Aanwijzing ex artikel 7 Wet marktordening gezondheidszorg (beschikbaarheidbijdrage academische zorg)

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-02-2013 t/m heden

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2012, MC-U-3146776, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake beschikbaarheidbijdrage academische zorg

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 25 mei 2012 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II 2011/12, 32 393, nr. 16) als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg over de inzet van het instrument beschikbaarheidbijdrage bij de curatieve somatische zorg, waaronder academische zorg;

Gezien het verslag van 29 juni 2012 van een schriftelijk overleg met de Tweede Kamer der Staten–Generaal (Kamerstukken II 2011/2012, 32 393, nr. 21);

en

Na op 24 oktober 2012 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg, over de inzet van het instrument beschikbaarheidbijdrage voor de bekostiging van kapitaallasten van academische zorg (Kamerstukken II 2012/13, 32 393, nr. 25);

Gezien de inbreng van de vaste Commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor het verslag van een schriftelijk overleg over de brief van 24 oktober 2012;

Besluit:

Artikel 1. definities

In deze aanwijzing wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

  • b. wet: Wet marktordening gezondheidszorg;

  • c. zorgautoriteit: Nederlandse Zorgautoriteit, genoemd in artikel 3 van de wet;

  • d. advies: advies van de zorgautoriteit aan de minister van 20 juli 2012 inzake kapitaallasten universitair medische centra, kenmerk TURS/djon/TSZ/9039;

  • e. Besluit: Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG;

  • f. bijlage: bijlage behorende bij de artikelen 2 en 4 van het Besluit;

  • g. academische zorg: zorg als bedoeld in onderdeel B, aanhef en onder 2, van de bijlage;

  • h. dienst van algemeen belang: dienst van algemeen belang als bedoeld in Protocol nr. 26 bij het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • i. PBA-middelen: middelen toegekend in het kader van de systematiek op grond van de regeling Planning Bouwvolume Academische ziekenhuizen;

  • j. convenant: convenant Decentralisatie Huisvesting Academische Ziekenhuizen;

  • k. bijzondere kapitaallasten: lasten voortvloeiend uit de afwikkeling van besluiten van de minister inzake kapitaallasten van aanbieders van academische zorg, genomen tijdens de looptijd van de Subsidieregeling academische functie en de daaraan voorafgaande periode waarbij de academische functie gefinancierd werd uit het door zorgverzekeraars in 2005 opgerichte fonds, waarin op vrijwillige basis per verzekerde een vaste bijdrage ten behoeve van de academische functie werd gestort door zorgverzekeraars.

Artikel 3. opdracht

De zorgautoriteit stelt ter uitvoering van deze aanwijzing tijdig vóór 1 januari 2013 regels of beleidsregels vast.

Artikel 4. academische zorg

  • 1 De zorgautoriteit verleent een beschikbaarheidbijdrage en stelt deze vast ter compensatie voor het verlenen van een dienst van algemeen belang ter zake van academische zorg.

  • 2 De zorgautoriteit dient voor de hoogte van de beschikbaarheidbijdrage en met betrekking tot de zorgaanbieders die met de dienst van algemeen belang worden belast, uit te gaan van de situatie in 2012, met dien verstande dat zij bij de toekenning van de beschikbaarheidbijdrage rekening houdt met de korting van € 10 miljoen voor academische zorg, zoals opgenomen in de toelichting bij de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor 2012.

Artikel 5. kapitaallasten academische zorg

  • 1 De zorgautoriteit verleent een beschikbaarheidbijdrage en stelt deze vast voor kapitaallasten in verband met academische zorg op basis van het voorstel in het advies, met dien verstande dat zij de beschikbaarheidbijdrage ambtshalve vaststelt, een normatieve benadering hanteert, rekening houdt met de PBA-middelen en de mogelijkheid tot reservering voor het doel waarvoor een beschikbaarheidbijdrage voor kapitaallasten is verleend beperkt tot een periode van maximaal vier jaren.

  • 2 De zorgautoriteit dient met betrekking tot die zorgaanbieders die een beschikbaarheidbijdrage in verband met kapitaallasten kunnen krijgen, uit te gaan van de situatie in 2012.

  • 3 De zorgautoriteit dient met betrekking tot hoogte van de beschikbaarheidbijdrage uit te gaan van het aandeel in de kapitaallasten voor academische zorg dat aan de minister wordt toegerekend in het convenant en rekening te houden met de korting van € 10 miljoen voor academische zorg, zoals opgenomen in de toelichting bij de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor 2012.

Artikel 6. bijzondere kapitaallasten aanbieders academische zorg

  • 1 De zorgautoriteit verleent een beschikbaarheidbijdrage en stelt deze vast voor bijzondere kapitaallasten.

  • 2 De zorgautoriteit dient met betrekking tot aanbieders van academische zorg die in aanmerking kunnen komen voor een beschikbaarheidbijdrage als bedoeld in het eerste lid uit te gaan van besluiten van de minister inzake bijzondere kapitaallasten.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing met de toelichting in de Staatscourant.

De

Minister

van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

E.I. Schippers.

Naar boven