/TvM

Vodafone Libertel B.V.

2000/DGTP/00/3949/TvM

Deze vergunningen zijn niet technologieneutraal en hebben elk ook het gebruiksrecht voor een deel van de ongepaarde frequentieruimte van 1900–1920 MHz en 2010–2025 MHz. De ongepaarde frequentieruimte wordt op basis van het Besluit ‘verlengbaarheid vergunningen 2100 MHz 2014’ niet verlengd.

De vergunninghouders en kenmerken van de twee vergunningen die zijn verleend in 2013 staan hieronder vermeld:

Vergunninghouder

Kenmerk beschikking

Vodafone Libertel B.V.

AT-EZ/6781557 – E2

KPN B.V.

AT-EZ/6781535 – E1

Deze vergunningen zijn technologieneutraal, maar voldoen niet aan het EC besluit 2012/688/EU. Dit besluit was ten tijde van de publicatie van de ontwerp vergunningen voor de multibandveiling nog niet van kracht.

2. Wijzigingen van de vergunningen bij verlenging

Bij verlenging van de vergunningen wordt zo min mogelijk gewijzigd. In het Besluit verlengbaarheid vergunningen 2100 MHz 2014 staan de wijzigingen en de redenen genoemd. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • een deel van de vergunning wordt niet verlengd. Dit betreft de ongepaarde frequentieruimte (1900–1920 MHz en 2010–2025 MHz);

  • de vergunningen worden technologieneutraal op basis van EC besluit 2012/688/EU;

  • de einddatum van de vergunningen wordt 31 december 2020;

  • vergunninghouders worden in staat gesteld om ook andere aan hen vergunde frequenties te gebruiken om aan de dekkingsverplichtingen van de in 2000 geveilde 2100 MHz vergunningen te voldoen;

  • 2 vergunninghouders krijgen de optie om de voormalige guardband (300 kHz) toe te voegen aan hun vergunning (zie Verlengbaarheidsbesluit paragraaf 9).

De terminologie/lay-out van de vergunningen wordt zoveel mogelijk in overeenstemming gebracht met de terminologie/lay-out zoals gebruikt in de vergunningen verleend na de multibandveiling van eind 2012. Om duidelijk te maken welke wijzigingen na verlenging van toepassing zijn, wordt uitgegaan van de geconsolideerde versies van de huidige vergunningen.

De IMT-2000 vergunningen verschillen van de vergunningen die in 2013 zijn verleend. Onder punt 3 wordt ingegaan op de wijzigingen die bij verlenging worden aangebracht in de IMT-2000 vergunningen. Onder punt 4 staat de toelichting op de wijzigingen bij verlenging van de vergunningen die zijn verleend in 2013.

3. Wijzigingen ontwerp verlengde IMT-2000 vergunning

Artikel 1

Een aantal definities wordt geschrapt. Dit betreffen hoofzakelijk definities, op het gebied van technologie, die niet meer relevant zijn, omdat de vergunningen technologieneutraal worden gemaakt. De nieuwe definities hebben betrekking op de implementatie van EC-besluit 2012/688/EU in de verlengde vergunning en concretisering van de overeenkomsten met de buurlanden die betrekking hebben op deze vergunning. De overeenkomsten waren in algemene zin al een vergunningsvoorwaarde (artikel 3c). In de vergunning werd echter niet expliciet vermeld welke overeenkomsten dit betrof.

Artikel 2

Dit artikel krijgt de lay-out zoals ook in de verleende vergunningen na de multibandveiling gebruikt is. In het nieuwe artikel 2 wordt de frequentieruimte in het artikel zelf vermeld en is er geen verwijzing naar de bijlage.

Artikel 3

In de consultatie van het verlengbaarheidsbesluit heeft een marktpartij opgemerkt dat door het in stand houden van de dekkingseis uit de 2100 MHz-vergunningen, die reeds in 2000 zijn uitgegeven, deze dekkingseis zwaarder wordt als gevolg van gemeentelijke herindelingen. Teneinde vergunninghouders meer flexibiliteit te bieden om hiermee om te gaan, wordt het hen in het derde lid van artikel 3 toegestaan om de vereiste dekking ook te realiseren met andere frequenties die aan hen zijn vergund, zoals frequenties in de 800, 900, 1800, 2100 of 2600 MHz-banden. Op deze manier kunnen de vergunninghouders zelf bepalen met welke frequenties zij aan de dekkingsverplichting willen voldoen. Wel geldt daarbij dat op grond van het vierde lid van artikel 3 een vergunninghouder per 5 MHz vergunde (afgeronde) frequentieruimte op minimaal 275 vierkante kilometer dekking dient te bieden door gebruik te maken van de 2100 MHz-frequentieruimte. De reden hiervoor is om te voorkomen dat de vergunninghouder op basis van het derde lid aan de gehele dekkingsverplichting van het tweede lid zou kunnen voldoen met frequentieruimte van zijn andere vergunningen, zodat de 2100 MHz-frequentieruimte in zijn geheel ongebruikt zou blijven, hetgeen onwenselijk is. Het vierde lid zorgt derhalve voor een minimale ingebruiknameverplichting van de 2100 MHz-frequentieruimte. Het aantal vierkante kilometers is gebaseerd op de tabel 4.1 ‘Ingebruiknameplicht voor de verschillende frequentiebanden’ van de Strategische nota uit 2010.

