Verordening bestemmingsheffing detailhandel in bloemen en planten 2010

[Regeling vervallen per 19-10-2019.]
[Regeling materieel uitgewerkt per 30-12-2011.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 03-06-2011 t/m 18-10-2019

Verordening van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel van 23 september 2009, houdende de vaststelling van de bestemmingsheffing detailhandel in bloemen en planten voor het jaar 2010 (Verordening bestemmingsheffing detailhandel in bloemen en planten 2010)

Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

Gelet op de artikelen 95, tweede lid, en 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie;

Gezien het advies van de Commissie modedetailhandel bloemen en planten;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen en toepassingsgebied

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a. een onderneming: een onderneming waarvoor het hoofdbedrijfschap is ingesteld als bedoeld in artikel 3 van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

  • b. de ondernemer: degene die een onderneming drijft dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;

  • c. werkzame personen: de personen die doorgaans ten minste 15 uur per week in de onderneming werkzaam zijn. Deze personen kunnen zijn:

    • -

      al dan niet in dienst van de betrokken onderneming zijnde werknemers;

    • -

      meewerkend ondernemer;

    • -

      meewerkend gezinslid van de ondernemer;

  • d. detailhandel in bloemen en planten: het verkopen van bloemen en planten aan particulieren;

  • e. ambulante handel; markthandel, straathandel en handel te water;

  • f. bestemmingsheffing: de heffing die is gebaseerd op artikel twaalf, tweede lid, van het Instellingsbesluit Hoofdbedrijfschap Detailhandel;

  • g. de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een onderneming drijven waarin hoofdzakelijk de detailhandel in bloemen en planten wordt uitgeoefend.

§ 2. De heffing

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 3

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan degenen die een onderneming drijven als bedoeld in artikel 2 wordt voor het jaar 2010 een bestemmingsheffing opgelegd ten behoeve van de activiteiten van de Commissie voor de detailhandel in bloemen en planten. Doel van deze bestemmingsheffing is bevordering van een gezonde sociaal-economische ontwikkeling van de detailhandel in bloemen en planten door middel van professionalisering van de bedrijfsvoering, onderzoek en kwaliteitszorg en voldoende instroom van vakbekwame medewerkers.

  • 2 De heffing bedoeld in het eerste lid bestaat uit:

    • a. een heffing per onderneming;

    • b. een heffing op basis van het aantal verkoopplaatsen waarin de detailhandel in bloemen en planten wordt uitgeoefend;

    • c. een heffing werkzame personen, waarvan de hoogte afhankelijk is van de klasse waarin de onderneming met toepassing van het in het vijfde lid opgenmen schema is ingedeeld.

  • 3 De heffing per onderneming bedraagt € 51,-;

  • 4 De heffing op basis van het aantal verkoopplaatsen bedraagt € 51,- voor iedere tweede en volgende verkoopplaats met een maximum van € 204,-;

  • 5 De heffing werkzame personen:

    Klasse

    aantal werkzame personen

    heffing werkzame personen

    1 t/m 5

    0 tot en met 19

    nihil

    6

    20 tot en met 49

    € 21,-

    7 en hoger

    50 en meer

    € 31,-

  • 6 In afwijking van het tweede lid, onder b, is de ondernemer die uitsluitend de ambulante handel uitoefent vrijgesteld van de heffing op basis van het aantal verkoopplaatsen.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

  • 1 Aan de ondernemer die lid is van:

    • a. Centrale Vereniging Bloemendetailhandel (VBW),

    • b. Tuinbranche Nederland (voorheen NVT),

    • c. Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH),

    en over het jaar 2009 de volledige contributie heeft betaald, wordt een aftrek toegestaan van:

    € 10,- per verkoopplaats, met een maximum van € 50,- of € 10,- per onderneming indien de ondernemer uitsluitend de ambulante handel uitoefent. De aftrek bedraagt nooit meer dan 40% van de bestemmingsheffing of 50% van de aan de onderhavige verenigingen betaalde contributie (exclusief BTW). De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit door de in de eerste volzin genoemde organisaties verstrekte opgaven blijkt dat de contributie is betaald.

  • 2 Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de ondernemers die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfslichaam een taak heeft te vervullen,

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitcriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties,

    • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfslichaam behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is,

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 3 De in het tweede lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en daarop door het dagelijks bestuur van het Hoofdbedrijfschap Detailhandel positief is beslist.

§ 3. Overige bepalingen

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Artikel 6

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Het besluit tot het opleggen van de bestemmingsheffing als bedoeld in artikel 3, het toepassen van georganiseerdenaftrek als bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, alsmede besluiten voortvloeiend uit artikel 5 van deze verordening worden genomen door de voorzitter.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening treedt in werking na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 19-10-2019]

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing modedetailhandel in bloemen en planten 2010.

Den Haag, 23 september 2009

G.J.L.M. Vermeer

voorzitter

R.C.B. de Jong

secretaris

Naar boven