Instellingsbesluit herinneringsmedaille (inhuldiging Willem-Alexander)

Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 27-04-2013 t/m heden

Besluit van 24 april 2013, houdende de instelling van een herinneringsmedaille ter gelegenheid van de inhuldiging van Onze zoon Willem-Alexander

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 19 april 2013, BZK-2013-0000182885, Directoraat-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, Directie Arbeidszaken Publieke Sector, Afdeling Politieke Ambtsdragers/Kabinet, gedaan in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

Ter gelegenheid van de inhuldiging van Onze zoon Willem-Alexander, Prins van Oranje, wordt een herinneringsmedaille ingesteld, die de naam zal dragen van «Inhuldigingsmedaille 2013» en die op voordracht van Onze Minister die het aangaat bij koninklijk besluit wordt toegekend.

Artikel 2

  • 1 De herinneringsmedaille, bedoeld in artikel 1, is met zilver vervaardigd en cirkelrond met een middellijn van 30 millimeter. Zij vertoont aan de voorzijde de naar links gewende beeldenaar van Onze zoon Willem-Alexander en aan de keerzijde een gekroond monogram houdende de letters «W» en «A», de tekst «30 april 2013», alsmede als omschrift de woorden «Willem-Alexander Koning der Nederlanden».

  • 2 De herinneringsmedaille wordt op de linkerborst gedragen aan een 27 millimeter breed oranje moiré lint, met in het midden vier verticale Nassaublauwe banen, elk van 2 millimeter breed en 2 millimeter uiteen.

Artikel 3

  • 1 Het is aan hen, die met de herinneringsmedaille, bedoeld in artikel 1, begiftigd zijn, vergund, deze in verkleinde vorm aan het lint, dan wel alleen het lint te dragen.

  • 2 Het is tevens aan vrouwen, die met de herinneringsmedaille begiftigd zijn, vergund, deze aan een strik van het in artikel 2, tweede lid, omschreven lint op de linkerschouder te dragen.

Artikel 4

Aan de begiftigde wordt een oorkonde uitgereikt, waaruit de toekenning van de herinneringsmedaille, bedoeld in artikel 1, blijkt.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan een afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

’s-Gravenhage, 24 april 2013

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

R.H.A. Plasterk

Uitgegeven de zesentwintigste april 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten

Naar boven