Regeling doormandatering korpsbeheer politie en brandweer BES 2012

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 07-07-2012 t/m heden

Regeling van de secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 25 juni 2012, nr. 2012-193556 houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging met betrekking tot het beheer van het politiekorps en het brandweerkorps van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Regeling verlening ondermandaat korpsbeheer politie en brandweer BES 2012)

De secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 3, 4, 6 en 7 van de Mandaatregeling korpsbeheer politie BES en brandweer BES 2012 en artikelen 5 en 6 van het Organisatie- en mandaatbesluit BZK-BES 2012;

Besluit:

Paragraaf 1. Bevoegdheden directeur-generaal Politie inzake politiekorps

Artikel 2

Aan de secretaris-generaal blijft voorbehouden de bevoegdheid om besluiten te nemen, indien deze:

  • a. zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • 1°. de Nationale ombudsman, behoudens de afdoening van:

      • ontvangstbevestigingen,

      • tussenberichten, waaronder uitstelberichten, en

      • stukken naar aanleiding van verzoeken van de Nationale ombudsman om, ter vermijding van een volledig onderzoek, te bevorderen dat alsnog aan de klacht tegemoet wordt gekomen (interventies);

    • 2°. de president van en de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden;

  • b. zijn neergelegd in een document dat betrekking heeft op een verzoek in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur, indien inwilliging of afwijzing daarvan belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijke gevolgen kan hebben;

  • c. worden genomen op grond van artikel 95 van het Besluit rechtspositie korps politie BES, voor zover de schadeloosstelling betrekking heeft op:

    • immateriële schade, of

    • materiële schade boven een bedrag van € 10.000.

Artikel 3

  • 1 Het mandaat van de directeur-generaal Politie op grond van artikel 1 strekt zich in ieder geval uit tot:

    • a. besluitvorming tot het aanstellen, het bevorderen, het schorsen, het opleggen van disciplinaire maatregelen en het ontslaan van ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het politiekorps;

    • b. besluitvorming omtrent bezoldiging en het toekennen van vergoedingen en toelagen van ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het politiekorps;

    • c. de beëdiging van ambtenaren van politie die zijn geplaatst bij het politiekorps;

    • d. het voeren van functioneringsgesprekken en de daarop gebaseerde beoordelingen van de ambtenaren die zijn geplaatst bij het politiekorps;

    • e. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof aan ambtenaren die zijn geplaatst bij het politiekorps;

    • f. het vertegenwoordigen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties namens de Staat der Nederlanden in gerechtelijke procedures met betrekking tot een personele aangelegenheid van het politiekorps;

    • g. het uitreiken, registreren en innemen van politielegitimatiebewijzen als bedoeld in de Regeling politielegitimatiebewijs BES;

    • h. het verrichten van een verzoek om bijstand op grond van artikel 38 van de Rijkswet politie, alsmede het beslissen op een verzoek om bijstand op grond van artikel 38 van de Rijkswet politie in geval van een verzoek daartoe van de Minister van Justitie van Curaçao of van Sint Maarten;

    • i. het namens de korpsbeheerder voeren van het overleg als bedoeld in artikel 48, vijfde lid, van de Rijkswet politie met de procureur-generaal, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Rijkswet openbare ministeries van Curaçao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, en de korpschef over het beheer van de politie;

    • j. het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten met derden ten behoeve van het politiekorps.

  • 2 De directeur-generaal Politie wordt toegestaan ten aanzien van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 1, ondermandaat verlenen aan de korpschef van het politiekorps, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in het eerste lid onderdelen h, i en j.

Artikel 4

  • 1 Ondertekening van besluiten en stukken door de directeur-generaal Politie met betrekking tot het beheer van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba vindt plaats op de volgende wijze:

    De beheerder van het korps politie Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • 2 Ondertekening van besluiten en stukken door de directeur-generaal Politie met betrekking tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag van de ambtenaren van politie vindt plaats op de volgende wijze:

    De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Paragraaf 2. bevoegdheden directeur-generaal Politie inzake brandweerkorps

Artikel 6

Aan de secretaris-generaal blijft voorbehouden de bevoegdheid om besluiten te nemen, indien deze:

  • a. zijn neergelegd in een document, gericht tot:

    • 1°. de Nationale ombudsman, behoudens de afdoening van:

      • ontvangstbevestigingen,

      • tussenberichten, waaronder uitstelberichten, en

      • stukken naar aanleiding van verzoeken van de Nationale ombudsman om, ter vermijding van een volledig onderzoek, te bevorderen dat alsnog aan de klacht tegemoet wordt gekomen (interventies);

    • 2°. de president van en de procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden;

  • b. zijn neergelegd in een document dat betrekking heeft op een verzoek in de zin van de Wet openbaarheid van bestuur, indien inwilliging of afwijzing daarvan belangrijke politieke, bestuurlijke of maatschappelijke gevolgen kan hebben;

  • c. worden genomen op grond van artikel 69 van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES, voor zover de schadeloosstelling betrekking heeft op:

    • immateriële schade, of

    • materiële schade boven een bedrag van € 10.000.

Artikel 7

  • 1 Het mandaat van de directeur-generaal Politie op grond van artikel 4 strekt zich in ieder geval uit tot:

    • a. besluitvorming tot het aanstellen, het bevorderen, het schorsen, het opleggen van disciplinaire maatregelen en het ontslaan van ambtenaren die zijn of worden geplaatst het brandweerkorps;

    • b. besluitvorming tot bezoldiging en het toekennen van vergoedingen en toelagen van ambtenaren die zijn of worden geplaatst bij het brandweerkorps;

    • c. de beëdiging van ambtenaren die zijn geplaatst bij het brandweerkorps;

    • d. het voeren van functioneringsgesprekken en de daarop gebaseerde beoordelingen van de ambtenaren die zijn geplaatst bij het brandweerkorps;

    • e. het toekennen en intrekken van enigerlei vorm van vakantie en verlof aan ambtenaren die zijn geplaatst bij het brandweerkorps;

    • f. het vertegenwoordigen van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties namens de Staat der Nederlanden in gerechtelijke procedures met betrekking tot een personele aangelegenheid van het brandweerkorps;

    • g. het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten met derden ten behoeve van het brandweerkorps.

  • 2 De directeur-generaal Politie wordt toegestaan ten aanzien van de bevoegdheden bedoeld in artikel 4 ondermandaat te verlenen aan de algemeen commandant van het brandweerkorps, met uitzondering van de bevoegdheden genoemd in het eerste lid onder g.

Artikel 8

  • 1 Ondertekening van besluiten en stukken door de directeur-generaal Politie met betrekking tot het beheer van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba vindt plaats op de volgende wijze:

    De beheerder van het brandweerkorps Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

  • 2 Ondertekening van besluiten en stukken door de directeur-generaal Politie met betrekking tot de bevoegdheden van het bevoegd gezag van ambtenaren van het brandweerkorps vindt plaats op de volgende wijze:

    De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

    namens deze,

    (handtekening)

    (naam)

    Directeur-generaal Politie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De secretaris-generaal van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

J. Demmink

Naar boven