Beleidsregel Procedure geschillen Energie

[Regeling vervallen per 24-11-2011.]
Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 02-09-2004 t/m 30-06-2005

Beleidsregel Procedure geschillen Energie

Eerste afdeling – Algemeen

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 1. – Definities

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Tweede afdeling – Aanvraag

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 2. – Aanvraag

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Het aanhangig maken van een geschilprocedure geschiedt door het indienen van een aanvraag.

  • 2 De aanvraag bevat een volledig ingevuld formulier ‘Aanvraag geschilbeslechting Energie’ (Bijlage I);

  • 3 De aanvrager verschaft:

    • a) afschriften van correspondentie;

    • b) afschriften van (concept-)overeenkomsten;

    • c) technische en financiële gegevens; en overige gegevens die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn en waarover hij beschikt, dan wel redelijkerwijs de beschikking kan krijgen.

Artikel 3. – Ontvangstbevestiging en herstel verzuimen

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur zendt binnen drie werkdagen na ontvangst van de aanvraag een ontvangstbevestiging, onder vermelding van de dag van ontvangst.

  • 2 Indien de aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag of de aanvraag niet alle gegevens bevat zoals in artikel 2 genoemd, stelt de directeur de aanvrager in de gelegenheid de aanvraag binnen één week aan te vullen. De directeur kan deze termijn verlengen.

Derde afdeling – Preliminaire beoordeling

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 4. – Reikwijdte geschilbeslechting

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Indien de directeur van oordeel is dat een ingediende aanvraag geen betrekking heeft op een geschil, stelt hij de aanvrager hiervan schriftelijk in kennis.

  • 2 De aanvrager krijgt de gelegenheid binnen één week hierop schriftelijk te reageren.

  • 3 De directeur beslist binnen één week na de reactie van de aanvrager, zoals bedoeld in het tweede lid, of hij de aanvraag in behandeling neemt. De directeur stelt de aanvrager van zijn beslissing in kennis.

  • 4 Indien de aanvrager niet tijdig gebruik heeft gemaakt van de gelegenheid zoals bedoeld in het tweede lid, neemt de directeur de aanvraag niet in behandeling.

Artikel 5. – In behandeling nemen

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Indien de directeur de aanvraag in behandeling neemt, stelt hij partijen hiervan schriftelijk op de hoogte, onder vermelding van de wijze waarop hij de aanvraag zal behandelen.

  • 2 De directeur zendt een afschrift van de aanvraag en van daarbij ingediende gegevens en bescheiden aan de netbeheerder wanneer hij de aanvraag in behandeling neemt.

  • 3 De directeur kan ook tot doorzending van de aanvraag overgaan voordat hij de aanvraag in behandeling neemt.

Vierde afdeling – Procedure

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 6. – Procedures

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

De directeur kan een aanvraag behandelen volgens de reguliere procedure, volgens de spoedprocedure of volgens de vereenvoudigde procedure.

Artikel 7. – Voegen – Splitsen

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur kan verschillende aanvragen die betrekking hebben op één of meerdere netbeheerders, gevoegd behandelen.

  • 2 De directeur kan een aanvraag splitsen.

I. De reguliere procedure

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 8. – Reactie netbeheerder

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur stelt de netbeheerder in de gelegenheid op de aanvraag en de daarbij ingediende gegevens en bescheiden te reageren.

  • 2 Voor het indienen van de reactie stelt de directeur een termijn van twee weken na dagtekening van een daartoe strekkend verzoek van de directeur.

  • 3 De reactie bevat een volledig ingevuld formulier ‘Reactie netbeheerder op aanvraag geschilbeslechting Energie’ (Bijlage II).

  • 4 De netbeheerder verstrekt in of bij de reactie, voor zover niet reeds door aanvrager verstrekt, de benodigde gegevens en bescheiden voor een beslissing op de aanvraag, zoals:

    • a) afschriften van correspondentie;

    • b) afschriften van (concept-)overeenkomsten;

    • c) technische en financiële gegevens.

Artikel 9. – Mondelinge zienswijze

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur stelt partijen in de gelegenheid hun standpunten mondeling nader toe te lichten.

  • 2 De directeur kan voorafgaand aan het horen, partijen vragen doen toekomen die hij voornemens is ter zitting aan partijen te stellen.

Artikel 10. – Het horen

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De uitnodiging voor het horen van de mondelinge zienswijze ontvangen partijen uiterlijk twee weken voor de datum van het horen.

