Instellingsbesluit kwaliteitscommissie Bibob

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 01-01-2014 t/m heden

Besluit van de Minister van Veiligheid en Justitie van 10 december 2013, nr. 462409, houdende instelling van de kwaliteitscommissie Bibob (Instellingsbesluit kwaliteitscommissie Bibob)

De Minister van Veiligheid en Justitie,

Overwegende dat het wenselijk is een externe kwaliteitscommissie Bibob in te stellen om de kwaliteit van de adviezen van het Bureau Bibob, alsmede de zorgvuldigheid waarmee deze tot stand komen, periodiek te toetsen;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 3. Samenstelling

  • 1 De kwaliteitscommissie bestaat uit personen met uiteenlopende deskundigheid en ervaring, bij voorkeur op het terrein van het openbaar bestuur, het bestuursrecht, de politie en het openbaar ministerie.

  • 2 De kwaliteitscommissie kent een voorzitter en maximaal vier overige leden.

  • 3 De kwaliteitscommissie ontvangt ondersteuning van een ambtelijk secretaris. De ambtelijk secretaris is geen lid van de kwaliteitscommissie en legt voor de uitvoering van zijn taak verantwoording af aan de voorzitter.

  • 4 Voor aanstelling als voorzitter of als overig lid komen niet in aanmerking:

    • a. ambtenaren of andere personen, indien hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid hetzij door hun positie, hetzij door de aard van hun werkzaamheden in het geding zou kunnen komen;

    • b. personen tegen wie, in verband met het vertrouwelijk karakter van de functie alsmede de aan de functie verbonden bevoegdheden, bezwaren bestaan.

  • 5 De leden van de kwaliteitscommissie worden door Onze Minister benoemd. Deze aanstelling geldt voor een periode van vier jaren, welke periode eenmaal door herbenoeming kan worden verlengd.

  • 6 Aanstelling als lid van de kwaliteitscommissie vindt pas plaats nadat de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) op basis van een ingesteld veiligheidsonderzoek (middels een zogeheten B-screening) een ‘Verklaring van geen bezwaar’ heeft afgegeven.

Artikel 4. Ontslag

  • 1 De voorzitter en overige leden van de kwaliteitscommissie kunnen op eigen verzoek door Onze Minister tussentijds worden ontslagen.

  • 2 De leden van de kwaliteitscommissie kunnen tevens ontslagen worden door Onze Minister, wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden, na overleg met de voorzitter.

  • 3 De voorzitter kan tevens ontslagen worden door Onze Minister wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 5. Taken en verantwoordelijkheden

  • 1 De kwaliteitscommissie draagt zorg voor een onafhankelijke, systematische en deskundige toetsing van de kwaliteit van adviezen van het Bureau, met het oog op de doorlopende verbetering van de kwaliteit van die adviezen.

  • 2 Ten behoeve van een systematische, doelmatige en zorgvuldige uitvoering van haar opdracht stelt de kwaliteitscommissie, met inachtneming van dit instellingsbesluit, een protocol en een format voor het toetsen van de kwaliteit van de adviezen vast, alsmede een format voor de rapportage van haar bevindingen. De kwaliteitscommissie zendt het protocol, de formats en de wijzigingen daarvan ter kennisgeving naar de directeur.

  • 3 De kwaliteitscommissie onderzoekt per jaar tenminste tien adviezen. De kwaliteitscommissie betrekt in haar adviezen in ieder geval de wijze van selecteren van gegevens, de onderbouwing van conclusies en aanbevelingen en de samenhang van de onderdelen van de adviezen. De kwaliteitscommissie let er in het bijzonder op of de conclusies en aanbevelingen in voldoende mate steunen op onderliggende informatie.

  • 4 De kwaliteitscommissie rapporteert rechtstreeks aan Onze Minister. Indien de adviezen hiertoe aanleiding geven, doet de kwaliteitscommissie aanbevelingen aan de directeur. Daarnaast brengt de kwaliteitscommissie een jaarverslag uit. De rapportages en het jaarverslag bevatten geen informatie die herleidbaar is tot personen of instanties.

Artikel 6. Werkwijze

De kwaliteitscommissie bepaalt met in achtneming van de overige bepalingen van dit besluit, onafhankelijk van het Bureau haar werkwijze, haar keuze voor de te onderzoeken adviezen en de prioriteit van haar werkzaamheden.

Artikel 7. Bevoegdheden en verplichtingen

  • 1 De leden van de kwaliteitscommissie hebben, conform artikel 20, derde lid, onderdeel e, van de Wet Bibob, toegang tot alle gegevens die door het Bureau zijn gebruikt voor de adviezen die door de kwaliteitscommissie worden beoordeeld. Daarnaast kan de kwaliteitscommissie informatie inwinnen bij de directeur of de teammanager Bibob.

  • 3 De leden van de kwaliteitscommissie onthouden zich van de beoordeling van adviezen waarin zaken, personen of aangelegenheden voorkomen bij welke zij uit andere hoofde betrokken zijn of kunnen worden.

  • 4 De leden van de kwaliteitscommissie maken hun functies en nevenfuncties openbaar, middels vermelding op de website van de Dienst Justis.

  • 5 De leden van de kwaliteitscommissie, verkerende in een omstandigheid welke een goede taakvervulling van de kwaliteitscommissie kan schaden, doen daarvan onverwijld mededeling aan de voorzitter.

Artikel 8. Vergoeding

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven