Tijdelijke regeling blok voor blok

[Regeling vervallen per 01-01-2013.]
Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 11-11-2011 t/m 31-12-2012

Regeling van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 6 juni 2011, nr. 2011-2000229429 houdende regels met betrekking tot het verstrekken van subsidies ten behoeve van de blok voor blok aanpak (Tijdelijke regeling blok voor blok)

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, na overleg met de minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. Agentschap NL: agentschap van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

  • b. consortium: een samenwerkingsverband bestaande uit ten minste drie of meer privaatrechtelijke rechtspersonen die deelnemen in een project;

  • c. energiebesparing: een verbetering van de energie-index van een woning met ten minste twee energielabels als bedoeld in de Regeling energieprestatie gebouwen dan wel het bereiken van de klasse behorend bij energielabel B;

  • d. energie-index: cijfer dat het energiegebruik aangeeft op basis van de hoeveelheid energie die nodig wordt geacht voor de verschillende behoeften die verband houden met een gestandaardiseerd gebruik van een gebouw;

  • e. energielabel: energieprestatiecertificaat als bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen;

  • f. minister: de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

  • g. onderneming: elke eenheid, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent en de wijze waarop zij wordt gefinancierd;

  • h. project: activiteiten in één gemeente gericht op de realisatie van energiebesparing bij ten minste 2.000 woningen in de bestaande bouw binnen drie jaar en het hierbij overdragen van kennis;

  • i. verordening: verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese gemeenschap van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het verdrag op de de-minimissteun;

  • j. woning: woning welke een eigen toegang heeft en welke de bewoner kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woning.

Artikel 2. Doel en doelgroep

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De minister kan op aanvraag subsidie verlenen aan de deelnemers van een consortium voor een project als bedoeld in deze regeling.

Artikel 3. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Het subsidieplafond bedraagt € 4.000.000,–.

Artikel 4. Hoogte subsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De subsidie bedraagt maximaal € 500.000– per project.

  • 2 Het aantal projecten waarvoor subsidie kan worden verleend is maximaal acht.

  • 3 Subsidie aan een onderneming wordt slechts verstrekt, indien wordt voldaan aan de voorwaarden voor de-minimissteun als bedoeld in de artikelen 1, 2 en 3 van de verordening.

Artikel 5. Subsidiabele kosten

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Als subsidiabele kosten worden uitsluitend in aanmerking genomen de proceskosten gemoeid met de voorbereiding van het project en gemaakt na de beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 10, eerste lid.

Artikel 6. Aanvraag voor subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Een aanvraag om subsidieverlening wordt uiterlijk 16 september 2011 om 12:00 uur ingediend bij Agentschap NL, vestiging Sittard, met gebruikmaking van een aldaar verkrijgbaar aanvraagformulier.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een beschrijving van het project en de haalbaarheid daarvan binnen drie jaren met een uiteenzetting van de te treffen energiebesparende voorzieningen alsmede een opgave van de locaties binnen het project, inclusief postcodeduiding;

    • b. de planning van het project alsmede een uiteenzetting hoe het consortium het project zal realiseren;

    • c. gegevens over de energie-index van de betrokken woningen op het tijdstip van de aanvraag alsmede een opgave van de verwachte gegevens over die energie-index na het treffen van de voorzieningen als bedoeld in het tweede lid, onder a;

    • d. een voorstel op welke wijze de met het project beoogde kennis en ervaring met energiebesparing in de bestaande bouw kan worden toegepast in projecten elders in Nederland;

    • e. een begroting van de proceskosten en een opgave van de financiële middelen die het consortium aan het project gaat besteden of voor het project heeft gereserveerd, waarin inzicht wordt gegeven in de kosten voor de te treffen maatregelen en de reductie van de energielasten;

    • f. een door de deelnemers van het consortium ondertekend document waarin de deelnemers zich verplichten tot samenwerking in het kader van het project en waarin één van de deelnemers wordt aangewezen als gemachtigde om de subsidie bedoeld in artikel 2 aan te vragen;

    • g. indien van toepassing, per onderneming een de-minimisverklaring als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening, met gebruikmaking van een bij het Agentschap NL verkrijgbaar formulier;

    • h. de overige in het aanvraagformulier bedoelde bescheiden en gegevens.

