Nadere invulling Aanwijzing Technisch onderzoek/Deskundigenonderzoek

[Regeling vervallen per 01-06-2013.]
Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-08-2011 t/m 31-05-2013

Nadere invulling Aanwijzing Technisch onderzoek/Deskundigenonderzoek

Nadere invulling Aanwijzing Technisch onderzoek/Deskundigenonderzoek (2009A018), Staatscourant 2009, nr. 18632

[Regeling vervallen per 01-06-2013]

Het College van procureurs-generaal heeft een nadere werkwijze vastgesteld, die geldt totdat de gewijzigde Aanwijzing Technisch onderzoek/Deskundigenonderzoek (2009A018; hierna: Aanwijzing TO/DO) in werking treedt. Deze nadere werkwijze geeft een verdere invulling aan het onderdeel ‘Scheidslijn technisch opsporingsonderzoek/deskundigenonderzoek’ uit deze aanwijzing, totdat de herziening van de aanwijzing in 2012 is gerealiseerd.

Deze nadere werkwijze treedt in werking op 1 augustus 2011.

Onderzoek ingevolge de Wet deskundigen in strafzaken?

[Regeling vervallen per 01-06-2013]

Of een onderzoek valt onder de Wet deskundigen in strafzaken (WDS) of niet wordt bepaald door een drietal vragen:

De eerste vraag heeft betrekking op de fase in het opsporingsonderzoek: is er sprake van een onderzoek in de voorfase van het opsporingsonderzoek (het verzamelen en veiligstellen van sporen)? Als deze vraag bevestigend wordt beantwoord is de WDS niet van toepassing. Wanneer deze vraag ontkennend wordt beantwoord, is de vervolgvraag van belang: is er sprake van een gedocumenteerd/geprotocolleerd onderzoek1? Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, dan kan het betreffende onderzoek of door de politie worden uitgevoerd op basis van de Aanwijzing TO/DO of door een extern geaccrediteerd laboratorium op basis van deze nadere werkwijze. Wordt deze vraag ontkennend beantwoord dan zal tot slot de vraag moeten worden gesteld of er sprake is van ander technisch opsporingsonderzoek in de zin van de Aanwijzing TO/DO. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord kan de politie dit onderzoek uitvoeren op basis van de Aanwijzing TO/DO. Wordt bij een bevestigend antwoord het technisch opsporingsonderzoek door de politie uitbesteed aan een derde, dan is evenwel een formele benoeming op basis van de WDS vereist. Dit geldt ook wanneer de vraag ontkennend wordt beantwoord. Voor een goed begrip van bovenstaande procedure wordt verwezen naar het beslisschema in bijlage 4.

Onderzoeken die betrekking hebben op de voorfase van het opsporingsonderzoek staan vermeld in bijlage 12. De vraag of er sprake is van een gedocumenteerd/geprotocolleerd onderzoek kan worden beantwoord op basis van de onderzoeken die vermeld staan in bijlage 2. Alleen deze onderzoeken kunnen worden aangemerkt als gedocumenteerd/geprotocolleerd onderzoek. Dit type onderzoek kan door politie/OM worden uitbesteed aan externe laboratoria, mits die geaccrediteerd zijn. In bijlage 3 staan de onderzoeksgebieden die thans zijn opgenomen in de bijlage van de Aanwijzing TO/DO.

Deze onderzoeken kan de politie (nog steeds) zelf uitvoeren zonder voorafgaande benoeming, mits de daarvoor benodigde expertise uiteraard aanwezig is. Het gebruik van de lijst door de politie zal nadrukkelijk in de audit worden meegenomen die eind van dit jaar wordt uitgevoerd bij politie en OM.

Hoewel deze nadere werkwijze vooral ziet op standaardmatig onderzoek dat (volledig) geautomatiseerd dan wel via vastgestelde protocollen/werkinstructies kan worden uitgevoerd, is het wel van belang dat bij onderzoek waarbij sprake is van destructief onderzoek dit uitsluitend kan worden uitbesteed aan externe geaccrediteerde laboratoria nadat er overleg heeft plaatsgevonden met de (forensisch)officier van justitie.

