Publicatiepiek op wetten.overheid.nl.
Per 1 juli 2025 wordt er een groot aantal regelingen gewijzigd. Mogelijk zijn nog niet alle wijzigingen verwerkt op de datum van inwerkingtreding en ziet u een oude versie van de tekst. Raadpleeg bij twijfel de bekendmaking. Deze publicatiepiek vangt aan op 16 juni en zal tot 1 augustus 2025 duren.

Regeling vaststelling legitimatiebewijs buitengewoon opsporingsambtenaar

Geraadpleegd op 04-08-2025. Gebruikte datum 'geldig op' 15-08-2019.
Geldend van 23-01-2013 t/m heden

Regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie van 8 januari 2013, nr. 333234, houdende vaststelling van het legitimatiebewijs van de buitengewoon opsporingsambtenaar (Regeling vaststelling legitimatiebewijs buitengewoon opsporingsambtenaar)

De Minister van Veiligheid en Justitie;

Gelet op artikel 26, eerste lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

De buitengewoon opsporingsambtenaar draagt bij het uitoefenen van zijn functie een legitimatiebewijs bij zich volgens het model, opgenomen in de bijlage bij deze regeling, tenzij voor hem of voor de categorie van buitengewone opsporingsambtenaren waartoe hij behoort, een ander legitimatiebewijs is aangewezen.

Artikel 2

Een eerder afgegeven legitimatiebewijs blijft geldig tot de datum waarop de bijbehorende akte haar geldigheid verliest, maar uiterlijk tot 1 januari 2018.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vaststelling legitimatiebewijs buitengewoon opsporingsambtenaar.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 8 januari 2013

De

Minister

van Veiligheid en Justitie,

I.W. Opstelten