Beleidsregel voeren van verweer in procedures bij bestuursrechtelijk college waarin [...] overschrijding redelijke termijn door bestuursrechter

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-10-2014 t/m heden

Beleidsregel van de Minister van Veiligheid en Justitie van 8 juli 2014, nr. 436935 over het voeren van verweer in procedures bij een bestuursrechtelijk college waarin verzocht wordt om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn door de bestuursrechter

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 8:26, 8:42, 8:73 (oud), 8:108 en titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat degene die verzoekt om immateriële schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn door de bestuursrechter er belang bij heeft dat er zo snel mogelijk een beslissing volgt op dit verzoek;

Overwegende dat met toepassing van artikel 8:73 (oud) en titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend de Staat (Minister van Veiligheid en Justitie) tot een immateriële schadevergoeding kan worden veroordeeld wegens een aan de bestuursrechter te wijten overschrijding van de redelijke termijn;

Overwegende dat de jurisprudentie over immateriële schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn door de bestuursrechter vergaand is uitgekristalliseerd en gestandaardiseerd;

Besluit:

Artikel 1

  • 1 Indien gedurende het beroep of het hoger beroep bij een bestuursrechtelijk college een verzoek om vergoeding van immateriële schade wordt gedaan wegens overschrijding van de redelijke termijn door een bestuursrechter, met uitzondering van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, ziet de Minister van Veiligheid en Justitie af van het voeren van schriftelijk of mondeling verweer.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing indien:

    • a. gelet op de duur van de overschrijding van de redelijke termijn, of gelet op het aantal partijen, met een forfaitaire toekenning naar verwachting in totaal een immateriële schadevergoeding van meer dan € 5.000,– zal worden toegekend;

    • b. belangrijke nieuwe rechtsvragen ten aanzien van de toekenning van immateriële schadevergoeding aan de orde zijn;

  • 3 Deze beleidsregel ziet niet op zaken waarin door de Minister van Veiligheid en Justitie hoger beroep is ingesteld tegen een in eerste aanleg gegeven beslissing op een verzoek om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn door de bestuursrechter.

Deze beleidsregel wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven