Besluit UWV-subsidie 2012 ‘Bevorderen arbeidsparticipatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking (fase 1)’

[Regeling vervallen per 25-10-2013.]
Geraadpleegd op 19-03-2024.
Geldend van 11-04-2012 t/m 24-10-2013

Besluit UWV-subsidie 2012 ‘Bevorderen arbeidsparticipatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking (fase 1)’

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op de Beleidsregels subsidiëring UWV 2011;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

  • 1 UWV stelt als subsidiethema vast: ‘Bevorderen arbeidsparticipatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking (fase 1)’, zoals nader uitgewerkt in de bijlage bij dit besluit.

  • 2 Maximaal twee subsidieaanvragen worden gehonoreerd.

  • 3 Het budget voor het in het eerste lid genoemde thema bedraagt maximaal € 200.000,– per subsidieaanvraag.

  • 4 Verleende subsidie zal ten laste komen van het Arbeidsongeschiktheidsfonds

Artikel 2

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

Subsidievooraanmeldingen kunnen van 10 april 2012 tot uiterlijk 1 mei 2012, 16.00 uur worden ingediend.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit UWV-subsidie 2012 ‘Bevorderen arbeidsparticipatie van jongeren met een licht verstandelijke beperking (fase 1)’.

Dit besluit wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Amsterdam, 22 maart 2012

B.J. Bruins,

Voorzitter Raad van bestuur.

Subsidiethema 2012 ‘Bevorderen arbeidsparticipatie van mensen met een licht verstandelijke beperking (fase 1)’

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

Aanleiding en context van het subsidiethema

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

Een grote groep (circa een derde) van de instroom in de Wajong betreft jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB). Zij hebben naast beperkingen in de cognitieve vermogens, ook sociale aanpassingsproblemen en vaak psychiatrische problemen die arbeidsparticipatie kunnen bemoeilijken. Hoewel de term LVB wellicht anders suggereert, is er dus zeker geen sprake van een lichte beperking. Een aanzienlijk deel van de jongeren met LVB heeft juist het leven lang en op (vrijwel) alle levensterreinen begeleiding nodig, zeker ook als het gaat om arbeidsparticipatie. Om deze jongeren te activeren is er niet alleen begeleiding nodig vanuit UWV, maar bijvoorbeeld ook vanuit instellingen voor speciaal onderwijs, GGZ en soms vanuit justitie (bijvoorbeeld vanwege detentie of gedwongen jeugdzorg).

In dit subsidiethema staat de arbeidsparticipatie van jongeren met LVB, en de kansen om die te verhogen, centraal. In het voorliggende subsidiethema bouwen we waar mogelijk voort op inzichten uit de vele onderzoeksrapporten en de literatuur over jongeren met LVB. Ook sluiten we aan bij de kennisbijeenkomst die Kenniscentrum UWV in aanloop naar dit subsidiethema heeft gehouden. Daarin werd met verschillende beleidsmakers, onderzoekers en experts uit de praktijk gediscussieerd over kennislacunes en ontwikkelpunten als het gaat om arbeidsparticipatie van jongeren met LVB. De belangrijkste conclusies hieruit staan vermeld in de startnotitie op UWV Marktplaats (zie de Toelichting verderop).

Doelstellingen van het subsidiethema

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

Het doel van dit subsidiethema is om inzicht te krijgen in de arbeidsgerelateerde problematiek van jongeren met LVB en om te achterhalen wat nodig is om de arbeidsparticipatie van deze groep te bevorderen. Om die doelstelling te behalen, zetten we een subsidiethema uit in twee fasen. In fase 1 moet duidelijk worden wat de huidige state of the art is qua kennis over (preventie van) arbeidsgerelateerde problematiek van jongeren met LVB en wat best practices zijn qua specifieke (preventieve) interventies. Vervolgens bekijkt Kenniscentrum UWV op basis van de uitkomsten hoe fase 2 van het project wordt vormgegeven. Daarbij zullen de effectiviteit en doelmatigheid (maatschappelijke kosten en baten) in de praktijk een belangrijke doelstelling zijn.

Het onderzoek dat moet voortkomen uit de startnotitie heeft twee doelstellingen:

  • 1. Een inventarisatie van state of the art qua kennis ten aanzien van de volgende kennisvragen:

    • a. Welke problemen op diverse levensterreinen ondervinden (subgroepen van) jongeren met LVB en hoe vertalen die zich in belemmerende factoren voor arbeidsparticipatie, en welke bevorderende factoren voor arbeidsparticipatie (kansen op krijgen en behouden van werk) zijn er?

