Besluit instelling Overlegplatform Bouwregelgeving en Juridisch-technische commissie

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Besluit van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 25 november 2014 met kenmerk 2014-0000627803, houdende instelling van het Overlegplatform Bouwregelgeving en de Juridisch-technische commissie

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Besluit:

Artikel 1. Overlegplatform Bouwregelgeving

  • 1 Er is een Overlegplatform Bouwregelgeving, hierna te noemen: overlegplatform, dat ten doel heeft:

    • a. het uitwisselen van informatie over nationale en internationale ontwikkelingen op het terrein van bouwvoorschriften;

    • b. het doen van aanbevelingen op het terrein van bouwen bij of krachtens de Woningwet, de Omgevingswet en andere aanverwante regelgeving;

    • c. het doen van aanbevelingen met betrekking tot de resultaten van onderzoekingen die zijn uitgevoerd in het kader van aan het parlement toegezegde evaluaties van de bij of krachtens de Woningwet gegeven voorschriften of de bij of krachtens de Omgevingswet gestelde regels;

    • d. het doen van aanbevelingen met betrekking tot de resultaten van overige onderzoekingen die zijn uitgevoerd op het terrein van de kwaliteit van bouwwerken.

  • 2 Het overlegplatform komt drie- of viermaal per jaar bijeen. Een overleg mondt uit in een advies aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst en zo nodig van de voor aanverwante regelgeving verantwoordelijke bewindspersoon, over vraagstukken op het terrein van de bouwregelgeving en de overige kwaliteitsaspecten van bouwwerken in het algemeen en alle wijzigingen van de regelgeving op dit terrein in het bijzonder.

Artikel 2. Samenstelling overlegplatform

  • 1 Het overlegplatform bestaat uit een onafhankelijke technisch voorzitter en vertegenwoordigers op bestuurlijk niveau van belangenorganisaties van ontwerpende, uitvoerende en toeleverende bouw alsmede belangenorganisaties van beheerders en gebruikers van bouwwerken en organisaties van toezichthouders of andere deskundigen.

  • 2 De voorzitter van het overlegplatform wordt benoemd door de Directeur-Generaal Wonen en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 3 Elke organisatie, die aan het overlegplatform deelneemt, wijst op uitnodiging van de Directeur-Generaal Wonen en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een afgevaardigde aan alsmede een plaatsvervanger voor die afgevaardigde.

  • 4 In het secretariaat van het overlegplatform wordt voorzien door het Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 3. Deelnemers overlegplatform

  • 1 In het overlegplatform zijn in elk geval vertegenwoordigd:

    • a. Aedes, vereniging van woningcorporaties,

    • b. Bouwend Nederland,

    • c. Bond van Nederlandse Architecten (BNA),

    • d. Brancheorganisaties Zorg (BoZ),

    • e. Brandweer Nederland,

    • f. Federatie van Energiebedrijven in Nederland (EnergieNed),

    • g. Federatie Ruimtelijke Kwaliteit,

    • h. Ieder(in),

    • i. MKB-Nederland,

    • j. Nederlands Verbond Toelevering Bouw (NVTB),

    • k. Nederlandse Woonbond,

    • l. NLingenieurs,

    • m. OnderhoudNL,

    • n. UNETO-VNI, ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel,

    • o. Vereniging Eigen Huis (VEH),

    • p. Vereniging BWT Nederland (VBWTN),

    • q. Vereniging van Nederlandse Projectontwikkeling Maatschappijen (Neprom),

    • r. Ondernemersorganisatie voor technologische industrie (FME-CWM),

    • s. Netbeheer Nederland,

    • t. VACpunt Wonen,

    • u. VEWIN, en

    • v. VNO-NCW.

  • 2 De agendaleden van het overlegplatform zijn in elk geval:

    • a. Bedrijfschap Afbouw,

    • b. Interprovinciaal Overleg (IPO),

    • c. Ministerie van Infrastructuur en Milieu,

    • d. Ministerie van Defensie,

    • e. Ministerie van Economische Zaken,

    • f. Ministerie van Veiligheid en Justitie,

    • g. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

    • h. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

    • i. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

    • j. Nederlands Normalisatie-instituut NEN-Bouw,

    • k. Raad voor Accreditatie,

    • l. Stichting Bouwkwaliteit (SBK),

    • m. Stichting Duurzame Energie Koepel,

    • n. TNO,

    • o. Unie van Waterschappen,

    • p. Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), en

    • q. Vereniging Raad voor Onroerende Zaken (ROZ).

  • 3 Tot het overlegplatform kunnen vertegenwoordigers van andere dan de in het eerste en tweede lid genoemde organisaties en instanties worden toegelaten. Een daartoe strekkend verzoek wordt gericht aan de Directeur-Generaal Wonen en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en alvorens te beslissen, hoort deze de voorzitter van het overlegplatform.

Artikel 4. Juridisch-technische commissie

  • 1 Er is een Juridisch-technische commissie die ten doel heeft de nadere invulling van juridisch-technische zaken, verband houdend met de in artikel 1, eerste lid, onderdelen b, c, en d, genoemde doelstellingen, inhoudelijk te beoordelen en hieromtrent aanbevelingen te doen aan de Directeur-Generaal Wonen en Bouwen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2 De commissie bestaat uit personen die afkomstig zijn uit belangenorganisaties van ontwerpende, uitvoerende en toeleverende bouw alsmede belangenorganisaties van beheerders en gebruikers van bouwwerken en organisaties van toezichthouders. Dit kunnen in elk geval de organisaties zijn genoemd in artikel 3, eerste lid, van dit besluit. De leden van de commissie dienen vooraf bij de voorzitter te worden aangemeld. De voorzitter kan vertegenwoordigers van bij de bouw betrokken organisaties die niet aan het overlegplatform deelnemen toelaten tot de bijeenkomsten van de commissie.

  • 3 De voorzitter van de commissie wordt aangewezen door de Directeur-Generaal Wonen en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 4 In het secretariaat van de commissie wordt voorzien door het Directoraat-Generaal Wonen en Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 5. Geheimhouding

Een ieder die betrokken is bij de werkzaamheden van het overlegplatform, de daaronder ressorterende commissie, bedoeld in artikel 4, of de hieruit voortkomende ad hoc werkgroepen, en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voorzover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 november 2014

De

Minister

voor Wonen en Rijksdienst,

S.A. Blok

Naar boven