De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, besluit, na verkregen machtiging
van 17 januari 2013 met kenmerk 11.049 van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
en gelet op artikel 7 van het Archiefbesluit 1995, over te gaan tot vervreemding van de navolgende archiefbescheiden aan de Stichting
Kwaliteitsregister Paramedici (SKP):
papieren dossiers met de door het CIBG ingevoerde gegevens van beroepsbeoefenaren
ex artikel 34 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in het register van de SKP, over de periode 2000–2012, met een omvang van
ca. 29 meter.
De belangen, genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Archiefbesluit 1995, worden op onderstaande wijze gewaarborgd:
-
• Met de taak van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wordt op de volgende
wijze rekening gehouden: in juni 1999 hebben de Staat der Nederlanden en de SKP een
overeenkomst gesloten voor de invoer van gegevens van beroepsbeoefenaren ex artikel 34 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) in het register van de SKP. Die invoer is in juni 2000 van start gegaan
bij het BIG-register, een onderdeel van het CIBG (het CIBG is een uitvoeringsorganisatie
van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)).
Sinds mei 2012 voert de SKP de invoer zelf uit. De SKP is in 1997 opgericht door het
bestuur van het Paramedisch Verband, een samenwerkingsverband van een groot aantal
paramedische beroepsgroepen. Beroepsgroepen ex artikel 34 Wet BIG zijn bijv.: diëtist, ergotherapeut, huidtherapeut, logopedist, MBB’er (o.a. radiodiagnostisch
laborant en radiotherapeutisch laborant), mondhygiënist, oefentherapeut Cesar, oefentherapeut
Mensendieck, optometrist, orthoptist en podotherapeut. Voor deze beroepen bestaat
een wettelijk beschermde opleidingstitel, maar geen wettelijk register en geen tuchtrecht.
De SKP valt niet onder het regime van de Archiefwet 1995. Aangezien het CIBG een publiekrechtelijke organisatie is, vallen de door het CIBG
ambtshalve ontvangen en opgemaakte stukken (ter uitvoering van de eerdergenoemde overeenkomst)
toch onder de Archiefwet 1995.
-
• Met de verhouding tot andere overheidsorganen wordt op de volgende wijze rekening
gehouden: niet van toepassing.
-
• Met de waarde van de archiefbescheiden als bestanddeel van het cultureel erfgoed wordt
als volgt rekening gehouden: de neerslag van het handelen is gewaardeerd in de selectielijst
voor ‘BIG-register / CIBG’, zoals opgenomen in het basis selectiedocument voor het
beleidsterrein ‘beroepen en opleidingen in de gezondheidszorg’ (Stcrt. 2009, 54 en
78). Het betreft de handelingen 177 en 178, beide gewaardeerd als (op termijn) te
vernietigen.
-
• Met het belang van de recht- of bewijszoekenden en voor het historisch onderzoek wordt
als volgt rekening gehouden: de door het BIG-register opgebouwde bestanden bestaan
vooral uit ingevulde aanvraagformulieren en gewaarmerkte kopieën van diploma’s. Zowel
geregistreerde beroepsbeoefenaren als raadplegers van het register (zoals patiënten,
cliënten, zorgverzekeraars en werkgevers) en evt. onderzoekers hebben baat bij het
bijeenbrengen van de bestanden, onder meer vanwege de dienstverlening. Dit besluit
maakt het bijeenbrengen mogelijk.
De deskundigen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van het Archiefbesluit 1995 die zijn betrokken bij de voorbereiding van dit besluit:
-
– - mw. dr. F.J.G. Limburg, medewerker acquisitive en Advies bij het Nationaal Archief,
als vertegenwoordiger van de algemene rijksarchivaris;
-
– dhr. H.J.A. Spanjer, adviseur cluster Registers van het CIBG;
-
– mw. drs. C.L. Meihuizen - Versteeg, projectleider DIV, cluster Bedrijfsvoering van
het CIBG;
-
– dhr. drs. L.B. Humbert, adviseur van de directie Bedrijfsvoering van het ministerie
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
-
– mw. S. Geers - van Gemeren, directeur Kwaliteitsregister Paramedici.
Het met hen gevoerde overleg had de volgende inhoud:
-
– het bepalen van de aard, de omvang en de looptijd van de te vervreemden archiefbescheiden;
-
– het bepalen van de te volgen procedure met betrekking tot de aanvraag van de machtiging
tot vervreemding, het besluit tot vervreemding en de verklaring tot vervreemding;
-
– de toegankelijkheid van het te vervreemden bestand;
-
– het transport van het te vervreemden bestand.