Instellingsbesluit Onderzoekscommissie intern functioneren NZa

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 05-07-2014 t/m 29-09-2014

Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 24 april 2014, kenmerk MC-120360, houdende instelling van de Onderzoekscommissie intern functioneren NZa

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 2 van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies,

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de minister: de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. de commissie: de commissie, genoemd in artikel 2.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

Er is een Onderzoekscommissie intern functioneren NZa, hierna te noemen: de commissie.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

  • 1 De commissie heeft tot taak onderzoek te verrichten naar het interne functioneren van de Nederlandse Zorgautoriteit met betrekking tot:

    • a. de handelwijze van de Nederlandse Zorgautoriteit ten aanzien van de in de brief van de minister van 9 april 2014, 360903-119731-MC, bedoelde voormalige medewerker van de Nederlandse Zorgautoriteit en de daarmee verband houdende werksfeer binnen de Nederlandse Zorgautoriteit;

    • b. het borgen van de ICT-veiligheid en de vertrouwelijkheid van dossiers bij de Nederlandse Zorgautoriteit alsmede de beoordeling van de inmiddels door de Nederlandse Zorgautoriteit genomen maatregelen;

    • c. het aan de hand van de casus marktscan medisch specialistische zorg 2012 en het toekennen van extra financiële ruimte aan het Oogziekenhuis Rotterdam in 2011 en 2012, beoordelen van de systeemrelatie tussen de Nederlandse Zorgautoriteit en het Ministerie van VWS, tegen de achtergrond van het geldende (wettelijke) kader van de Wet marktordening gezondheidszorg, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en het Informatiestatuut VWS-NZa. Dit in aanvulling op de reeds lopende evaluatie van de NZa op basis van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.

  • 2 De commissie publiceert haar onderzoeksrapport op uiterlijk 31 augustus 2014. Uiterlijk vier weken na publicatie wordt de commissie ontbonden.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

  • 1 De commissie bestaat uit de volgende leden:

    • a. drs. H. Borstlap, te Den Haag, tevens voorzitter;

    • b. drs. L.J.E. Smits, te Den Haag;

    • c. mr. P.F.M. van der Meer Mohr, te Den Haag.

  • 2 De leden van de commissie worden geschorst en ontslagen door de minister. Bij tussentijds vertrek van de voorzitter of een ander lid kan de minister een andere voorzitter, onderscheidenlijk een ander lid, benoemen. De minister kan ten hoogste twee andere leden benoemen indien de werkzaamheden daartoe nopen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

De commissie wordt bijgestaan door een secretariaat. De commissie kan zich voorts laten ondersteunen door personen en instanties die zij nodig acht voor de uitvoering van haar taak.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

Aan de voorzitter van de commissie wordt voor de duur van zijn werkzaamheden als voorzitter van de commissie een vaste vergoeding per maand toegekend waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op het maximum van schaal 18 van Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,3 fte.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

  • 1 De leden van de commissie kunnen zich rechtstreeks wenden tot alle instanties en personen die aan het uitvoeren van haar taak kunnen bijdragen.

  • 2 De leden van de commissie krijgen toegang tot alle informatie van het ministerie die zij nodig hebben om hun opdracht te kunnen vervullen.

  • 3 De commissie en het secretariaat gaan vertrouwelijk om met de informatie die zij in het kader van het onderzoek ontvangen. Indien medewerkers van de Nederlandse Zorgautoriteit worden gehoord, dragen de commissie en het secretariaat er zorg voor dat dit in volledige vertrouwelijkheid gebeurt. De commissie maakt uitsluitend het in artikel 3, tweede lid, bedoelde onderzoeksrapport openbaar.

  • 4 De commissie stelt een protocol vast over de wijze waarop zij het onderzoek uitvoert, waaronder in ieder geval over de wijze waarop zij personen hoort en daarvan verslag doet.

  • 5 De commissie verstrekt aan de minister desgevraagd de door de minister gewenste inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

  • 1 De archiefbescheiden van de onderzoekscommissie, voor zover niet zijnde door de Nederlandse Zorgautoriteit aan de commissie verstrekte documenten, worden na afloop van het onderzoek overgebracht naar het archief van het Ministerie van VWS.

  • 2 Het beheer van de archiefbescheiden vindt plaats met inachtneming van de door de onderzoekscommissie in haar protocol aangegeven vertrouwelijkheid.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 9 april 2014.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 24-10-2014 met terugwerkende kracht tot en met 30-09-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Onderzoekscommissie intern functioneren NZa.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven