Deelregeling Flexibele Bijdrage Projectinvestering

[Regeling vervallen per 01-01-2017.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2013 t/m 31-12-2016

Deelregeling Flexibele Bijdrage Projectinvestering

Het bestuur van het Mondriaan Fonds,

Gelet op artikel 10, lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

Artikel 1. Doel

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Doel is de realisatie van uiteenlopende waardevolle artistieke plannen die leiden tot kennisverdieping, zichtbaarheid en/of inzichtelijkheid die uitmonden in de productie van werk dat van belang is voor de kwaliteit en de zichtbaarheid van de hedendaagse beeldende kunst en of cultureel erfgoed in Nederland. De regeling is van toepassing op kunstenaars en bemiddelaars en is bedoeld als bijdrage voor artistieke werkplannen die hetzij in de tijd begrensd zijn, hetzij leiden tot een concreet resultaat of beide, zoals onderzoek, werkperiodes en productie van nieuw werk. Deze zijn al dan niet aan te vragen gezamenlijk met een instelling, andere kunstenaars, bemiddelaars of een andere partij.

Artikel 2. Vereisten

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Een flexibele bijdrage projectinvestering kan worden verstrekt aan kunstenaars en bemiddelaars, al dan niet in samenwerking met een instelling of een opdrachtgever.

  • 2 Een kunstenaar die een bijdrage aanvraagt dient ten minste vier jaar professioneel werkzaam te zijn geweest als kunstenaar dan wel ten minste drie jaar een hbo-opleiding aan een opleidingsinstituut voor beeldende kunsten te hebben gevolgd en ten minste één jaar professioneel werkzaam te zijn geweest als beeldend kunstenaar.

  • 3 Een bemiddelaar die een bijdrage aanvraagt dient ten minste twee jaar professioneel werkzaam te zijn geweest als bemiddelaar op het gebied van de beeldende kunsten of erfgoed, aan te tonen door middel van publicaties, tentoonstellingen, onderzoeken of geïnitieerde projecten.

  • 4 Indien de aan een kunstenaar of bemiddelaar toegekende bijdrage, exclusief de projectkosten, in een periode van 48 kalendermaanden gedurende 24 maanden een bijdrage in de investering in tijd is verstrekt, kan gedurende de resterende periode uitsluitend nog een bijdrage in de projectkosten worden verstrekt.

  • 5 Indien bij een aanvraag voor een bijdrage een andere partij is betrokken zoals een museum, een galerie, een bedrijf of een (particuliere) opdrachtgever dient de financiële bijdrage die deze bij het project betrokken partijen leveren in een aanvaardbare verhouding te staan tot de bijdrage van het fonds.

  • 6 Geen bijdrage wordt verstrekt voor productie van een reguliere publicatie, voor reguliere werkzaamheden, voor reguliere tentoonstellingskosten voor reguliere beroepskosten of voor een werkperiode in een gastatelier in binnen- of buitenland die jaarlijks via een 'open call' (openbare oproep) door het fonds worden aangeboden.

  • 7 Een bijdrage wordt voor een periode van ten hoogste twaalf maanden verstrekt.

Artikel 3. Aanvraag

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Naast de bepalingen vastgesteld in het Algemeen reglement, in het aanvraagformulier en in de toelichting daarop, dient de aanvraag voor een projectinvestering vergezeld te gaan van

  • (visueel) documentatiemateriaal,

  • een curriculum vitae,

  • een werkplan,

  • een presentatieplan,

  • een motivering,

  • een dekkende begroting met offertes en,

  • indien van toepassing, toezeggingen van uitnodigende of deelnemende partijen.

Artikel 4. Inhoudelijke beoordeling

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

  • 1 Bij de beoordeling van een aanvraag voor een projectinvestering geeft het bevoegd adviesorgaan een oordeel over het belang van het voorstel voor de hedendaagse beeldende kunst en/of het cultureel erfgoed. Daarbij worden de volgende aspecten gehanteerd in onderlinge samenhang:

    • het artistiek functioneren van de desbetreffende beeldend kunstenaar of bemiddelaar op basis van de vraag of de kwaliteit van het tot het moment van de aanvraag opgebouwde oeuvre en de ontwikkeling daarvan van belang is of, bij een startende aanvrager, naar verwachting van belang wordt voor de hedendaagse beeldende kunst of het cultureel erfgoed,

    • de onderzoekende en/of vernieuwende houding van de kunstenaar,

    • de manier waarop deze naar buiten treedt en een publiek voor zijn werk weet te vinden en te binden,

    • de manier waarop hij zijn kunstenaarschap dan wel bemiddelende rol in artistiek en economisch rendement omzet of, bij een startende kunstenaar, om wil zetten,

    • de allianties die de kunstenaar aangaat om zijn werk geproduceerd te krijgen.

  • 2 Het werk en presentatieplan waarvoor de bijdrage wordt aangevraagd wordt beoordeeld op zijn belang voor de hedendaagse beeldende kunst en, indien het een bemiddelaar betreft, voor de hedendaagse beeldende kunst of het cultureel erfgoed in Nederland. Dit wordt beoordeeld op grond van de volgende aspecten:

    • de inhoudelijke kwaliteit van het werkplan,

    • indien van toepassing, de context van de activiteit.

  • 3 Indien de bijdrage door twee of meer partijen wordt aangevraagd telt dit in principe in positieve zin mee. Daarbij wordt beoordeeld of het aan de samenwerking ten grondslag liggende plan een meerwaarde heeft.

  • 4 Indien het bevoegde adviesorgaan de in het eerste lid van dit artikel bedoelde functioneren in samenhang met het plan van de aanvrager bedoeld in het tweede lid en voor zover van toepassing het plan voor de samenwerking zoals bedoeld in het derde lid niet van voldoende belang acht, komt het tot een negatief advies over de aanvraag.

  • 5 Indien het bevoegde adviesorgaan op de in het eerste lid van dit artikel bedoelde functioneren van de aanvrager in samenhang met het plan bedoeld in het tweede lid en voor zover van toepassing het plan voor de samenwerking zoals bedoeld in het derde lid wel van voldoende belang acht, brengt het een positief advies uit.

  • 6 Een positief advies kan vergezeld worden van een aanbeveling over de hoogte van de toe te kennen bijdrage alsmede de periode waarover de financiële bijdrage verstrekt wordt.

  • 7 Het bestuur kan het bevoegd adviesorgaan verzoeken de positieve adviezen in volgorde van prioriteit te rangschikken op basis van het oordeel zoals bedoeld in het eerste, tweede en derde lid. Alsdan onderbouwt het adviesorgaan zijn prioritering.

Artikel 5. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst wordt uitgegeven na 31 december 2012, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2013.

Artikel 6. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2017]

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling Flexibele Bijdrage Projectinvestering.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De stichting Mondriaan Fonds,

B. Donker

(directeur/bestuurder)

Naar boven