Besluit mandaat en machtiging directeur-generaal Uitvoering Kernenergiewet

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 27-06-2012 t/m 31-12-2013

Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 18 juni 2012, nr. WJZ / 12071054, houdende regels inzake mandaat en machtiging aan directeur-generaal Uitvoering betreffende aangelegenheden op grond van de Kernenergiewet (Besluit mandaat en machtiging directeur-generaal Uitvoering Kernenergiewet)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

De in dit besluit verleende mandaat en machtiging zijn niet van toepassing op inrichtingen als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de wet.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

  • 1 Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt mandaat en machtiging verleend om te beslissen op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 15, onderdeel a, van de wet.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op een aanvraag voor een vergunning:

    • a. voor het vervoeren van splijtstoffen of ertsen op grond van een speciale regeling;

    • b. voor het vervoeren, het binnen of buiten Nederlands grondgebied brengen of doen brengen, dan wel zich ontdoen van:

      • 1°. splijtstofstaven, splijtstofelementen of warmteproducerend verglaasd opwerkingsafval van en naar Nederlandse inrichtingen, als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de wet en soortgelijke inrichtingen in het buitenland;

      • 2°. uranium targets in verband met de productie van radiofarmaca;

    • c. die wordt gedaan door de houder van een vergunning als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de wet;

    • d. die wordt gedaan met of in een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de wet.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

  • 1 Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt mandaat en machtiging verleend om te beslissen op een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de wet.

  • 2 Het eerste lid is niet van toepassing op een aanvraag voor een vergunning voor het vervoeren van radioactieve stoffen op grond van een speciale regeling.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt mandaat en machtiging verleend om ontheffingen te verlenen als bedoeld in artikelen 31, derde lid, en 123, eerste lid, van het Besluit stralingsbescherming.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt mandaat en machtiging verleend om een oordeel te vormen als bedoeld in artikel 45, onderdelen c en d, van het Besluit stralingsbescherming.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt machtiging verleend om een mededeling in de Staatscourant te doen als bedoeld in artikel 47, derde lid, van het Besluit stralingsbescherming en artikel 17 van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Artikel 11

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt machtiging verleend om mededelingen te doen als bedoeld in artikel 15 van het Bijdragenbesluit Kernenergiewet 1981, met uitzondering van een vergunning als bedoeld in artikel 15, onderdeel b, van de wet.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt mandaat en machtiging verleend om goedkeuringen te verlenen krachtens de artikelen 21, tweede lid, onderdeel d, 23, derde lid, onderdeel c, en 26, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit stralingsbescherming, voor typen ioniserende straling uitzendende toestellen en ingekapselde bronnen.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Aan de directeur-generaal Uitvoering wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 10, 11 en 13, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger beroep).

Artikel 15

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

De directeur-generaal Uitvoering kan voor de aangelegenheden waarvoor hij krachtens dit besluit mandaat en machtiging heeft gekregen ondermandaat en machtiging verlenen aan de onder hem ressorterende functionarissen.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 18

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 15-04-2014 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2014]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging directeur-generaal Uitvoering Kernenergiewet.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 juni 2012

De

Minister

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen

Naar boven