Instellingsbesluit Commissie van Aanbestedingsexperts

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-04-2013 t/m heden

Besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 maart 2013, nr. WJZ / 3008668, tot instelling van de Commissie van Aanbestedingsexperts (Instellingsbesluit Commissie van Aanbestedingsexperts)

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 4.27 van de Aanbestedingswet 2012;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Minister: de Minister van Economische Zaken;

  • b. de Commissie: de Commissie van Aanbestedingsexperts;

  • c. een klacht: een uiting van ongenoegen van een partij over het handelen of het nalaten van een andere partij voor zover dat handelen of nalaten binnen de werkingssfeer van de Aanbestedingswet 2012 valt.

Artikel 2

  • 1 Er is een Commissie van Aanbestedingsexperts.

  • 2 De Commissie heeft tot taak:

    • a. het bemiddelen tussen partijen naar aanleiding van klachten;

    • b. het geven van niet-bindende adviezen naar aanleiding van klachten.

Artikel 3

  • 1 De Commissie bestaat uit minimaal een voorzitter en een vicevoorzitter.

  • 2 De leden zijn onafhankelijk en onpartijdig.

  • 3 De leden worden benoemd op grond van hun deskundigheid op het gebied van aanbestedingsrecht en overheidsinkoop.

  • 4 De leden worden door de Minister benoemd voor een termijn van maximaal twee jaar en zijn herbenoembaar.

  • 5 De leden kunnen door de Minister worden geschorst en ontslagen wegens ongeschiktheid of onbekwaamheid voor de functie of wegens andere zwaarwegende in de persoon van de betrokkenen gelegen redenen.

  • 6 De leden worden op eigen verzoek door de Minister ontslagen.

Artikel 4

  • 1 De Commissie kan zich bij de goede invulling van de in artikel 2, tweede lid, genoemde taken laten bijstaan door één of meer experts.

  • 2 Experts worden gekozen op grond van hun bijzondere deskundigheid, kennis of ervaring op een specifiek gebied van het aanbestedingsrecht, de overheidsinkoop of de materiedeskundigheid met betrekking tot een bepaalde sector.

  • 3 Een expert is onafhankelijk en onpartijdig wat betreft zijn werkzaamheden voor de Commissie.

  • 4 De voorzitter stelt de lijst van experts samen en publiceert deze lijst op de website van de Commissie.

Artikel 5

  • 1 De Commissie wordt ondersteund door een secretariaat.

  • 2 Het secretariaat is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de Commissie.

  • 3 De Minister stelt ten behoeve van het secretariaat personeel ter beschikking aan de Commissie.

Artikel 6

  • 1 De Commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast in een reglement.

  • 2 Het reglement beschrijft in ieder geval volgens welke procedure een klacht door de Commissie wordt behandeld, in welke gevallen de Commissie een klacht in behandeling neemt en de wijze waarop de Commissie met verkregen informatie omgaat.

  • 3 De Commissie zorgt voor bekendmaking van het reglement door middel van publicatie op haar website.

  • 4 Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de Commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de Commissie bewaard in het archief van dat Ministerie.

Artikel 7

Ter gelegenheid van de instelling van de Commissie, worden voor een periode van twee jaar tot lid van de Commissie benoemd:

  • a. de heer mr. J.G.J. Janssen, te Amsterdam, tevens voorzitter;

  • b. de heer prof.mr. C.E.C. Jansen, te Budel, tevens vicevoorzitter.

Artikel 8

  • 1 De Commissie publiceert jaarlijks vóór 1 maart een verslag van haar werkzaamheden in het voorafgaande jaar. De Commissie zendt een kopie van het jaarverslag aan de Minister.

  • 2 De Minister evalueert vóór 1 april 2015 het functioneren van de Commissie.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 4 maart 2013

De

Minister

van Economische Zaken,

H.G.J. Kamp

Naar boven