Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2011

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 11-09-2011 t/m heden

Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van 10 november 2010, houdende de vaststelling van een bijzondere heffing handel groenten en fruit 2011 (Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2011)

Het bestuur van het Productschap Tuinbouw;

gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en

gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

gehoord de Sectorcommissie voor groenten en fruit, d.d. 19 oktober 2010.

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

productschap

:

Productschap Tuinbouw;

bestuur

:

bestuur van het productschap;

voorzitter

:

voorzitter van het productschap;

secretaris

:

secretaris van het productschap;

aankoopwaarde handel

:

bedrag van de door de handelaar aangekochte groenten en fruit;

afzetorganisatie/bemiddelaar

:

natuurlijke of rechtspersoon die, voor zover niet voor eigen rekening en risico, in opdracht van of ten behoeve van telers de door hen geteelde groenten en fruit verkoopt;

bewerken

:

handelingen waardoor van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren;

derde land

:

een land dat geen lid is van de Europese Unie;

groenten en fruit

:

producten als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onder a en b, van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw;

handelen

:

aankopen van vers of bewerkt fruit (met uitzondering van slaggrondnoten en kopra) en groenten (met uitzondering van zaden van groenten) en het verkopen daarvan;

ondernemer

:

:

natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de handel wordt uitgeoefend in noten en/of bewerkte groenten en fruit.

uien

:

alle soorten uien met uitzondering van zilveruien, die behoren tot de groenten.

§ 2. Heffingsplicht

Artikel 2

  • 1 De ondernemer die een onderneming drijft, met als activiteit het verhandelen of bewerken van groenten en fruit, is verplicht jaarlijks aan het productschap een heffing te betalen. Uit de opbrengst van deze heffing worden projecten ten behoeve van de handel in groenten en fruit gefinancierd.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, is deze verordening niet van toepassing op ondernemers die een onderneming drijven waarin de handel in noten wordt uitgeoefend.

  • 3 De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap ingevolge de bij of krachtens de Verordening PT algemene bepalingen 2009, verstrekte gegevens.

§ 3. Grondslag en hoogte

Artikel 3

  • 1 Aan de ondernemer wordt de heffing opgelegd naar de grondslag “aankoopwaarde handel”.

  • 2 Geen heffing wordt opgelegd over aankopen uit andere EU landen.

  • 3 Geen heffing wordt opgelegd over aangekochte groenten en fruit die zijn verkocht aan consumenten voor hun persoonlijke behoefte, tenzij de ondernemer dit aan consumenten verkochte product:

    • a. heeft aangekocht van telers, al dan niet via een afzetorganisatie of een bemiddelaar, of

    • b. uit derde landen heeft aangekocht.

  • 4 Indien groenten en fruit zijn aangekocht uit derde landen dient gebruik te worden gemaakt van de CIF-waarde.

  • 5 De heffing genoemd in het eerste lid wordt uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde en bedraagt 0,03%.

  • 6 In afwijking van het eerste lid, wordt de heffing voor de handel in uien opgelegd over het aantal aangekochte netto kilogrammen. De heffing bedraagt € 14,15 per 100 ton aangekochte uien.

§ 4. Oplegging en inning

Artikel 4

  • 1 De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het betreffende kalenderjaar en geschiedt door toezending of uitreiking aan de ondernemer van een heffingsnota.

  • 2 In afwijking van het eerste lid, kan aan de ondernemer een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing.

Artikel 5

Indien uit ter beschikking van het productschap gekomen gegevens blijkt dat verstrekte gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, tweede lid, niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd.

Artikel 6

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening worden in handen van de voorzitter of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap gesteld.

  • 2 Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap.

Artikel 7

  • 1 Het bestuur is belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en is bevoegd omtrent de bij of krachtens deze verordening geregelde onderwerpen nadere uitvoeringsvoorschriften te geven.

  • 2 Het bestuur is bevoegd geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het bij of krachtens deze verordening bepaalde. Aan een zodanige ontheffing kan het bestuur voorschriften verbinden.

  • 3 Indien de aan een ontheffing verbonden voorschriften niet, niet tijdig of niet behoorlijk worden nagekomen, kan het bestuur de betreffende ontheffing intrekken.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2011. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2011, treedt zij in werking op de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2011.

Artikel 9

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2011.

Zoetermeer, 10 november 2010

T.H.J. Joustra

voorzitter

J.M. Gerritsen

secretaris

Naar boven