Vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden 2014

[Regeling vervallen per 01-09-2014.]
Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 20-02-2014 t/m 31-08-2014

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 18 februari 2014, nr. WJZ / 13180806, tot tijdelijke vrijstelling van artikel 5, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen (Vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden 2014)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 64 Wet bodembescherming;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-09-2014]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-09-2014]

Vrijstelling van het verbod, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het Besluit gebruik meststoffen, wordt verleend, voor zover het gaat om de aanwending van runderdrijfmest, waarbij de runderdrijfmest:

  • a. geproduceerd is op het eigen bedrijf;

  • b. op grasland van het eigen bedrijf wordt aangewend;

  • c. niet wordt aangewend op een afstand van ten minste twee meter vanaf de insteek van een watergang.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-09-2014]

Aan de in artikel 2 bedoelde vrijstelling zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  • a. In het jaar 2013:

    • 1°. bestond minimaal 85 procent van de tot het bedrijf behorende oppervlakte landbouwgrond uit grasland;

    • 2°. bedroeg de kunstmestgift op het bedrijf minder dan 100 kilogram stikstof per hectare grasland;

    • 3°. was het stikstofoverschot op het bedrijf maximaal 125 kilogram stikstof per hectare;

    • 4°. was de melkproductie van het bedrijf niet hoger dan 14.000 kilogram per hectare, indien de op het bedrijf geproduceerde mest niet volledig kon worden geplaatst op het eigen bedrijf;

    • 5°. was het gemiddelde gewogen ureumgetal van de op het bedrijf tussen 1 januari en 1 mei en tussen 1 november en 1 januari geproduceerde melk lager dan 21 milligram per 100 gram melk;

    • 6°. werd het melkvee op het bedrijf minimaal 150 dagen per kalenderjaar minimaal 6 uur per dag geweid.

  • b. Uiterlijk 7 dagen voordat van de vrijstelling gebruik gemaakt wordt, meldt de landbouwer het bedrijf voor de toepassing van artikel 2 aan bij RVO.nl waarmee de landbouwer verklaart te voldoen aan de onder a genoemde voorwaarden.

  • c. De landbouwer bewaart de stukken waarmee aannemelijk kan worden gemaakt dat aan de onder a genoemde voorwaarden is voldaan, en een afschrift van de melding, als onderdeel van de administratie, bedoeld in artikel 32 van het besluit.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-09-2014]

Deze regeling wordt aangehaald als: Vrijstellingsregeling bovengronds aanwenden 2014.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-09-2014]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 september 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 18 februari 2014

De

Staatssecretaris

van Economische Zaken,

S.A.M. Dijksma

Naar boven