Besluit uitvoering publicatieverplichtingen richtlijnen kapitaalvereisten en prudentieel toezicht beleggingsondernemingen

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 26-11-2021 t/m heden

Besluit van 11 september 2014, houdende regels ter uitvoering van de artikelen 89 en 90 van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) (Besluit uitvoering publicatieverplichtingen richtlijn kapitaalvereisten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 26 juni 2014, FM/2014/1019 M, directie Financiële Markten, gedaan mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 3:74a, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht en de artikelen 391, vijfde lid, en 417 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 juli 2014, nr. W06.14.0209/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 5 september 2014, FM/2014/1241 U, directie Financiële Markten, uitgebracht mede namens Onze Minister van Veiligheid en Justitie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1. (definities)

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • bank: een bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

  • beleggingsonderneming in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen: een beleggingsonderneming met zetel in Nederland waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de wet is verleend, niet zijnde een beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten en niet zijnde een kleine en niet-verweven beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen;

  • beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten: een beleggingsonderneming met zetel in Nederland waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:96 van de wet is verleend en die op grond van artikel 1, tweede lid, onderdeel a of b, of vijfde lid, van de verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen de vereisten van de verordening kapitaalvereisten toepast, of ten aanzien waarvan de Nederlandsche Bank een besluit als bedoeld in artikel 3:4a, eerste lid, van de wet heeft genomen;

  • bijkantoor: een bijkantoor als bedoeld in artikel 4, eerste lid, punt 17, van de verordening kapitaalvereisten;

  • richtlijn kapitaalvereisten: richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2103 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176);

  • richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen: richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (PbEU 2019, L 314);

  • verordening kapitaalvereisten: verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176);

  • verordening prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen: verordening (EU) 2019/2033 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende prudentiële vereisten voor beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1093/2010, (EU) nr. 575/2013, (EU) nr. 600/2014 en (EU) nr. 806/2014 (PbEU 2019, L 314);

  • wet: Wet op het financieel toezicht.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op banken met zetel in Nederland, op beleggingsondernemingen onder de verordening kapitaalvereisten en op beleggingsondernemingen in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen.

Artikel 3. (country by country reporting)

  • 1 Een bank of beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten doet op geconsolideerde basis mededeling over de volgende informatie, voor elke staat waarin zij of haar dochterondernemingen een vestiging hebben:

    • a. de naam, aard van de activiteiten en geografische locatie;

    • b. de omzet;

    • c. het gemiddelde aantal werknemers, uitgedrukt in voltijdequivalenten;

    • d. de winst of het verlies voor belasting;

    • e. de belasting over winst of verlies; en

    • f. de ontvangen overheidssubsidies.

  • 3 De in het eerste lid bedoelde informatie wordt, indien mogelijk, gelijktijdig met de jaarrekening van de onderneming of de geconsolideerde jaarrekening van de onderneming openbaar gemaakt. Indien de informatie niet in de jaarrekening wordt opgenomen, maakt de onderneming bekend waar en wanneer de informatie kan worden gevonden.

  • 4 Dit artikel is van toepassing op de boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2014.

  • 5 Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op beleggingsondernemingen in de zin van de richtlijn prudentieel toezicht beleggingsondernemingen, met dien verstande dat voor de toepassing van het eerste lid voor «dochterondernemingen» wordt gelezen «dochterondernemingen die een financiële instelling zijn als bedoeld in artikel 1:1 van de wet».

Artikel 4. (direct ingaande verplichtingen)

  • 1 Een bank of beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten maakt, in aanvulling op artikel 3, eerste lid, de in de onderdelen a, b en c van dat lid bedoelde informatie over het laatst afgesloten boekjaar binnen vier weken na de inwerkingtreding van dit besluit openbaar.

  • 2 Een bank of beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten die door de Financial Stability Board is aangemerkt als mondiaal systeemrelevant, overlegt binnen vier weken na de inwerkingtreding van dit besluit de informatie, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen d, e en f, over het laatst afgesloten boekjaar op vertrouwelijke basis aan de Europese Commissie en aan de Nederlandsche Bank.

Artikel 5. (bekendmaking rendement op activa)

  • 1 Een bank of beleggingsonderneming onder de verordening kapitaalvereisten maakt in haar bestuursverslag als een van de belangrijkste indicatoren haar rendement op activa bekend, berekend als de nettowinst gedeeld door het balanstotaal.

  • 2 Dit artikel is van toepassing op de bestuursverslagen die worden opgesteld over de boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2014.

Artikel 6. (inwerkingtreding)

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit uitvoering publicatieverplichtingen richtlijnen kapitaalvereisten en prudentieel toezicht beleggingsondernemingen.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar, 11 september 2014

Willem-Alexander

De Minister van Financiën,

J.R.V.A. Dijsselbloem

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Uitgegeven de vierentwintigste september 2014

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven