Regeling instelling Commissie Structuur Nederlandse banken

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 10-11-2012 t/m heden

Regeling van de Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 november 2012 kenmerk: FM/2012/1553 M, tot instelling van de Commissie Structuur Nederlandse banken (Regeling instelling Commissie Structuur Nederlandse banken)

De Minister van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste en derde lid, van de Kaderwet adviescolleges;

Besluiten:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. commissie: de commissie, bedoeld in artikel 2;

  • b. de minister: de Minister van Financiën.

Artikel 3

  • 1 De commissie krijgt tot opdracht onderzoek te doen naar en te rapporteren over:

    • a. de aanbevelingen van de commissie-Liikanen en de toepasbaarheid daarvan in Nederland, waaronder het – in lijn met de ‘Volcker rule’ – beperken van risico’s volgend uit handel voor eigen rekening; en

    • b. de wijze waarop de scheidbaarheid van Nederlandse banken gerealiseerd kan worden voor het geval zich een deconfiture van een bank voordoet en in het bijzonder de noodzaak om in dergelijke gevallen de continuïteit van de systeemrelevante activiteiten van een bank te kunnen blijven garanderen, zoals het betalingsverkeer. Daarbij zal de commissie werken vanuit de reeds genomen maatregelen dienaangaande, zoals de Interventiewet.

  • 2 De commissie zal rekening houden met:

    • a. de noodzaak om de banksector dienstbaar te laten zijn aan de internationaal georiënteerde economie, met in het bijzonder aandacht voor kredietverlening aan consumenten en bedrijven;

    • b. de noodzaak om bij te dragen aan het herstel van vertrouwen tussen de bankensector en de maatschappij;

    • c. het Europese regelgevende kader, evenals de vraag of aanvullende maatregelen beter op EU- dan nationaal niveau kunnen worden getroffen;

    • d. proportionaliteit en kostenefficiëntie van de voorgestelde maatregelen.

Artikel 4

  • 1 De commissie bestaat uit dertien leden, waaronder een voorzitter.

  • 2 De leden van de commissie worden benoemd door de minister.

Artikel 5

  • 1 De commissie streeft er naar haar eindrapport vóór 15 juni 2013 aan de minister aan te bieden.

  • 2 Na het uitbrengen van het advies is de commissie opgeheven.

Artikel 6

De leden van de commissie dragen zo spoedig mogelijk na de beëindiging van hun werkzaamheden of zoveel eerder als omstandigheden daartoe aanleiding geven, de bescheiden betreffende die werkzaamheden over aan het archief van het ministerie van Financiën.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Financiën,

J.C. de Jager

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W.E. Spies

Naar boven