Bijlage Wettelijk gebruiksvoorschrift Tracer 12567N
[Regeling vervallen per 29-10-2014]
Wettelijk Gebruiksvoorschrift
[Regeling vervallen per 29-10-2014]
Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als insecticide door middel van
een gewasbehandeling in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden
versie 2.0, Ctgb juni 2011) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden
Toepassingsgebied
|
Te bestrijden organisme
|
Dosering (middel) per toepassing
|
Maximale dosering (middel) per toepassing
|
Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus
|
Minimum interval tussen toepassingen in dagen
|
Veiligheidstermijn in dagen
|
Aardbei (onbedekt)
|
suzuki-fruitvlieg
|
150 ml/ha
|
150 ml/ha
|
3
|
7
|
1
|
|
|
|
|
|
|
|
Framboos
|
suzuki-fruitvlieg
|
0,02%
|
200 ml/ha
|
2
|
10
|
3
|
Braam
|
suzuki-fruitvlieg
|
0,02%
|
200 ml/ha
|
2
|
10
|
3
|
Bessen
|
suzuki-fruitvlieg
|
0,02%
|
200 ml/ha
|
2
|
7
|
3
|
Toepassingsvoorwaarden
[Regeling vervallen per 29-10-2014]
Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.
Om in het water levende organismen te beschermen is toepassing in onbedekte teelten
uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken die grenzen aan oppervlaktewater
in de eerste 14 meter vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van minimaal
90% driftreducerende spuittechniek, bijvoorbeeld 90% driftreducerende doppen in combinatie
met een kantdop.
Om niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen te beschermen is toepassing van
het middel in onbedekte teelten uitsluitend toegestaan wanneer in perceelsstroken
die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 meter van het gewas, gemeten
vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij, gebruik gemaakt
wordt van ten minste 50% driftreducerende spuitdoppen in combinatie met een kantdop.
Met betrekking tot de risico’s voor bijen gelden voor de bedekte teelten de volgende
restricties:
Gebruik is toegestaan op bloeiende planten in de kas mits er geen bijen of hommels
in de kas staan. Voorkom dat bijen en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen
door alle openingen met insectengaas af te sluiten.
Verwijder of bedek bijenkorven en hommelkasten tijdens het gebruik van het product
en gedurende één dag na de behandeling en vergewis u ervan dat de spuitvloeistof volledig
opgedroogd is in de kas.
Met betrekking tot de risico’s voor bijen gelden voor de onbedekte teelten de volgende
restricties:
Gevaarlijk voor bijen. Om de bijen en andere bestuivende insecten te beschermen mag
u dit product niet gebruiken op in bloei staande gewassen (onbedekte teelten). Gebruik
dit product niet op plaatsen waar bijen actief naar voedsel zoeken. Gebruik dit product
niet in de buurt van in bloei staand onkruid. Verwijder onkruid voordat het bloeit.
Gebruik is wel toegestaan op bloeiende planten in de kas mits er geen bijen of hommels
in de kas actief naar voedsel zoeken. Verwijder of bedek bijenkorven en hommelkasten
tijdens het gebruik van het product en gedurende één dag na de behandeling en vergewis
u ervan dat de spuitvloeistof volledig opgedroogd is in de kas. Voorkom dat bijen
en andere bestuivende insecten de kas binnenkomen door alle openingen met insectengaas
af te sluiten.
Om in de onbedekte teelten bijen direct buiten het te behandelen gewas te beschermen
mag het middel uitsluitend worden toegepast na zonsondergang.
Let op: Dit middel kan schadelijk zijn voor natuurlijke vijanden. Raadpleeg uw leverancier
van natuurlijke vijanden over het gebruik van dit middel in combinatie met het gebruik
van natuurlijke vijanden.