Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-04-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 27 juni 2011, nr. WJZ / 11076169, houdende regels over afsluiten van kleinverbruikers van elektriciteit en gas en intrekking van de Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers (Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

Gelet op artikel 95b, achtste en elfde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en artikel 44, achtste lid, van de Gaswet;

Besluit:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 1a

Een netbeheerder of vergunninghouder beëindigt het transport van elektriciteit of gas naar respectievelijk de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker niet, tenzij:

  • a. de kleinverbruiker hierom verzoekt;

  • b. er sprake is van fraude of misbruik door de kleinverbruiker;

  • c. de onveiligheid van de installatie beëindiging van het transport noodzakelijk maakt;

  • d. op de aansluiting van de kleinverbruiker bij de netbeheerder geen vergunninghouder bekend is;

  • e. door de vergunninghouder op grond van de artikelen 2, 4b of 5 de levering van elektriciteit of gas wegens wanbetaling kan worden beëindigd.

§ 2. Procedure voorafgaand aan afsluiting wegens wanbetaling

Artikel 2

  • 1 Een vergunninghouder beëindigt de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker niet wegens wanbetaling, tenzij aan de procedurele vereisten van de artikelen 3, 4Aa en 4a wordt voldaan.

  • 2 Voor de toepassing van deze paragraaf wordt onder vordering tevens begrepen: de vordering van de netbeheerder inzake de kosten voor het transport van elektriciteit of gas.

Artikel 3

  • 1 Indien een kleinverbruiker niet binnen de gestelde termijn een vordering tot betaling van een vergunninghouder voldoet, verstrekt de desbetreffende vergunninghouder de kleinverbruiker ten minste driemaal een schriftelijke herinnering met een nakomingstermijn van ten minste veertien dagen.

  • 2 De vergunninghouder:

    • a. wijst de kleinverbruiker bij die herinnering op de mogelijkheid om een betalingsregeling te treffen en daarover in contact te treden;

    • b. wijst de kleinverbruiker bij die herinnering op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening;

    • c. biedt bij de herinnering aan met schriftelijke toestemming van de kleinverbruiker de contactgegevens van de kleinverbruiker, diens klantnummer, en informatie over de hoogte van diens schuld aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening te verstrekken, tenzij de kleinverbruiker geen natuurlijk persoon is;

    • d. vermeldt bij de herinnering dat de levering aan de kleinverbruiker niet wordt beëindigd indien de artikelen 2, 4b of 5 van toepassing zijn.

Artikel 4

De vergunninghouder spant zich tot het uiterste in om, zo nodig herhaaldelijk en via diverse communicatiekanalen, in persoonlijk contact te treden met de kleinverbruiker teneinde deze te wijzen op mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen.

Artikel 4Aa

  • 1 Onverminderd artikel 4, biedt de vergunninghouder de kleinverbruiker een redelijke en passende betalingsregeling aan. De betalingsregeling omvat in ieder geval afspraken over de betaling en de afwikkeling van de openstaande vorderingen.

  • 2 De vergunninghouder beëindigt de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker niet wegens wanbetaling indien een betalingsregeling wordt overeengekomen en nagekomen.

Artikel 4a

  • 1 In geval van wanbetaling door een kleinverbruiker die een natuurlijk persoon is, verstrekt de vergunninghouder aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening de informatie bedoeld in het tweede lid, indien de kleinverbruiker heeft ingestemd met, of niet heeft gereageerd op, het in artikel 3, tweede lid, onderdeel c, bedoelde aanbod tot gegevensverstrekking aan een instantie ten behoeve van schuldhulpverlening, indien:

    • a. er ten minste twee termijnbedragen niet zijn voldaan, de vergunninghouder ten minste twee schriftelijke herinneringen aan de kleinverbruiker heeft verstuurd en er geen betalingsregeling als bedoeld in artikel 4Aa, eerste lid, is overeengekomen;

    • b. de betalingsachterstand aanmerkelijk hoger is geworden;

    • c. de vergunninghouder voornemens is om de levering te beëindigen, tenminste twintig werkdagen voorafgaand aan het indienen van de eindeleveringsmelding bij de regionale netbeheerder en niet eerder dan nadat de nakomingstermijn van de derde herinnering is verstreken.

  • 2 De vergunninghouder verstrekt aan de instantie, bedoeld in het eerste lid:

    • a. de contactgegevens van de kleinverbruiker, diens klantnummer en informatie over de hoogte van diens schuld;

    • b. informatie over de ontwikkeling van de betalingsachterstand;

    • c. voor zover van toepassing het voornemen om de levering te beëindigen.

Artikel 4b

  • 1 Een vergunninghouder kan de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker die een natuurlijk persoon is niet beëindigen wegens wanbetaling indien:

    • a. de kleinverbruiker binnen een redelijke termijn, in ieder geval vier weken, na een herinnering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, een bewijs overlegt dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist;

    • b. de vordering binnen een redelijke termijn, in ieder geval vier weken, na een herinnering als bedoeld in artikel 3, eerste lid, betrokken wordt bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker; of

    • c. na de verstrekking van gegevens aan een instantie ten behoeve van de schuldhulpverlening, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, onderdelen a en b, nog geen vier weken zijn verstreken.

  • 2 Een vergunninghouder kan de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker die een natuurlijk persoon is niet beëindigen wegens wanbetaling, tenzij de schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker eindigt of indien de kleinverbruiker de verplichtingen ten aanzien van de schuldhulpverlening niet nakomt.

Artikel 4c

  • 1 Een vergunninghouder draagt er zorg voor dat de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker die wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat indien de kleinverbruiker een bewijs overlegt:

    • a. dat hij heeft verzocht om schuldhulpverlening, totdat op dat verzoek negatief is beslist of totdat de schuldhulpverlening eindigt;

    • b. dat de vordering wordt betrokken bij een lopend traject van schuldhulpverlening aan de kleinverbruiker.

  • 2 Een netbeheerder draagt er zorg voor dat het transport van elektriciteit of gas naar een kleinverbruikers dat is beëindigd, wordt hervat indien een vergunninghouder op de aansluiting bekend is.

Artikel 4d

  • 2 De betalingsregeling omvat in ieder geval afspraken over de betaling en de afwikkeling van de openstaande vorderingen.

§ 3. Afsluiten en heraansluiten van kwetsbare consumenten

Artikel 5

Onverminderd de artikelen 1a en 2, beëindigt een netbeheerder of vergunninghouder het transport van elektriciteit of gas naar respectievelijk de levering van elektriciteit of gas aan een kwetsbare consument niet wegens wanbetaling indien de kwetsbare consument binnen een redelijke termijn een verklaring van een arts, die geen behandelend arts van de betrokkene is, kan overleggen om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen.

Artikel 6

Een netbeheerder of een vergunninghouder draagt er zorg voor dat het transport van elektriciteit of gas naar of de levering van elektriciteit of gas aan een kwetsbare consument die wegens wanbetaling is beëindigd, wordt hervat indien de kwetsbare consument een verklaring van een arts die geen behandelend arts van de betrokkene is overlegt om de zeer ernstige gezondheidsrisico’s aan te tonen.

§ 5. Op afstand beperken van de doorlaatwaarde of afsluiten

Artikel 11

De doorlaatwaarde van het transport van elektriciteit naar of de levering van elektriciteit aan een kleinverbruiker wordt niet op afstand beperkt door middel van de meetinrichting, tenzij de kleinverbruiker in het kader van een testsituatie hier schriftelijk toestemming voor heeft gegeven.

Artikel 12

Indien een op afstand uitleesbare meetinrichting op verzoek van de kleinverbruiker niet op afstand wordt uitgelezen, wordt het transport van elektriciteit of gas naar of de levering van elektriciteit of gas aan de kleinverbruiker niet op afstand beëindigd door middel van de meetinrichting.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 13

De Regeling afsluiten elektriciteit en gas van kleinverbruikers wordt ingetrokken, met dien verstande dat die regeling van toepassing blijft voor alle overeenkomsten, vorderingen en geschillen die betrekking hebben op de beëindiging van het transport van elektriciteit of gas naar of de levering van elektriciteit of gas aan een kleinverbruiker in de periode vanaf inwerkingtreding van die regeling tot 1 juli 2011.

Artikel 14

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2011, met uitzondering van artikel 11 dat op 1 juli 2011 in werking treedt.

Artikel 15

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 juni 2011

De

Minister

van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M.J.M. Verhagen

Naar boven