Tijdelijke subsidieregeling persinnovatie 2011

[Regeling materieel uitgewerkt per 02-03-2013.]
Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 02-03-2011 t/m heden

Regeling van het Stimuleringsfonds voor de pers van 23 februari 2011, nr. 20563, tot vaststelling van een tijdelijke subsidieregeling persinnovatie 2011

Het Stimuleringsfonds voor de pers,

Gelet op artikel 8.3, tweede lid, onder a, van de Mediawet 2008;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

Artikel 1. Te subsidiëren activiteiten en kosten

  • 1 Het Stimuleringsfonds kan ten behoeve van innovatie van de persbedrijfstak in Nederland subsidie verstrekken voor:

    • a. onderzoek naar of ontwikkeling van exploitatie(modellen) en distributie van nieuws;

    • b. onderzoek naar of ontwikkeling van de Nederlandse journalistiek; of

    • c. projecten op het terrein van vernieuwing en versteviging van de band tussen journalistiek en samenleving.

  • 2 Activiteiten als bedoeld in het eerste lid komen in aanmerking voor subsidie als zij voldoen aan ten minste twee van de volgende eisen:

    • a. zij hebben als doel burgers als gebruikers van persfuncties te bereiken of te behouden;

    • b. zij hebben betrekking op nieuwe of nieuwe combinaties van of met bestaande journalistieke producten, diensten, markten en organisatieprocessen;

    • c. zij hebben betrekking op nieuwe journalistieke modellen, werkwijzen en presentaties;

    • d. zij hebben betrekking op nieuwe vormen van betalings-, distributie- en verdienmodellen;

    • e. zij hebben betrekking op lokale of regionale journalistieke activiteiten.

  • 3 Voor subsidieverstrekking komen slechts kosten van de subsidieontvanger in aanmerking die rechtstreeks verband houden met de activiteiten waarvoor subsidie is verleend en die gemaakt zijn na de subsidieverlening.

  • 4 Het Stimuleringsfonds kan nadere richtlijnen omtrent de aard van de kosten vaststellen.

Artikel 2. Subsidieaanvrager

  • 1 Subsidie kan worden aangevraagd door de voor de desbetreffende activiteiten verantwoordelijke rechtspersoon of rechtspersonen dan wel rechtspersoon of rechtspersonen in oprichting, die in Nederland actief is of zijn.

  • 2 In afwijking van het gestelde onder het eerste lid kan voor projecten tot maximaal € 50.000 subsidie worden aangevraagd door natuurlijke personen.

Artikel 3. Subsidieplafond

  • 1 Voor subsidieverlening op grond van deze regeling is € 2.050.000 beschikbaar, waarvan ten minste vijftig procent bestemd is voor activiteiten ten behoeve van lokale of regionale journalistiek.

  • 2 Per aanvraag kan subsidie worden verstrekt voor ten hoogste een bedrag van € 200.000 en voor een periode van maximaal twee jaar.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan subsidie voor een hoger bedrag en voor een langere periode worden verstrekt als de activiteiten naar het oordeel van het Stimuleringsfonds van uitzonderlijk belang zijn voor innovatie in de gehele persbedrijfstak.

  • 4 Als het in beschikbare subsidiebedrag voor activiteiten ten behoeve van lokale of regionale journalistiek niet geheel is gebruikt, wordt het resterende deel toegevoegd aan het beschikbare bedrag voor de overige activiteiten.

Hoofdstuk 2. Subsidieaanvraag

Artikel 4. Subsidieaanvraag

  • 1 Subsidie wordt op aanvraag verleend.

  • 2 Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend door middel van het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds www.stimuleringsfondspers.nl volgens de daarbij vermelde instructies, en omvat in ieder geval:

    • a. een activiteitenplan;

    • b. een begroting; en

    • c. informatie waaruit blijkt dat de aanvrager rechtspersoonlijkheid bezit dan wel bezig is deze te verkrijgen.

  • 3 Het activiteitenplan beschrijft nauwkeurig de aard en omvang van de voorgenomen activiteiten en het einddoel van het plan in termen van te realiseren innovaties, implementeerbare diensten en toepassingen.

  • 4 De begroting heeft een duidelijke relatie met de activiteiten die worden uitgevoerd, waarbij de begrotingsposten aan de beschrijving van de uitvoering van de activiteiten gekoppeld zijn.

  • 5 Het Stimuleringsfonds bevestigt binnen een week de ontvangst van een aanvraag.

Artikel 5. Termijn indiening aanvraag

  • 1 Een aanvraag voor subsidie wordt ingediend voor 1 april 2011.

  • 2 Het Stimuleringsfonds beoordeelt binnen een week na indiening de volledigheid van de aanvraag. De subsidieaanvrager krijgt de gelegenheid om de aanvraag zo nodig aan te vullen. De sluitingstermijn voor het indienen van een aanvulling is 15 april 2011.

Hoofdstuk 3. Subsidieverlening

Artikel 6. Criteria verdeling bij subsidieverlening

  • 1 Het Stimuleringsfonds beslist gelijktijdig op de aanvragen op basis van de volgende criteria:

    • a. gerichtheid op journalistieke producten, diensten of werkwijzen die journalistieke functies vervullen of bestuderen op het gebied van nieuwsgaring, nieuwsduiding en opinievorming over de maatschappelijke actualiteit, mede in het belang van politieke meningsvorming;

    • b. innovatief karakter, dat wil zeggen dat de te subsidiëren activiteiten vernieuwingen tot stand brengen in inhoud en strekking, exploitatiewijze of vormgeving van journalistieke functies als nieuwsgaring, nieuwsduiding of opinievorming zodat de persverscheidenheid wordt vergroot en daarmee een vernieuwende bijdrage wordt geleverd aan de journalistieke informatievoorziening.

  • 2 Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt het matchingprincipe toegepast, waarbij de subsidieaanvrager tenminste de helft van de totale kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd voor zijn rekening dient te nemen dan wel door derden laat meefinancieren.

  • 3 Als op grond van de beoordeling, bedoeld in het eerste lid, de in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van een subsidieplafond, kan het Stimuleringsfonds de hoogte van de subsidie bepalen naar rato van het aantal in aanmerking komende aanvragen en van de hoogte van aangevraagde subsidies.

Artikel 7. Beslissing subsidieverlening

  • 1 Het Stimuleringsfonds beslist binnen 12 weken na de sluitingstermijn bedoeld in artikel 5 lid 2, tegelijkertijd op de aanvragen die zijn ingediend.

  • 2 Subsidies ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Hoofdstuk 4. Verplichtingen subsidieontvanger

Artikel 8. Medewerkings- en informatieplicht

  • 1 Als subsidie wordt verstrekt aan een in oprichting zijnde rechtspersoon kan het Stimuleringsfonds bij de subsidieverlening de verplichting opleggen dat de subsidieontvanger binnen een redelijke termijn rechtspersoonlijkheid heeft verkregen.

  • 2 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.

  • 3 De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.

  • 4 De subsidieontvanger werkt mee aan overleg over en presentatie en publicatie van tussentijdse en eindresultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten met als doel innovatieve projecten onder de aandacht te brengen waardoor deze ten gunste kunnen komen van andere partijen uit de sector.

Hoofdstuk 5. Subsidievaststelling

Artikel 9. Aanvraag tot vaststelling

Binnen twee maanden na afloop van het project waarvoor subsidie is verleend, dient de subsidieontvanger een aanvraag tot subsidievaststelling in. De aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenverslag en een financieel verslag.

Artikel 10. Financieel verslag en accountantsverklaring

  • 2 De accountantsverklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger.

  • 3 Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag en de accountantsverklaring.

  • 4 Het eerste lid is niet van toepassing op subsidies waarvan het verleende subsidiebedrag € 50.000 of minder bedraagt.

  • 5 Het Stimuleringsfonds kan ten behoeve van de subsidievaststelling een door hem aan te wijzen accountant een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie.

Artikel 11. Activiteitenverslag

  • 1 Het activiteitenverslag bevat een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten.

  • 2 De inrichting van het verslag komt overeen met de inrichting van het activiteitenplan.

  • 3 Het verslag bevat, voor zover van toepassing, een analyse van verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en beoogde resultaten, vermeld in het activiteitenplan, en de feitelijke realisatie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de pers,

G.W. Noomen

Naar boven