Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret

[Regeling vervallen per 20-05-2016.]
Geraadpleegd op 01-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2018 en zichtdatum 29-04-2024.
Geldend van 19-02-2016 t/m 19-05-2016

Besluit van 24 november 2014, houdende tijdelijke regels met betrekking tot de elektronische sigaret (Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 3 juli 2014, kenmerk 640500-123291-WJZ, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Gelet op de artikelen 3, 6, onder a en d, 8, eerste lid, 14, 19, vierde lid, 20, vijfde en zesde lid, en 32b van de Warenwet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 6 augustus 2014, no. W13.14.0220/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 19 november 2014, kenmerk 688768-129373-WJZ, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. nicotine: nicotinealkaloïden;

  • b. elektronische sigaret: een product dat gebruikt kan worden voor de consumptie van nicotinehoudende damp via een mondstuk, of een onderdeel van dat product, waaronder een patroon, een reservoir en het apparaat zonder patroon of reservoir;

  • c. navulverpakking: een recipiënt die een nicotinehoudende vloeistof bevat die gebruikt kan worden voor het navullen van een elektronische sigaret;

  • d. verpakkingseenheid: de kleinste individuele verpakking van een elektronische sigaret of een navulverpakking die in de handel wordt gebracht;

  • e. nicotinehoudende vloeistof: nicotinehoudende vloeistof in een elektronische sigaret of navulverpakking.

  • f. additief: andere stoffen dan nicotine die aan nicotinehoudende vloeistof worden toegevoegd;

  • g. buitenverpakking: de verpakking waarin een elektronische sigaret of een navulverpakking in de handel wordt gebracht, die een verpakkingseenheid of een aantal verpakkingseenheden bevat, met dien verstande dat cellofaanverpakking niet als buitenverpakking wordt beschouwd;

  • h. emissies: stoffen die vrijkomen wanneer een elektronische sigaret wordt gebruikt zoals beoogd;

  • i. ingrediënt: alle in een gereed zijnde elektronische sigaret of in een navulverpakking aanwezige stoffen of elementen, met inbegrip van nicotine en additieven;

  • j. in de handel brengen: de terbeschikkingstelling van een elektronische sigaret of navulverpakking aan consumenten in Nederland, al dan niet tegen betaling, inclusief via verkoop op afstand, in het geval van grensoverschrijdende verkoop op afstand is het product in Nederland in de handel gebracht indien de consument zich in Nederland bevindt;

  • k. verordening (EG) nr. 1272/2008: Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEU 2008, L 353);

  • l. kinderveilige sluiting: een sluiting die is aangebracht overeenkomstig bijlage II, punten 3.1.2, 3.1.3 en 3.1.4.2 van verordening (EG) nr. 1272/2008.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Het is verboden een elektronische sigaret of een navulverpakking in de handel te brengen indien dit product niet voldoet aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen, onverminderd het bepaalde bij of krachtens de Wet milieubeheer en het overigens bij of krachtens de Warenwet bepaalde.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Een elektronische sigaret wordt slechts in de handel gebracht indien deze in de vorm is van een wegwerpproduct, of indien deze door middel van een navulverpakking en een reservoir navulbaar is of herlaadbaar is met een patroon voor eenmalig gebruik.

  • 2 Een elektronische sigaret geeft per merk en type bij gebruik onder normale en vergelijkbare omstandigheden, op vergelijkbare wijze nicotinedoses af.

  • 3 Een navulreservoir van een navulbare elektronische sigaret heeft een volume van ten hoogste 2 ml.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Een elektronische sigaret en een navulverpakking zijn kindveilig, beschermd tegen manipulatie, breken en lekken en beschikken, indien van toepassing, over een mechanisme dat lekvrij navullen mogelijk maakt.

  • 2 In aanvulling op het bepaalde in verordening (EG) nr. 1272/2008 beschikt een navulverpakking, voor zover daarvoor een kinderveilige sluiting op grond van de voornoemde verordening niet verplicht is, over een kinderveilige sluiting.

  • 3 Onze Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot de kindveiligheid van een elektronische sigaret en een navulverpakking.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Nicotinehoudende vloeistof wordt slechts in de handel gebracht, indien:

    • a. de vloeistof is verpakt in een navulverpakking met een volume van ten hoogste 10 ml, in een elektronische sigaret in de vorm van een wegwerpproduct of in patronen voor eenmalig verbruik, met dien verstande dat patronen en reservoirs van een elektronische sigaret in de vorm van een wegwerpproduct, een volume hebben van ten hoogste 2 ml;

    • b. de vloeistof niet meer nicotine dan 20 mg/ml bevat;

    • c. er bij de productie van de vloeistof uitsluitend zuivere ingrediënten zijn gebruikt; en

    • d. er behalve nicotine, uitsluitend ingrediënten zijn gebruikt die, zowel in verhitte als in onverhitte toestand, niet gevaarlijk zijn voor de gezondheid van de mens.