Dit geldt ook voor die gevallen waarbij aan een spoor meerdere soorten (vervolg)onderzoek kan worden uitgevoerd. In die gevallen dient de volgorde van de uit te voeren onderzoeken in overleg met de (forensisch)officier van justitie te worden bepaald c.q. afgestemd.

In de volgende gevallen wordt eveneens geadviseerd om in overleg met de (forensisch)officier van justitie over te gaan tot benoeming van de deskundige al dan niet door tussenkomst van de rechter-commissaris:

  • Indien er twijfel bestaat of een bepaald type onderzoek onder de reikwijdte van bijlage 2 of bijlage 3 van deze nadere werkwijze valt;

  • indien er anderszins twijfel bestaat.

   

Bijlage 1:

onderzoeken die behoren tot de voorfase in het opsporingsonderzoek

Bijlage 2:

lijst van gedocumenteerd/geprotocolleerd onderzoek

Bijlage 3:

lijst van onderzoeksgebieden zoals opgenomen in de bijlage van de Aanwijzing TO/DO

Bijlage 4:

beslisschema deskundigenonderzoek dat binnen of buiten de WDS valt

Bijlage 1. onderzoeken die behoren tot de voorfase in het opsporingsonderzoek

[Regeling vervallen per 01-06-2013]

  • Beoordeling van het slachtoffer op de PD

  • Forensische berging/exhumatie/archeologische schouw

  • Forensische opgraving

  • Röntgenonderzoek op de PD

  • Ondersteuning met Geografisch Informatiesysteem (GIS) en Total Station

  • Veiligstellen van lichaamsmateriaal op locatie

  • Uitgebreid onderzoek aan patiënt

  • Forensisch geneeskundig consult volwassenen

  • Forensisch geneeskundig consult kind

  • Forensisch-technische ondersteuning bij sporenonderzoek

  • Registratie van bloedspoorpatronen

  • Forensisch-technisch consult

  • Zichtbaar maken van vingerspoor

  • Veiligstellen van niet-humane biologische sporen en/of indicatie van onderzoeksmogelijkheden

  • PD-assistentie bij productie van (synthetische) drugs

  • PD-assistentie bij schietincidenten

  • Consult wapens en munitie

  • PD-assistentie bij explosies en explosieven

  • Consult explosies en explosieven

  • PD-assistentie bij brand en brandschade

  • Consult brandtechnisch onderzoek

  • Veiligstellen sporen voor Fibre Plastic Fusion (FPF)

  • Veiligstellen van vezelsporen

  • Consult kras- indruk- en vormsporen

  • Registratie van knopen en/of bindingen

  • Consult technisch-materiaalkundig onderzoek

  • PD-assistentie bij milieudelicten

  • Consult afvalstoffen en milieu(incidenten)

  • iRMA-advies

  • Reconstructie van documenten

  • Doordruk schrift zichtbaar maken

  • Consult verkeersongevallenonderzoek

  • Kort vooronderzoek beeld, biometrie en visualisaties

  • Kort vooronderzoek spraak en audio

  • Herstel van gewiste en/of beschadigde videobestanden

  • Verstaanbaarheids- en/of beeldverbetering

  • Vervolgonderzoek verstaanbaarheidsverbetering

  • PD-assistentie bij digitaal onderzoek

  • Ontcijferen van versleutelde gegevens

  • Kort vooronderzoek aan digitale sporen

  • Kort onderzoek digitale technologie

  • Onderzoek aan harde schijven of USB-sticks

  • Onderzoek aan mobiele telefoons

  • Onderzoek aan elektronische apparatuur

  • Cybercrime consultancy

Bijlage 2. lijst van gedocumenteerd/geprotocolleerd onderzoek

[Regeling vervallen per 01-06-2013]

  • Snelle screening naar drugs en geneesmiddelen in bloed

  • Alcohol, drugs, genees- en bestrijdingsmiddelen in bloed/urine (geen 8 WVW overtredingen)

  • Alcohol in lichaamsmateriaal (geen 8 WVW-overtredingen)

