Aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (afkoop verplichtingen Rijk [...] kapitaallasten in relatie tot de curatieve jeugd-ggz)

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2020.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-11-2014 t/m heden

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 1 september 2014, met kenmerk 656766-125175-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake de afkoop verplichtingen Rijk die verband houden met de overgangsregeling kapitaallasten in relatie tot de curatieve jeugd-ggz

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 10 juni 2014 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2013/14, 25 424, nr. 247);

Besluit:

Artikel 1. eenmalige verrekening overgangsregeling kapitaallasten

De Nederlandse Zorgautoriteit stelt in 2014 overeenkomstig de overgangsregeling als bedoeld in de aanwijzing inzake technische vormgeving verrekening overgangsregeling kapitaallasten tweedelijns curatieve ggz, voor zover deze ziet op zorg verleend aan jeugdigen tot 18 jaar, één bedrag vast voor de jaren 2015 tot en met 2017, dat dient voor een eenmalige verrekening.

Artikel 2. berekeningsmethodiek

  • 1 Het bedrag voor de eenmalige verrekening wordt bepaald op basis van de som van het aandeel van het kapitaallastenbudget in een jaar (2015: 50%, 2016: 30%, 2017: 15%) en het aandeel van de omzet normatieve huisvestingscomponent in een jaar (2015: 50%, 2016: 70% en 2017: 85%) minus de omzet normatieve huisvestingscomponent in de betreffende jaren.

  • 2 De omzet normatieve huisvestingscomponent wordt bepaald op basis van de volumes uit een door de Nederlands Zorgautoriteit te bepalen peiljaar rekening houdend met de afspraken over ambulantisering van het Bestuurlijk Akkoord Toekomst GGZ 2013–2014. De Nederlandse Zorgautoriteit baseert het kapitaallastenbudget op hetzelfde peiljaar.

Artikel 3. beschikbaarheidbijdrage

Indien de berekening als bedoeld in artikel 2 leidt tot een positief bedrag voor de desbetreffende zorgaanbieder, kent de Nederlandse Zorgautoriteit een beschikbaarheidbijdrage toe. Indien de berekening als bedoeld in artikel 2 leidt tot een negatief bedrag voor de desbetreffende zorgaanbieder, stelt de Nederlandse Zorgautoriteit het bedrag op € 0 vast.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers

Naar boven