Subsidieregeling ProDemos

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 02-12-2016 t/m 28-10-2021

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 10 juni 2013, nr. 2013-0000329553, houdende regels voor de subsidiëring van het Huis voor democratie en rechtsstaat (Subsidieregeling ProDemos)

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • b. stichting: Stichting Huis voor democratie en rechtsstaat.

Artikel 2

  • 1 De minister verstrekt aan de stichting een subsidie met het oog op:

    • het overdragen van kennis over de democratische rechtsstaat, de werking van de instituties daarvan, de Grondwet en het constitutioneel bestel in ruime zin;

    • het vergroten van vaardigheden om deel te nemen aan democratische processen, en

    • het bevorderen van actief democratisch burgerschap, ten behoeve van:

      • a. het aanbieden van samenhangende programma’s en educatieve activiteiten, exposities en excursies in en vanuit een door de minister aan te wijzen gebouw in ’s-Gravenhage;

      • b. het ontvangen en rondleiden van bezoekers van het Binnenhofcomplex;

      • c. het aanbieden van samenhangende programma’s en educatieve activiteiten, exposities en excursies vanuit diverse locaties in Nederland;

      • d. het ontwikkelen en aanbieden van informatie en ander materiaal voor gebruik in en buiten het onderwijs;

      • e. het ontwikkelen en aanbieden van interactieve toepassingen via internet en andere media;

      • f. het aangaan van samenwerking met andere organisaties.

  • 2 De subsidie wordt per boekjaar verstrekt. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 3

De subsidie, bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt ten hoogste het bedrag dat uit de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijkt.

§ 2. De subsidieverlening

Artikel 4

  • 1 De stichting dient de aanvraag tot subsidieverlening uiterlijk in op 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 2 De aanvraag, bedoeld in het eerste lid, wordt, voor zover de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd betrekking hebben op het ontvangen en rondleiden van bezoekers van het Binnenhofcomplex, ingediend in overeenstemming met de voorzitters van beide Kamers der Staten-Generaal of hun vertegenwoordigers.

§ 3. Voorschotverlening

Artikel 5

  • 1 De minister verstrekt voorschotten per boekjaar.

  • 2 Het totaal van de voorschotten voor een boekjaar is gelijk aan de voor dat jaar verleende subsidie.

  • 3 De voorschotten worden als volgt verstrekt:

    • a. 50 procent van de voor een boekjaar verleende subsidie in januari van dat boekjaar;

    • b. 50 procent van de voor een boekjaar verleende subsidie in juni van dat boekjaar.

  • 4 De minister kan een voorschot een maand later verstrekken, nadat de stichting hiervan in kennis is gesteld.

§ 4. De verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 6

  • 2 De jaarlijkse toevoeging aan de egalisatiereserve bedraagt ten hoogste 10 procent van de over het boekjaar verleende subsidie. De egalisatiereserve bedraagt ten hoogste 20 procent van de over het boekjaar verleende subsidie.

  • 3 De egalisatiereserve wordt uitsluitend aangewend voor kosten die direct samenhangen met de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

Artikel 7

  • 1 De stichting hanteert voor de bezoekers van het gebouw, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, en voor het ontvangen en rondleiden van bezoekers van het Binnenhofcomplex tarieven die door de minister zijn goedgekeurd.

  • 2 De stichting hanteert voor het gebouw, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, en voor het Binnenhofcomplex tijdstippen van openstelling voor bezoek die door de minister zijn goedgekeurd.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 10 juni 2013

De

minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Naar boven