Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-07-2016 t/m 30-06-2017

Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 6 december 2012, nr. IENM/BSK-2012/243381, houdende vaststelling taken van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen)

Artikel 1. Taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Onverminderd artikel 4aa, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 is het CBR belast met de volgende taken:

  • a. het ontwikkelen, afnemen en actueel houden van examens strekkende tot de beoordeling van de vakbekwaamheid voor de volgende beroepen in de sector transport en logistiek:

    • 1°. de volgende logistieke beroepen:

      • logistiek medewerker;

      • logistiek teamleider;

      • logistiek supervisor;

      • planner wegtransport;

    • 2°. directiechauffeur;

    • 3°. huisartsenchauffeur;

    • 4°. goederenchauffeur en buschauffeur in aanvulling op de wettelijke rijbewijs- en vakbekwaamheidsexamens;

    • 5°. taxichauffeur in aanvulling op de wettelijke vakbekwaamheidsexamens;

    • 6°. de volgende beroepen met betrekking tot het besturen van interne of logistieke transportmiddelen:

      • heftruckbestuurder;

      • reachtruckbestuurder;

    • 7°. chauffeur betrokken bij sierteeltvervoer in aanvulling op de wettelijke vakbekwaamheidsexamens voor chauffeur goederenvervoer;

    • 8°. chauffeur betrokken bij het vervoer van geconditioneerde transporten in aanvulling op de wettelijke vakbekwaamheidsexamens voor chauffeur goederenvervoer.

  • b. het certificeren van opleidingen ter voorbereiding op de onder a, aanhef en onder 2°, 4°, 5° en 6°, bedoelde examens, het houden van toezicht op deze opleidingen en het registreren van opleidingsdagen voor deze opleidingen.

  • c. het met betrekking tot de opbouw en de beoordeling van de deskundigheid, bedoeld in hoofdstuk 4a van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn, van bemanningsleden van binnenvaartschepen die vloeibaar aardgas als brandstof gebruiken:

    • 1°. erkennen van opleidingsinstituten, cursussen en opfriscursussen;

    • 2°. ontwikkelen en actueel houden van examens zoals bedoeld in artikel 4a.03 Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn, en de verstrekking van deze examens aan erkende opleidingsinstituten;

    • 3°. uitoefenen van toezicht op de verleende erkenningen, de uitvoering van cursussen en de afname van examens;

    • 4°. opschorten of intrekken van erkenningen indien de aan de erkenning verbonden verplichtingen niet worden nageleefd;

    • 5°. afgeven en verlengen van de verklaring van deskundigheid aangaande het gebruik van vloeibaar aardgas als brandstof.

Artikel 2. Voorwaarden

  • 1 Het CBR brengt voor de activiteiten, bedoeld in artikel 1, tarieven in rekening. De hoogte van een tarief wordt zodanig bepaald dat het tarief ten minste de met de betrokken activiteit gemoeide kosten dekt.

Artikel 3. Wijziging van andere regelingen

[Red: Wijzigt de Regeling vakbekwaamheid beroepspersonenvervoer, de Regeling wegvervoer goederen en het Erkenningsbesluit instantie Besluit inzamelen afvalstoffen.]

Artikel 5. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling, met uitzondering van artikel 4, treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2 Artikel 4 treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.

Artikel 6. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling taken Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Infrastructuur en Milieu,

M.H. Schultz van Haegen

Naar boven