Verder wordt in dit artikel de verwijzing naar UMTS verwijderd en vervangen door een technologie-neutrale omschrijving. Het oude artikel 3c wordt verwijderd. Het genoemde ERC-besluit en -rapport betreffen de UMTS-technologie. De verwijzing in artikel 3c naar de bilaterale overeenkomsten komen expliciet terug in het nieuwe artikel 4, vierde en vijfde lid. Het is niet verplicht de volledige frequentieruimte van de vergunning te gebruiken, de benodigde bandbreedte is immers technologie-afhankelijk.

Artikel 4

Het oude artikel 4 vervalt. De nieuwe einddatum van de beschikking staat in het nieuwe artikel 6.

Het nieuwe artikel 4 inclusief de bijlage betreft de implementatie van EC besluit 2012/688/EU en de voorwaarden voor het gebruik van de frequentieruimte in de grensgebieden. De voorwaarden voor het gebruik van de frequentieruimte in de grensgebieden zijn ongewijzigd ten opzichte van de huidige vergunning.

Artikel 5

Dit nieuwe artikel komt voort uit de ‘Beleidsregel storing door het gewenste signaal van radiozendapparaten14. Deze beleidsregel regelt de eisen die gesteld worden aan zendinstallaties om storingen aan elektrische en elektronische apparaten te voorkomen. De beleidsregel creëert duidelijkheid over de te nemen maatregelen op het moment dat zich storing voordoet.

Artikel 6

Het nieuwe artikel 6 betreft de nieuwe einddatum van de beschikking.

Bijlage

In oude bijlage stond de frequentieruimte die in het oude artikel 2 werd toegewezen. De toegewezen frequentieruimte staat nu in artikel 2 en niet meer in de bijlage. Het gebruiksrecht voor het ongepaarde spectrum wordt niet verlengd.

In de nieuwe bijlage staat de block edge mask (BEM) conform EC-besluit 2012/688/EU. De lay-out van de BEM is gelijk gemaakt aan de vergunningen die verdeeld zijn via de multibandveiling van eind 2012.

4. Wijzigingen ontwerp verlengde vergunning (oorspronkelijk verleend in 2013)

Artikel 1

Een aantal definities wordt geschrapt. Dit betreffen hoofzakelijk definities, op het gebied van technologie, die niet meer relevant zijn, omdat de vergunningen technologieneutraal worden gemaakt. De nieuwe definities hebben betrekking op de implementatie van EC-besluit 2012/688/EU in de verlengde vergunning en concretisering van de overeenkomsten met de buurlanden die betrekking hebben op deze vergunning. De overeenkomsten waren in algemene zin al een voorwaarde van de vergunning (artikel 4, tweede lid).In de vergunning werd echter niet expliciet vermeld welke overeenkomsten dit betrof.

Artikel 2

Het eerste lid wordt herschreven zodat het een verlengde vergunning betreft.

Artikel 3

Dit artikel wordt niet gewijzigd.

Artikel 4

De eerste twee leden van het oude artikel 4 vervallen, want deze waren voornamelijk specifiek voor UMTS. De verwijzing naar de bilaterale overeenkomsten is nu gemaakt in artikel 4, vierde en vijfde lid. De voorwaarden voor het gebruik van de frequentieruimte in de grensgebieden zijn ongewijzigd ten opzichte van de huidige vergunning.

Het nieuwe artikel 4, eerste en tweede lid betreffen de implementatie van EC-besluit 2012/688/EU.

Artikel 5

Dit artikel wordt niet gewijzigd.

Artikel 6

De wijziging van dit artikel betreft de nieuwe einddatum van de verlengde vergunning.

Bijlage

Aan de vergunning wordt een bijlage toegevoegd waarin de block edge mask (BEM) conform EC-besluit 2012/688/EU staat. De lay-out van de BEM is gelijk gemaakt aan de vergunningen die verdeeld zijn via de multibandveiling van eind 2012.

  1. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [1]
  2. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [2]
  3. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [3]
  4. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [4]
  5. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [5]
  6. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [6]
  7. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [7]
  8. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [8]
  9. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [9]
  10. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [10]
  11. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [11]
  12. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [12]
  13. Voor een basisstation configuratie met maximaal 4 antennes per sector ^ [13]
  14. Stcrt 2009, nr. 87. ^ [14]