4. APBI
[Regeling vervallen per 01-07-2019]
Bij het kantoor Belastingdienst/Grote Ondernemingen (kantoor Rotterdam) is het APBI
gevestigd. Het APBI is – binnen het kader van wet, jurisprudentie en beleid – bevoegd
tot het maken afspraken vooraf over de fiscale aspecten van voorgenomen investeringen
door een potentiële buitenlandse investeerder. Deze afspraken kunnen betrekking hebben
op de vennootschapsbelasting, de loonbelasting, de dividendbelasting, de inkomstenbelasting
en de omzetbelasting. Voor de invoerrechten en accijnzen fungeert het aanspreekpunt
als contactpersoon.
Het APBI maakt geen onderdeel uit van het APA-/ATR-team. De afspraken van het APBI
kunnen echter wel APA- en ATR-aspecten omvatten zoals beschreven in de besluiten,
nr. DGB 2014/3098 en], nr. DGB 2014/3099. Ten aanzien van de APA- en ATR-aspecten van de door het APBI gemaakte afspraken
zijn de betreffende besluiten van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van
de in die besluiten opgenomen paragraaf over de organisatie. Ter waarborging van de
eenheid van beleid zal over de beoordeling van de APA- en ATR-aspecten door het APBI
afstemming plaatsvinden met het APA/ATR-team. De afspraken tussen het APBI en de buitenlandse
investeerder worden vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst.
Als een potentiële buitenlandse investeerder wordt aangemerkt de investeerder die
overweegt een eerste substantiële (fysieke) investering van meer dan EUR 4,5 miljoen
in Nederland te plegen, die werkgelegenheid oplevert in Nederland en die tevens aan
de volgende kenmerken voldoet:
-
– de centrale leiding van de investeerder bevindt zich buiten Nederland, of de centrale
leiding van het concern waarvan de investeerder deel uitmaakt bevindt zich buiten
Nederland; en
-
– de investeerder heeft nog geen activiteiten in Nederland ontplooid die meer omvatten
dan hulp- en ondersteunende werkzaamheden.
De hierboven genoemde eerste substantiële investering van meer dan EUR 4,5 miljoen
in Nederland kan zich overigens over meer dan één jaar uitstrekken. Het APBI kan deze
investeringseis soepel hanteren, hierbij rekening houdend met de omvang van de investering
en, meer in het algemeen, met het belang voor de Nederlandse economie, bijvoorbeeld
de omvang van de te creëren werkgelegenheid. De hierboven genoemde voorwaarde met
betrekking tot het werkgelegenheidsbelang is erop gericht dat de voorgenomen investering
duurzame arbeidsplaatsen in Nederland tot stand brengt.
Daarnaast is het APBI op verzoek van de lokale inspecteurs en in het verlengde van
de voorgaande taken, beschikbaar voor ondersteuning bij zowel nieuwe investeringen
van geringere omvang dan EUR 4,5 miljoen als bij relatief omvangrijke vervolginvesteringen
en potentiële desinvesteringen door bestaande belastingplichtigen.