Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2012

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 01-07-2012 t/m 31-12-2012

Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2012, nr. AV/SDA/2012/6091, tot vaststelling van beleidsregels in het kader van de bestuursrechtelijke handhaving van de Wet arbeid vreemdelingen (Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2012)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 19, derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Bij de berekening van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 19a, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt voor alle overtredingen als uitgangspunt gehanteerd de normbedragen die zijn neergelegd in de ‘Tarieflijst boetenormbedragen bestuurlijke boete Wet arbeid vreemdelingen’ die als bijlage bij deze beleidsregels is gevoegd.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Voor de werkgever als natuurlijk persoon wordt bij een overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen of artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete gehanteerd: 0,5 maal het boetenormbedrag. Dit uitgangspunt geldt alleen in gevallen waarin geen matiging van de bestuurlijke boete op grond van artikel 7 of 8 wordt toegepast.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Indien sprake is van een overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen of artikel 5:20, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht door een rechtspersoon kan tevens een bestuurlijke boete worden opgelegd aan hen die tot de overtreding opdracht hebben gegeven, als mede aan hen die feitelijk leiding hebben gegeven aan de verboden gedraging. Als uitgangspunt voor de berekening van de op te leggen bestuurlijke boete wordt gehanteerd: 0,5 maal het boetenormbedrag. Dit uitgangspunt geldt alleen in gevallen waarin geen matiging van de bestuurlijke boete op grond van artikel 7 of 8 wordt toegepast.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Een overtreding van artikel 15, tweede en derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen wordt beboet alsof sprake was van slechts één overtreding per persoon ten aanzien van wie deze overtredingen zijn begaan.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De totale bij een boetebeschikking op te leggen bestuurlijke boete bestaat, ingeval er sprake is van meer overtredingen, uit de som van de per overtreding berekende boetebedragen.

  • 2 Indien op de dag van het constateren van de overtreding nog geen 24 maanden zijn verstreken nadat een eerdere overtreding, bestaande uit het niet naleven van eenzelfde wettelijke verplichting is geconstateerd en de bestuurlijke boete wegens de eerdere overtreding onherroepelijk is geworden, worden deze maximale boetebedragen per beschikking met 50% verhoogd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De artikelen 19c en 19d, tweede lid, van de Wet arbeid vreemdelingen zijn van toepassing indien de aan de werkgever opgelegde bestuurlijke boetes, onherroepelijk zijn geworden.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Bij de tewerkstelling van een kennismigrant als bedoeld in artikel 1d van het Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen, waarvoor nog geen verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000 is aangevraagd, maar wel aan alle overige voorwaarden voor de tewerkstelling als kennismigrant is voldaan, wordt de bestuurlijke boete voor de overtreding van artikel 2, eerste lid, van de Wet arbeid vreemdelingen, gematigd tot € 1.500 per overtreding.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 In alle andere gevallen waar sprake is van een overtreding van artikel 2 van de Wet arbeid vreemdelingen, kan de bestuurlijke boete per overtreding met 25%, 50% of 75% worden gematigd afhankelijk van de aard en ernst van de overtreding, de mate van verwijtbaarheid en de evenredigheid.

  • 2 Indien de werkgever heeft aangetoond dat hem geen enkel verwijt gemaakt kan worden voor de geconstateerde overtreding wordt geen boete opgelegd.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 mei 2012.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2012.

Deze beleidsregel zal met de toelichting en de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 april 2012

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.G.J. Kamp

Bijlage bij artkel 1 van de Beleidsregels boeteoplegging Wet arbeid vreemdelingen 2012

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Tarieflijst Boetenormbedragen Bestuurlijke Boete Wet arbeid vreemdelingen

Artikel

Lid

Overtreding

Boetenormbedrag

2

1

Het is een werkgever verboden een vreemdeling in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning;

€ 8.000

2a

1

De werkgever dient arbeid door een vreemdeling twee dagen voorafgaande aan de werkzaamheden bij UWV te melden;

€ 1.500

15

1

Indien de werkgever door een vreemdeling arbeid laat verrichten waarbij die arbeid feitelijk wordt verricht bij een andere werkgever, draagt de eerstgenoemde werkgever er bij aanvang van de arbeid onverwijld zorg voor dat de andere werkgever een afschrift van het document, bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van de vreemdeling ontvangt;

€ 1.500

15

2

De werkgever die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid ontvangt, stelt de identiteit van de vreemdeling vast aan de hand van het genoemde document en neemt het afschrift op in de administratie;

€ 1.500

15

3

De werkgever bedoeld in het tweede lid, bewaart het afschrift tot tenminste vijf jaren na het einde van het kalenderjaar waarin de arbeid door de vreemdeling is beëindigd;

€ 1.500

15

4

De vreemdeling verstrekt een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht aan de werkgever, die het afschrift van het document, bedoeld in het eerste lid, ontvangt, en stelt die werkgever in de gelegenheid een afschrift van dit document te maken;

€ 150

18

2

Het door de werkgever niet naleven van artikel 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover het betreft het door de toezichthouder uitoefenen van bevoegdheden ter vaststelling van de identiteit van degene die voor de werkgever arbeid verricht of heeft verricht.

€ 8.000

Naar boven