  • 3 Een consortium kan slechts één aanvraag indienen.

Artikel 7. Weigeringsgronden

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

De minister wijst de aanvraag af indien:

  • a. de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 6;

  • b. hij aanwijzingen heeft dat de technische, organisatorische of economische haalbaarheid van het project onvoldoende is;

  • c. hij aanwijzingen heeft dat het project niet binnen drie jaren kan worden voltooid.

Artikel 8. Adviescommissie

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 Er is een commissie die de minister adviseert over de aanvragen om subsidieverlening.

  • 2 De commissie bestaat uit ten minste vijf leden, onder wie de voorzitter. De commissie bestaat in ieder geval uit deskundigen op het terrein van het bouwproces en energiebesparing.

  • 3 De commissie adviseert de minister schriftelijk binnen maximaal zes weken na ontvangst van de adviesaanvraag.

  • 5 De minister benoemt de voorzitter en leden van de commissie. Een secretariaat, verzorgd vanuit het AgentschapNL, staat de commissie bij. De secretaris is geen lid van de commissie.

  • 6 De commissie beraadslaagt in vergadering over haar advies. Een lid van de commissie onthoudt zich van deelneming aan de voorbereiding en vaststelling van een advies dat een aanvraag betreft waarbij hijzelf direct of indirect belang heeft.

Artikel 9. Rangschikkingsprocedure

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister rangschikt een aanvraag, met inachtneming van het advies van de commissie, bedoeld in artikel 8, aan de hand van de volgende criteria:

    • a. de mate, waarin de met het project opgedane kennis en ervaring met energiebesparing in de bestaande bouw kan worden toegepast in projecten elders in Nederland;

    • b. het aantal aan te passen woningen en de mate en aard van de energiebesparing;

    • c. de mate waarin de beïnvloeding van het bewonersgedrag met betrekking tot energiebesparing wordt betrokken;

    • d. de mate waarin de kwaliteitsborging is verzekerd binnen het consortium;

    • e. de verwachte participatiegraad per aaneengesloten blok van woningen;

    • f. de wijze waarop inzicht wordt verschaft in de resultaten.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van rangschikking van de aanvragen op basis van de criteria bedoeld in het eerste lid.

Artikel 10. Subsidieverlening

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De minister geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen acht weken na 16 september 2011.

  • 2 De beschikking tot subsidieverlening vermeldt in ieder geval:

    • a. het bedrag van de subsidie;

    • b. de wijze van bevoorschotting;

    • c. de verplichting om binnen twaalf maanden na de beschikking tot subsidieverlening een rapportage in te dienen waaruit blijkt dat:

      • 1. de eerste tranche van ten minste 1000 woningen is voorbereid en in uitvoering kan worden genomen en

      • 2. de tweede tranche van ten minste 1000 woningen wordt voorbereid;

    • d. de overige verplichtingen die aan de subsidieverlening zijn verbonden.

Artikel 11. Aanvraag om subsidievaststelling

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

  • 1 De aanvraag om subsidievaststelling wordt binnen dertien weken na de dag, genoemd in de beschikking tot subsidieverlening, ingediend bij Agentschap NL, vestiging Sittard, met gebruikmaking van een aldaar verkrijgbaar aanvraagformulier.

  • 2 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een eindrapport waarin verloop en eindresultaten van het gesubsidieerde project zijn vastgelegd en dat in ieder geval bevat;

      • een rapportage over de energiebesparende voorzieningen die aan de eerste tranche van tenminste 1000 woningen zijn getroffen;

      • een verklaring van de start van de realisatie van de tweede tranche van tenminste 1000 woningen en eventueel het restant aantal woningen van het project.

    • b. een gespecificeerde opgave van alle rechtstreeks aan het project toe te rekenen werkelijk gemaakte en betaalde proceskosten, opgesteld conform de door u ingediende begroting;

    • c. een verklaring van werkelijke kosten en opbrengsten, zoals opgenomen in de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de voor die datum verleende subsidies.

Artikel 13. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2013]

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling blok voor blok.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.P.H. Donner

Naar boven