  • Vluchtige stoffen in lichaamsmateriaal

  • Koolmonoxide in bloed

  • Uitbreiding naar drugs en geneesmiddelen in het verkeer

  • Vaststellen van soorten planten, dieren of micro-organismen

  • Onderzoek aan flora, fauna en micro-organismen

  • Identificatie van drugs en -precursoren

  • Gehaltebepaling van veelvoorkomende drugs

  • Gewichtsbepaling van drugs

  • Munitietypering

  • Toetsing aan de WWM

  • Onderzoek schiethanden en/of schietmouwen

  • Onderzoek naar traanverwekkende stoffen

  • Onderzoek intacte fabrieksmatig geproduceerde explosieve constructies

  • Identificatie van intacte vermoedelijke explosieve stof

  • Toetsing van vuurwerk

  • Identificatie van mogelijke grondstoffen voor explosieven

  • Brandonderzoek vluchtige stoffen

  • Merkherkennend autoverfonderzoek

  • Onderzoek aan verf, lijm en kunststof

  • Merkherkennend onderzoek aan venster van een autolamp

  • Indicatief chemisch onderzoek van onbekende stoffen

  • Identificatie van (onbekende)stoffen, producten en materialen

  • Identificatie van bouwstoffen

  • Identificatie van afvalstoffen

  • Identificatie van vermoedelijke afvalstoffen en -producten

  • Lengtemeting aan personen in (video)beelden

  • Snelheidsbepaling van voertuigen in (video)beelden

Bijlage 3. lijst van onderzoeksgebieden zoals opgenomen in de bijlage van de Aanwijzing TO/DO

[Regeling vervallen per 01-06-2013]

  • 1. Accountancy

  • 2. Antropologie

  • 3. Archeologie

  • 4. Ballistiek

  • 5. Beeldmateriaal

  • 6. Biometrie

  • 7. Bloedsporen

  • 8. Brand

  • 9. Dactyloscopie

  • 10. DNA

  • 11. Documenten

  • 12. Driedimensionale visualisering

  • 13. Engineering

  • 14. Entomologie

  • 15. Explosieven

  • 16. Geologie

  • 17. Gezichtsreconstructie

  • 18. Geur

  • 19. Haren

  • 20. Informatie-technologie

  • 21. Kras-, indruk- en vormsporen

  • 22. Lichaam(svocht)

  • 23. Materiesporen

  • 24. Oorafdruk

  • 25. Schotresten

  • 26. Spraak- en audio

  • 27. Sprekeridentificatie

  • 28. Statistiek

  • 29. Tafonomie3

  • 30. Toxicologie

  • 31. Verdovende middelen

  • 32. Verkeersongevallen

  • 33. Voertuigen

  • 34. Wapens en munitie

  • 35. Wildlife forensics

  • 36. Zoölogie

Bijlage 4. beslisschema deskundigenonderzoek dat binnen of buiten de WDS valt

[Regeling vervallen per 01-06-2013]

Bijlage 249173.png
  1. Dit betreft onderzoeken die limitatief staan vermeld in bijlage 2 bij deze nadere werkwijze. Deze lijst, die nauw aansluit bij de Producten en Diensten Catalogus van het NFI, zal telkens wanneer daartoe aanleiding bestaat, worden geactualiseerd. ^ [1]
  2. Dit betreft onderzoeken die door het NFI worden aangeboden in de voorfase van het opsporingsonderzoek. In tegenstelling tot de onderzoeken die vermeld staan in bijlage 2, betreft het geen limitatieve opsomming. ^ [2]
  3. Tafonomie is een onderdeel van de forensische antropologie dat zich richt op de reconstructie van gebeurtenissen voorafgaande, tijdens en na het overlijden door het verzamelen en analyseren van gegevens over de natuurlijke omgeving waarin het stoffelijk overschot is aangetroffen en waarin het zich sinds het intreden van de dood heeft bevonden, door het onderscheiden van peri- en postmortale veranderingen in het stoffelijk overschot en door het schatten van het tijdstip van overlijden. ^ [3]
Naar boven