  • 2 Nicotinehoudende vloeistof bevat geen van de volgende additieven:

    • a. vitaminen of andere additieven die de indruk wekken dat een elektronische sigaret gezondheidsvoordelen biedt of minder gezondheidsrisico’s oplevert;

    • b. cafeïne, taurine of andere additieven en stimulerende chemische verbindingen die in verband worden gebracht met energie en vitaliteit;

    • c. additieven die emissies kleuren;

    • d. additieven die de inhalatie of opname van nicotine faciliteren; en

    • e. additieven die in onverhitte vorm kankerverwekkend, mutageen of reprotoxisch zijn.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

Een verpakkingseenheid bevat een bijsluiter met:

  • a. aanwijzingen inzake gebruik en opslag van het product, inclusief de vermelding dat het gebruik van het product door jongeren en niet-rokers wordt afgeraden;

  • b. waarschuwingen voor de volgende risicogroepen: zwangeren, vrouwen die borstvoeding geven en personen met een aandoening aan de longen, kanker of hart- en vaatziekten;

  • c. informatie over mogelijke schadelijke effecten;

  • d. informatie over verslavende werking en toxiciteit; en

  • e. contactgegevens van de producent in de Europese Unie of importeur in de Europese Unie.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Op een verpakkingseenheid en een eventuele buitenverpakking is, indien van toepassing, een lijst van alle ingrediënten van het product naar afnemend gewicht aangebracht, alsmede een vermelding van het nicotinegehalte van het product in mg per ml en het nummer van de partij.

  • 2 Voor zover de aanbeveling om een product buiten bereik van kinderen te houden niet verplicht is op grond van verordening (EG) nr. 1272/2008, bevat een verpakkingseenheid en een eventuele buitenverpakking in aanvulling op deze verordening de voornoemde aanbeveling.

  • 3 Een verpakkingseenheid en een eventuele buitenverpakking bevatten geen enkel element of kenmerk dat:

    • a. een elektronische sigaret of navulverpakking aanprijst of het gebruik ervan aanmoedigt door een verkeerde indruk te wekken over de kenmerken, gevolgen voor de gezondheid, risico’s of emissies van de elektronische sigaret;

    • b. de suggestie wekt dat een bepaalde elektronische sigaret of navulverpakking minder schadelijk is dan een andere, of gericht is op het verminderen van het effect van bepaalde schadelijke bestanddelen van damp, of activerende, energetische, genezende, verjongende, natuurlijke of biologische eigenschappen bezit of andere positieve gevolgen heeft voor de gezondheid of levensstijl; en

    • c. de suggestie wekt dat een elektronische sigaret of een navulverpakking een levensmiddel of een cosmetisch product is.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Op een verpakkingseenheid en een eventuele buitenverpakking wordt, indien van toepassing, de volgende waarschuwing aangebracht: «Dit product bevat de zeer verslavende stof nicotine. Het gebruik ervan wordt afgeraden voor niet-rokers».

  • 2 De waarschuwing, genoemd in het eerste lid:

    • a. loopt evenwijdig met de hoofdtekst op het voor de waarschuwing bestemde oppervlak;

    • b. wordt aangebracht op de twee grootste oppervlakken van de verpakkingseenheid en van elke buitenverpakking;

    • c. beslaat 30% van het oppervlak van de verpakkingseenheid en van elke buitenverpakking;

    • d. wordt aangebracht in zwarte, vetgedrukte Helvetica-letters op een witte achtergrond, met een zodanige puntgrootte dat de tekst een zo groot mogelijk deel van de daarvoor bestemde ruimte beslaat, zonder aan leesbaarheid in te boeten; en

    • e. wordt gecentreerd gedrukt op het voor de waarschuwing bestemde oppervlak en, op balkvormige verpakkingseenheden en buitenverpakkingen, evenwijdig met de zijrand van de verpakkingseenheid of van de buitenverpakking.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Het is een ieder verboden om in de uitoefening van beroep of bedrijf een elektronische sigaret of een navulverpakking aan te prijzen via enig op het publiek gericht reclamemedium anders dan met gebruikmaking van de waarschuwing, genoemd in artikel 8, eerste lid.

  • 2 Het is een ieder verboden om in de uitoefening van beroep of bedrijf een elektronische sigaret of een navulverpakking aan te prijzen via enig op het publiek gericht reclamemedium en terwijl daarbij de indruk wordt gewekt dat:

    • a. het product zonder schadelijke gevolgen gebruikt kan worden; of

    • b. het product kan helpen bij het stoppen met roken van tabaksproducten.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

[Red: Wijzigt het Warenwetbesluit bestuurlijke boeten.]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

  • 1 Een elektronische sigaret en een navulverpakking waarvan de buitenverpakking of de verpakkingseenheid niet voldoet aan de artikelen 6 en 7 mag tot zes maanden na inwerkingtreding van dit besluit in de handel worden gebracht.

  • 2 Een elektronische sigaret en een navulverpakking waarvan de buitenverpakking of de verpakkingseenheid niet voldoet aan artikel 8 mag tot drie maanden na inwerkingtreding van dit besluit in de handel worden gebracht.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de derde kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 20-05-2016]

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk warenwetbesluit elektronische sigaret.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 24 november 2014

Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M.J. van Rijn

Uitgegeven de achtentwintigste november 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten