Toelichting
[Regeling vervallen per 24-04-2015]
In de Wet op de jeugdzorg (hierna: de wet) is bepaald dat organisaties verantwoorde zorg moeten leveren. Per
1 november 2014 is in het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg (hierna: het Uitvoeringsbesluit) opgenomen dat organisaties dit moeten doen door
het werk binnen hun organisatie op een verantwoorde wijze toe te delen. De binnen
deze organisaties werkzame professionals dienen zich bij het kwaliteitsregister jeugd
te registreren als jeugdprofessional. Medio november 2014 zal de Stichting Kwaliteitsregister
Jeugd ingevolge artikel 68a van het Uitvoeringsbesluit worden erkend als kwaliteitsregister jeugd.
De betreffende bepalingen in de Wet op de Jeugdzorg en het Uitvoeringsbesluit zijn niet rechtstreeks van toepassing op de taken die door de onder DJI ressorterende
rijks JJI’s en de Raad voor de Kinderbescherming worden uitgevoerd. In de memorie
van toelichting bij het wetsvoorstel ‘Aanpassingen van de Wet op de jeugdzorg en enkele
andere wetten ten behoeve van de professionalisering van de jeugdzorg’ is aangegeven
dat de Minister via de hiërarchische lijn eisen kan stellen aan de (medewerkers van)
de Raad en DJI en dat daarmee een vergelijkbare gebondenheid wordt gerealiseerd aan
de norm van de verantwoorde werktoedeling. Met deze circulaire wordt dit gerealiseerd.
Met deze circulaire wordt aan de betrokken dienstonderdelen opgedragen dat alle voorschriften
uit de Wet op de jeugdzorg en het Uitvoeringsbesluit die betrekking hebben op de verantwoorde zorg en verantwoorde werktoedeling ook door
(de medewerkers van) de onder DJI ressorterende rijks JJI’s en de Raad voor de Kinderbescherming
moeten worden nageleefd.
De norm van verantwoorde werktoedeling komt er op neer dat jeugdzorgorganisaties het
werk binnen hun organisatie altijd moeten toedelen aan een geregistreerde jeugdprofessional.
Bij de toedeling van taken dient rekening te worden gehouden met de kennis en vaardigheden
op basis waarvan de geregistreerde jeugdprofessional is ingeschreven in het kwaliteitsregister
jeugd.
Hierop gelden twee uitzonderingen. De eerste is dat de jeugdzorgorganisatie aannemelijk
kan maken dat de werktoedeling aan anderen niet leidt tot kwaliteitsverlies. De tweede
uitzondering is dat het onder omstandigheden voor de kwaliteit van de uitvoering noodzakelijk
kan zijn om dat werk aan anderen toe te delen. Deze uitzonderingen dienen door de
betrokken organisatie in alle voorkomende gevallen te worden gemotiveerd en vastgelegd
(comply or explain).
De organisaties in de jeugdzorg hebben samen vastgelegd wanneer het nodig is om geregistreerde
jeugdprofessionals in te zetten en zij hebben, in overleg met de beroepsgroepen, bepaald
voor welke taken binnen de jeugdzorg een geregistreerde jeugdprofessional moet worden
ingezet. Dit is beschreven in het Kwaliteitskader jeugdzorg, dat daarmee een operationalisering
vormt van de norm van verantwoorde werktoedeling zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit.
Het Kwaliteitskader jeugdzorg is ook het uitgangspunt voor het verrichten van taken
binnen DJI en de Raad voor de Kinderbescherming. Daartoe dienen de bestaande kwaliteitskaders
binnen DJI en de Raad voor de Kinderbescherming te worden aangepast aan het Kwaliteitskader
Jeugdzorg.