  • 2 Partijen dienen overige gegevens en bescheiden in beginsel uiterlijk tien werkdagen voor het horen in. Partijen zenden elkaar tevens gelijktijdig en rechtstreeks een afschrift van die bescheiden of een voor de wederpartij bestemde versie daarvan.

  • 3 Partijen delen uiterlijk één week voor de zitting mee of zij gebruik willen maken van de gelegenheid tot het indienen van de mondelinge zienswijze en welke personen namens hen ter zitting aanwezig zullen zijn, onder vermelding van de functie van die personen

  • 4 Partijen worden gehoord door een hoorcommissie, die bestaat uit personen die door de directeur zijn aangewezen om partijen namens hem te horen.

  • 5 De directeur kan, indien daarom met gegronde reden wordt verzocht en indien dat wenselijk is gelet op de betrokken belangen, partijen horen buiten elkanders aanwezigheid.

Artikel 11. – Verslaglegging

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Van het horen wordt een verslag gemaakt.

  • 2 De directeur stelt het verslag van het horen, behoudens voor zover de vertrouwelijkheid van de informatie zich hiertegen verzet, ter beschikking aan partijen.

Artikel 12. – Informatievergaring door de directeur

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur kan derden als deskundigen betrekken bij een geschilprocedure. De directeur stelt partijen daarvan in kennis.

  • 2 Voor zover de directeur de door derden verstrekte inlichtingen of de door derden overgelegde gegevens en bescheiden gebruikt voor de beslissing op de aanvraag, ontvangen partijen daarvan een afschrift, behoudens voor zover de Wet openbaarheid van bestuur zich daartegen verzet.

Artikel 13. – Voortzetting of einde onderzoek

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Tijdens de hoorzitting kan de directeur, vooruitlopend op de beslissing op de aanvraag, een voorstel doen.

  • 2 Wanneer de directeur gebruik maakt van deze mogelijkheid dienen alle betrokken partijen binnen een week na de hoorzitting de directeur te berichten of de partijen ingaan op het voorstel ofwel anderszins tot een vergelijk zijn gekomen, dan wel of een beslissing op de aanvraag nog gewenst is.

  • 3 Na de hoorzitting deelt de directeur partijen zo spoedig mogelijk mee welke gegevens, bescheiden of inlichtingen partijen alsnog dienen te verstrekken binnen een door hem te bepalen termijn dan wel dat de directeur het onderzoek anderszins voortzet dan wel dat hij het onderzoek beëindigt.

II. De spoedprocedure

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 14. – Spoed

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Indien onverwijlde spoed gelet op de betrokken belangen dit vereist, kan de directeur besluiten de reguliere procedure versneld te volgen.

  • 2 De directeur besluit ambtshalve of op uitdrukkelijk en gemotiveerd verzoek van een van de betrokken partijen of een versnelde procedure wordt gevolgd.

  • 3 Een versnelde procedure houdt in dat de bepalingen van de reguliere procedure van toepassing zijn, met dien verstande dat de directeur kortere termijnen kan stellen.

III. De vereenvoudigde procedure

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 15. – Beoordeling

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur kan, indien hij van oordeel is dat de zaak weinig onderzoek vergt, bepalen dat hij een vereenvoudigde procedure volgt. De directeur stelt in beginsel aan de hand van de aanvraag vast of de zaak weinig onderzoek vergt, bijvoorbeeld omdat deze kennelijk moet worden afgewezen, kennelijk moet worden toegewezen, dan wel omdat hij kennelijk niet bevoegd is op de aanvraag te beslissen.

  • 2 Indien de directeur bij nadere overweging van oordeel is dat de zaak zich niet leent voor een vereenvoudigde procedure, bepaalt hij dat de zaak alsnog volgens de reguliere procedure wordt behandeld.

Artikel 16. Onderzoek vereenvoudigde procedure

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Ingeval de aanvraag naar het oordeel van de directeur kennelijk moet worden toegewezen of afgewezen, stelt hij de aanvrager en de netbeheerder in de gelegenheid om hun zienswijze schriftelijk naar voren te brengen.

  • 2 Ingeval de directeur zich kennelijk niet bevoegd acht om op een aanvraag te beslissen, stelt hij de aanvrager in de gelegenheid zijn zienswijze schriftelijk naar voren te brengen.

  • 3 In de overige gevallen waarin de directeur de vereenvoudigde procedure volgt, bepaalt hij dat alleen de aanvrager, dan wel zowel aanvrager als de netbeheerder in de gelegenheid worden gesteld om een schriftelijke zienswijze naar voren te brengen.

