Subsidiethema 2012 ‘Bevorderen arbeidsparticipatie van mensen met een licht verstandelijke
beperking (fase 1)’
[Regeling vervallen per 25-10-2013]
Aanleiding en context van het subsidiethema
[Regeling vervallen per 25-10-2013]
Een grote groep (circa een derde) van de instroom in de Wajong betreft jongeren met
een licht verstandelijke beperking (LVB). Zij hebben naast beperkingen in de cognitieve
vermogens, ook sociale aanpassingsproblemen en vaak psychiatrische problemen die arbeidsparticipatie
kunnen bemoeilijken. Hoewel de term LVB wellicht anders suggereert, is er dus zeker
geen sprake van een lichte beperking. Een aanzienlijk deel van de jongeren met LVB
heeft juist het leven lang en op (vrijwel) alle levensterreinen begeleiding nodig,
zeker ook als het gaat om arbeidsparticipatie. Om deze jongeren te activeren is er
niet alleen begeleiding nodig vanuit UWV, maar bijvoorbeeld ook vanuit instellingen
voor speciaal onderwijs, GGZ en soms vanuit justitie (bijvoorbeeld vanwege detentie
of gedwongen jeugdzorg).
In dit subsidiethema staat de arbeidsparticipatie van jongeren met LVB, en de kansen
om die te verhogen, centraal. In het voorliggende subsidiethema bouwen we waar mogelijk
voort op inzichten uit de vele onderzoeksrapporten en de literatuur over jongeren
met LVB. Ook sluiten we aan bij de kennisbijeenkomst die Kenniscentrum UWV in aanloop
naar dit subsidiethema heeft gehouden. Daarin werd met verschillende beleidsmakers,
onderzoekers en experts uit de praktijk gediscussieerd over kennislacunes en ontwikkelpunten
als het gaat om arbeidsparticipatie van jongeren met LVB. De belangrijkste conclusies
hieruit staan vermeld in de startnotitie op UWV Marktplaats (zie de Toelichting verderop).
Doelstellingen van het subsidiethema
[Regeling vervallen per 25-10-2013]
Het doel van dit subsidiethema is om inzicht te krijgen in de arbeidsgerelateerde
problematiek van jongeren met LVB en om te achterhalen wat nodig is om de arbeidsparticipatie
van deze groep te bevorderen. Om die doelstelling te behalen, zetten we een subsidiethema
uit in twee fasen. In fase 1 moet duidelijk worden wat de huidige state of the art is qua kennis over (preventie van) arbeidsgerelateerde problematiek van jongeren met
LVB en wat best practices zijn qua specifieke (preventieve) interventies. Vervolgens bekijkt Kenniscentrum UWV
op basis van de uitkomsten hoe fase 2 van het project wordt vormgegeven. Daarbij zullen
de effectiviteit en doelmatigheid (maatschappelijke kosten en baten) in de praktijk
een belangrijke doelstelling zijn.
Het onderzoek dat moet voortkomen uit de startnotitie heeft twee doelstellingen:
-
1. Een inventarisatie van state of the art qua kennis ten aanzien van de volgende kennisvragen:
-
a. Welke problemen op diverse levensterreinen ondervinden (subgroepen van) jongeren met
LVB en hoe vertalen die zich in belemmerende factoren voor arbeidsparticipatie, en
welke bevorderende factoren voor arbeidsparticipatie (kansen op krijgen en behouden
van werk) zijn er?
-
b. Welke formele begeleiding vanuit diverse circuits en regelingen (zorg/GGZ, onderwijs,
justitie, sociale zekerheid, AWBZ, etc.) is nodig om de arbeidsparticipatie van (subgroepen
van) jongeren met LVB te bevorderen en welke informele begeleiding (familie etc.)
is hiervoor nodig?
-
c. Welke bestaande interventies en onderdelen van interventies vanuit de diverse circuits
in de arbeidsbegeleiding van (subgroepen van) jongeren met LVB zijn werkzaam en hoe
is die werkzaamheid onderbouwd?
-
2. De vertaalslag maken van de state of the art naar best practices voor het bevorderen van arbeidsparticipatie van jongeren met LVB:
-
d. Zijn er vanuit de antwoorden op kennisvragen a t/m c subgroepen van jongeren met LVB
te onderscheiden en wat zijn de kenmerken van deze subgroepen?
