Wijzigingswet Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, enz. (herziening functie- en bezoldigingstructuur rechterlijke ambtenaren)

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m heden

Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de herziening van de functie- en bezoldigingstructuur voor rechterlijke ambtenaren

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het stelsel van functies en bezoldiging voor rechterlijke ambtenaren te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel V

  • 1 De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet als coördinerend vice-president of vice-president van een gerechtshof, de Centrale Raad van Beroep onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als senior raadsheer in het desbetreffende college. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

  • 2 De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet als coördinerend vice-president van een rechtbank zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als senior rechter A van een rechtbank. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

  • 3 De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet tot vice-president van een rechtbank zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming tot senior rechter van een rechtbank. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

  • 4 In afwijking van artikel 7, tweede lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren worden de coördinerend vice-presidenten die ingevolge het eerste lid worden benoemd tot senior raadsheer in een gerechtshof, de Centrale Raad van Beroep onderscheidenlijk het College van Beroep voor het bedrijfsleven, voor de bepaling van hun salaris ingedeeld in de in dat artikel vermelde categorie 6, voor zolang zij zijn benoemd als senior raadsheer.

Artikel VI

De benoemingen van degenen, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, als officier van justitie in de rang officier eerste klasse zijn benoemd, worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming als senior officier van justitie. Zij worden als zodanig niet beëdigd of geïnstalleerd.

Artikel VII

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te

’s-Gravenhage, 3 december 2009

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eenendertigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

Naar boven