  • 4 Voor het indienen van de schriftelijke zienswijze stelt de directeur een termijn van twee weken na dagtekening van een daartoe strekkend verzoek van de directeur.

IV. Voorlopige maatregel

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 17. – Voorlopige maatregel

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur kan al dan niet op verzoek van een van de partijen een voorlopige maatregel nemen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dit vereist.

  • 2 De directeur deelt zijn voornemen een voorlopige maatregel te nemen schriftelijk en gemotiveerd mee aan partijen.

  • 3 De directeur stelt de partijen in de gelegenheid om schriftelijk of mondeling hun zienswijze kenbaar te maken.

Artikel 18. – Besluit voorlopige maatregel

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur beslist zo spoedig mogelijk bij beschikking omtrent het nemen van een voorlopige maatregel.

  • 2 De voorlopige maatregel vervalt in beginsel op het moment dat het besluit is genomen op het verzoek om geschilbeslechting, tenzij de directeur anders heeft bepaald.

  • 3 De voorlopige maatregel vervalt in ieder geval indien de aanvraag wordt ingetrokken en indien niet binnen 6 maanden nadat de beschikking is gegeven een besluit is genomen op het verzoek om geschilbeslechting in het kader waarvan om een voorlopige maatregel is verzocht.

Vijfde afdeling – Uitwisseling van informatie

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 19. – Schriftelijke uitwisseling

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 De directeur en partijen doen hun mededelingen schriftelijk of bevestigen hun mededelingen schriftelijk. Telefonische of mondelinge afspraken worden door de directeur schriftelijk bevestigd.

  • 2 In correspondentie richten partijen zich tot de directeur, t.a.v. de coördinator geschillenbeslechting.

  • 3 Correspondentie tussen de directeur en een partij als ook door een partij ingediende gegevens of bescheiden, zendt de directeur door aan de wederpartij, tenzij het bepaalde bij artikel 22 zich tegen zodanige doorzending verzet.

Artikel 20. – Indiening

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Partijen dienen gegevens of bescheiden in bij de directeur, t.a.v. de coördinator geschillenbeslechting.

    Dit is mogelijk per:

    - post via postbus 90420, 2509 LK Den Haag, of

    - fax (070-3303370).

Artikel 21. Vertrouwelijkheid

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 1 Voor zover van toepassing, geeft een partij of een derde die gegevens of bescheiden indient concreet en per document aan welke onderdelen zij als vertrouwelijk beschouwen. De partij of derde dient gemotiveerd de reden voor (of het belang bij) vertrouwelijke behandeling aan te geven.

  • 2 In een dergelijk geval dient deze partij of derde de volgende versies in:

    • - een voor de directeur bestemde versie, getiteld ‘Versie DTe’, waarin de onderdelen die hij als vertrouwelijk aanmerkt, zijn opgenomen en

    • - een voor de partijen bestemde versie, getiteld ‘Versie (naam partij)’, waarin de onderdelen die hij als vertrouwelijk aanmerkt onleesbaar zijn gemaakt of op zichtbare wijze zijn weggelaten. Indien deze versie niet tevens geschikt is voor openbaarmaking, dient dit te worden vermeld.

Artikel 22. – Beoordeling vertrouwelijkheid

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

  • 2 Informatie die bij de verstrekking als vertrouwelijk is aangemerkt en die de directeur ook op basis van een van de gronden van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur vertrouwelijk acht, wordt niet aan de andere partij of derden verstrekt.

  • 3 Indien de directeur van oordeel is dat bepaalde informatie ten onrechte als vertrouwelijk is aangemerkt, deelt hij de partij die de vertrouwelijkheid heeft ingeroepen dat mede. De directeur gaat niet eerder tot verstrekking van de informatie aan de wederpartij over dan een week na verzending van voornoemde mededeling of zoveel eerder als de partij die de vertrouwelijkheid heeft ingeroepen met de verstrekking instemt.

Zesde afdeling – Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Artikel 23. – Beleidsregel

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Deze regeling is een beleidsregel in de zin van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 24. – Citeertitel

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregel Procedure geschillen Energie.

Artikel 25. – Inwerkingtreding en intrekking

[Regeling vervallen per 24-11-2011]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Op de datum van inwerkingtreding van deze regeling worden de ‘Beleidsregels van de directeur-generaal van de NMa en de directeur DTe met betrekking tot samenwerking bij de behandeling van verzoeken om geschillenbeslechting op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet’ ingetrokken.

Den Haag, 30 augustus 2004.

G.J.L. Zijl,

directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie.

Naar boven