    • b. Welke formele begeleiding vanuit diverse circuits en regelingen (zorg/GGZ, onderwijs, justitie, sociale zekerheid, AWBZ, etc.) is nodig om de arbeidsparticipatie van (subgroepen van) jongeren met LVB te bevorderen en welke informele begeleiding (familie etc.) is hiervoor nodig?

    • c. Welke bestaande interventies en onderdelen van interventies vanuit de diverse circuits in de arbeidsbegeleiding van (subgroepen van) jongeren met LVB zijn werkzaam en hoe is die werkzaamheid onderbouwd?

  • 2. De vertaalslag maken van de state of the art naar best practices voor het bevorderen van arbeidsparticipatie van jongeren met LVB:

    • d. Zijn er vanuit de antwoorden op kennisvragen a t/m c subgroepen van jongeren met LVB te onderscheiden en wat zijn de kenmerken van deze subgroepen?

    • e. Bestaat er (per subgroep) een best practice? Zo ja, waar bestaat deze uit? Zo nee, hoe zou deze (de hypothetische modelinterventie) er in theorie uit moeten zien?

In principe betreft dit offerteverzoek de bovenstaande kennisvragen a t/m e. Echter, UWV laat tevens de optie open om een innovatief en uitvoerbaar plan in te dienen voor een project in het verlengde van deze kennisvragen. We denken dan bijvoorbeeld aan een onderzoeksproject dat de maatschappelijke kosten en baten in kaart brengt van het bevorderen van de arbeidsparticipatie van jongeren met LVB. Een dergelijk project zal alleen worden gehonoreerd indien duidelijk is dat het project haalbaar is en dat de resultaten breed toepasbaar zijn (betrekking hebben op alle relevante circuits) voor jongeren met LVB. Mocht het onderzoeksbureau gebruik maken van deze optie, verzoeken wij dit duidelijk aan te geven in de vooraanmelding.

Aanpak

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

UWV vraagt de onderzoeksbureaus in hun vooraanmelding een plan van aanpak voor deze doelstellingen op te stellen. In de startnotitie op UWV Marktplaats (zie de Toelichting verderop) staan nog een aantal punten dat Kenniscentrum UWV daarbij mee wil geven. Dit betreft punten ten aanzien van de doelgroep, de interventies, het benutten van de praktijkervaring van professionals en experts en het eindrapport.

Inhoudelijke eisen

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

De aanmelding verloopt via een vooraanmelding en een definitieve aanmelding. UWV stelt inhoudelijke eisen aan de vooraanmelding. Dit zijn ten eerste de eisen die zijn beschreven in de ‘criteria subsidieaanvraag’, te vinden in de ‘Beleidsregels Subsidiëring UWV 2011’ (Stcrt. 2011 nr. 14026, 1 augustus 2011). Een tweede set eisen betreft aanvullende criteria ten aanzien van de onderzoeksopzet, opbrengsten en expertise van de aanvrager. De belangrijkste aanvullende criteria zijn dat:

  • uit het ingediende projectvoorstel duidelijk blijkt dat de aanvrager een compleet beeld heeft van de relevante circuits waarin jongeren met LVB zich bewegen;

  • de aanvrager een creatieve en voldoende uitgewerkt plan van aanpak en onderzoeksmethode voorstelt ten aanzien van de vraagstelling;

  • het voorgestelde project innovatief/vernieuwend is in het verbinden van bestaande kennis en ervaringen, of het is zeer aannemelijk dat het project nieuwe inzichten voortbrengt;

  • de aanvrager in grote lijnen aangeeft, op basis van een realistische inschatting, waaraan het budget wordt besteed, zodat duidelijk wordt dat er sprake is van een goede prijs-kwaliteitverhouding.

De precieze eisen aan de vooraanmelding en alle criteria volgens welke de vooraanmelding wordt beoordeeld, zijn te vinden via UWV Marktplaats (zie de Toelichting verderop).

Subsidiebudget

[Regeling vervallen per 25-10-2013]

Voor dit thema is een budget van maximaal € 200.000,– per subsidieaanvraag beschikbaar. Voor de in deze startnotitie beschreven aanpak (kennisvragen a t/m e) honoreren we maximaal 1 subsidieaanvraag. Mochten er projecten worden ingediend met een innovatief en uitvoerbaar plan in het verlengde van de kennisvragen (zoals in kaart brengen van kosten en baten), bestaat de mogelijkheid dat we een tweede subsidieaanvraag honoreren. Indien geen van de aanvragen voldoet aan de vermelde criteria, zal er geen subsidie worden verstrekt. In het algemeen geldt dat het mogelijk is om expertises van verschillende onderzoeksinstellingen te combineren en expliciet de samenwerking te zoeken bij de uitvoering van dit subsidieproject. De doorlooptijd van het onderzoek is maximaal een half jaar, tenzij onderbouwd kan worden dat een langere periode nodig is.

Naar boven