Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze wet wordt verstaan onder:
basisregister onderwijs: een basisregister onderwijs als bedoeld in artikel 24b van de Wet op het onderwijstoezicht;
bevoegd gezag: voor wat betreft
bijzondere school: een door een natuurlijk persoon of een privaatrechtelijke rechtspersoon, niet zijnde
een stichting als bedoeld in artikel 54, in stand gehouden school;
expertisecentrum onderwijszorg: de rechtspersoon, bedoeld in artikel 28, eerste lid;
inspectie of inspecteur: de inspectie, bedoeld in de Wet op het onderwijstoezicht, voor zover belast met taken op het gebied van het basisonderwijs;
Onderwijsraad: de Onderwijsraad, bedoeld in de Wet op de Onderwijsraad;
Onze Minister: Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
openbaar lichaam: het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba;
openbare rechtspersoon: een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld als bedoeld in artikel 53;
openbare school:
-
a. een door een openbaar lichaam, al dan niet tezamen met een of meer privaatrechtelijke
rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid in stand gehouden school;
-
b. een door een openbare rechtspersoon als bedoeld in artikel 53 in stand gehouden school; dan wel
-
c. een door een stichting als bedoeld in artikel 54 in stand gehouden school;
ouders: ouders, voogden of verzorgers;
personeel:
-
a. de benoemde directeur, het personeel benoemd in een functie voor het geven van onderwijs,
het personeel benoemd in een andere functie dan het geven van onderwijs, of het personeel
dat is benoemd voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van meer dan een
school, waaronder begrepen de leden van het bestuur van die scholen die zijn benoemd
door een raad van toezicht als bedoeld in artikel 25, derde lid, voor zover die leden mede zijn benoemd op basis van een arbeidsovereenkomst of een
schriftelijke aanstelling;
-
b. het onder a bedoelde personeel dat zonder benoeming is tewerkgesteld, tenzij het betreft
de toepassing van de artikelen 37, 39, 40, 58 en 64, voor zover niet anders is bepaald, en de toepassing van daarmee verband houdende
wettelijke bepalingen;
persoonsgebonden nummer BES: het administratienummer van de leerling, dan wel het door Onze Minister uitgegeven
onderwijsnummer, bedoeld in artikel 46, vierde lid;
Rijksvertegenwoordiger: Rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
school: een school waar basisonderwijs wordt gegeven;
school voor voortgezet onderwijs: een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in de Wet voortgezet onderwijs 2020, in een openbaar lichaam;
schooljaar: het tijdvak van 1 augustus tot en met 31 juli daaraanvolgend.
Artikel 7. Niet uit de openbare kas bekostigd bijzonder schoolonderwijs
Het bevoegd gezag van een bijzondere school geeft binnen vier weken na de oprichting
van de school onder overlegging van de statuten van de rechtspersoon, die de school
in stand houdt, en van de reglementen, van die oprichting kennis aan Onze Minister.
Indien de statuten of reglementen worden gewijzigd of ingetrokken, wordt eveneens
binnen vier weken van de wijziging of van de intrekking van de statuten of reglementen
aan Onze Minister kennis gegeven.