-
e. Bestaat er (per subgroep) een best practice? Zo ja, waar bestaat deze uit? Zo nee, hoe zou deze (de hypothetische modelinterventie)
er in theorie uit moeten zien?
In principe betreft dit offerteverzoek de bovenstaande kennisvragen a t/m e. Echter,
UWV laat tevens de optie open om een innovatief en uitvoerbaar plan in te dienen voor
een project in het verlengde van deze kennisvragen. We denken dan bijvoorbeeld aan
een onderzoeksproject dat de maatschappelijke kosten en baten in kaart brengt van
het bevorderen van de arbeidsparticipatie van jongeren met LVB. Een dergelijk project
zal alleen worden gehonoreerd indien duidelijk is dat het project haalbaar is en dat
de resultaten breed toepasbaar zijn (betrekking hebben op alle relevante circuits)
voor jongeren met LVB. Mocht het onderzoeksbureau gebruik maken van deze optie, verzoeken
wij dit duidelijk aan te geven in de vooraanmelding.
Aanpak
[Regeling vervallen per 25-10-2013]
UWV vraagt de onderzoeksbureaus in hun vooraanmelding een plan van aanpak voor deze
doelstellingen op te stellen. In de startnotitie op UWV Marktplaats (zie de Toelichting
verderop) staan nog een aantal punten dat Kenniscentrum UWV daarbij mee wil geven.
Dit betreft punten ten aanzien van de doelgroep, de interventies, het benutten van
de praktijkervaring van professionals en experts en het eindrapport.
Inhoudelijke eisen
[Regeling vervallen per 25-10-2013]
De aanmelding verloopt via een vooraanmelding en een definitieve aanmelding. UWV stelt
inhoudelijke eisen aan de vooraanmelding. Dit zijn ten eerste de eisen die zijn beschreven
in de ‘criteria subsidieaanvraag’, te vinden in de ‘Beleidsregels Subsidiëring UWV 2011’ (Stcrt. 2011 nr. 14026, 1 augustus 2011). Een tweede set eisen betreft aanvullende
criteria ten aanzien van de onderzoeksopzet, opbrengsten en expertise van de aanvrager.
De belangrijkste aanvullende criteria zijn dat:
-
• uit het ingediende projectvoorstel duidelijk blijkt dat de aanvrager een compleet
beeld heeft van de relevante circuits waarin jongeren met LVB zich bewegen;
-
• de aanvrager een creatieve en voldoende uitgewerkt plan van aanpak en onderzoeksmethode
voorstelt ten aanzien van de vraagstelling;
-
• het voorgestelde project innovatief/vernieuwend is in het verbinden van bestaande
kennis en ervaringen, of het is zeer aannemelijk dat het project nieuwe inzichten
voortbrengt;
-
• de aanvrager in grote lijnen aangeeft, op basis van een realistische inschatting,
waaraan het budget wordt besteed, zodat duidelijk wordt dat er sprake is van een goede
prijs-kwaliteitverhouding.
De precieze eisen aan de vooraanmelding en alle criteria volgens welke de vooraanmelding
wordt beoordeeld, zijn te vinden via UWV Marktplaats (zie de Toelichting verderop).
Subsidiebudget
[Regeling vervallen per 25-10-2013]
Voor dit thema is een budget van maximaal € 200.000,– per subsidieaanvraag beschikbaar.
Voor de in deze startnotitie beschreven aanpak (kennisvragen a t/m e) honoreren we
maximaal 1 subsidieaanvraag. Mochten er projecten worden ingediend met een innovatief
en uitvoerbaar plan in het verlengde van de kennisvragen (zoals in kaart brengen van
kosten en baten), bestaat de mogelijkheid dat we een tweede subsidieaanvraag honoreren.
Indien geen van de aanvragen voldoet aan de vermelde criteria, zal er geen subsidie
worden verstrekt. In het algemeen geldt dat het mogelijk is om expertises van verschillende
onderzoeksinstellingen te combineren en expliciet de samenwerking te zoeken bij de
uitvoering van dit subsidieproject. De doorlooptijd van het onderzoek is maximaal
een half jaar, tenzij onderbouwd kan worden dat een langere periode nodig is.