Besluit bestuurlijke boeten BES

[Regeling vervallen per 21-11-2015.]
Geraadpleegd op 20-04-2024.
Geldend van 01-01-2011 t/m 20-11-2015

Besluit bestuurlijke boeten BES

De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

In dit besluit heb ik mijn beleid neergelegd voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij de heffing van belastingen waarop Hoofdstuk VIII, titel 4, van de Belastingwet BES van toepassing is. Met de inhoud van dit besluit wordt enerzijds het beleid zoals dat onder het staatsbestel van de Nederlandse Antillen was geformuleerd behouden en wordt anderzijds aangesloten bij de vereenvoudigingen die in de afgelopen jaren in het Nederlandse beleid zijn doorgevoerd.

Artikel 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

In dit beleidsbesluit wordt onder ‘boete’ verstaan de sanctie die de inspecteur ingevolge Hoofdstuk VIII, titel 4, van de Belastingwet BES kan opleggen met betrekking tot belastingen als bedoeld in artikel 1.2 van genoemde wet overeenkomstig de in dit besluit vastgestelde regels.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

  • 1 Bij het vaststellen van de boete wijkt de inspecteur niet af van de percentages en bedragen, die in dit beleidsbesluit zijn vermeld.

  • 2 De boete kan worden verminderd wanneer sprake is van een wanverhouding tussen de ernst van het feit en de opgelegde boete, of wanneer de omstandigheden die hebben geleid tot het beboetbare feit buiten de directe invloedssfeer van belanghebbende liggen. De vermindering kan slechts worden verleend wanneer een bezwaarschrift, als bedoeld in artikel 8.92 van de Belastingwet BES tegen de boete is ingediend.

Artikel 3. Verzuimboete

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

  • 1 Het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor een belasting die bij wege van aanslag wordt geheven, wordt aangemerkt als een verzuim.

  • 2 Terzake van een aangifteverzuim legt de inspecteur een boete op van $ 140.

  • 3 Bij het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor de aanslagbelastingen is alleen sprake van een verzuim, als belanghebbende de aangifte niet binnen een door de inspecteur gestelde termijn heeft gedaan en hij geen gevolg heeft gegeven aan een aanmaning van de inspecteur.

  • 4 In afwijking van het tweede lid kan in uitzonderlijke gevallen een verzuimboete tot het wettelijk maximum worden opgelegd. Van een uitzonderlijk geval kan bijvoorbeeld sprake zijn als belanghebbende stelselmatig in verzuim is.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

  • 1 Het niet of niet binnen de termijn doen van aangifte voor een belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen wordt aangemerkt als een aangifteverzuim.

  • 2 Terzake van een dergelijk aangifteverzuim, legt de inspecteur in geval van een:

    • a. eerste verzuim geen boete op;

    • b. tweede of volgend verzuim binnen een periode van 24 maanden na het voorgaande verzuim een boete op van $ 100.

  • 3 In afwijking van het tweede lid kan in uitzonderlijke gevallen een verzuimboete tot het wettelijk maximum worden opgelegd. Van een uitzonderlijk geval kan bijvoorbeeld sprake zijn als belanghebbende stelselmatig in verzuim is.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

  • 1 Voor het opleggen van de boeten voor een betalingsverzuim wordt de hoogte van de verzuimboete gerelateerd aan de hoogte van de niet, gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn betaalde belasting.

  • 2 In geval van een betalingsverzuim legt de inspecteur een boete op van 5 procent van de niet, gedeeltelijk niet of niet binnen de termijn betaalde belasting tot het wettelijk maximum van artikel 8:23 van de Belastingwet BES. De boete wordt minimaal gesteld op $ 100.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

In afwijking van artikel 5 wordt een verzuimboete opgelegd van 15 procent van de niet, gedeeltelijk niet of niet tijdig betaalde belasting tot het wettelijk maximum van artikel 8:23 van de Belastingwet BES, indien de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige de belasting die op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, gedeeltelijk niet dan wel niet tijdig heeft betaald, omdat te weinig is aangegeven. De boete wordt minimaal gesteld op $ 200.

Artikel 7. Vergrijpboete

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

  • 1 Indien het aan opzet dan wel grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige te wijten is dat, met betrekking tot een belasting welke bij wege van aanslag wordt geheven, de aanslag te laag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven legt de inspecteur een boete op van 25% van de in artikel 8:25, tweede lid, van de Belastingwet BES omschreven grondslag voor de boete ingeval van grove schuld, dan wel 50% ingeval van opzet.

  • 2 Indien het aan opzet dan wel grove schuld van de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige te wijten is dat, met betrekking tot een belasting welke op aangifte moet worden voldaan of afgedragen niet, gedeeltelijk niet dan wel niet tijdig is betaald, legt de inspecteur een boete op van 25% van de in artikel 8:26, tweede lid, van de Belastingwet BES omschreven grondslag voor de boete ingeval van grove schuld dan wel 50% ingevat van opzet.

  • 3 De inspecteur legt in geval er sprake is van opzet waarbij de ernst van de gedraging tot een hogere boete dan die in het eerste of tweede lid aanleiding geeft, een boete op van 100%. Hiertoe is in elk geval aanleiding indien sprake is van ernstige en verhoudingsgewijs omvangrijke fraude.

  • 4 In geval van recidive wordt de vergrijpboete bij grove schuld verhoogd tot 50% en de vergrijpboete bij opzet tot 100%. Van recidive is sprake indien aan de belastingplichtige, of de inhoudingsplichtige voor hetzelfde belastingmiddel in de periode van vijf jaren voorafgaand aan de door de inspecteur op te leggen vergrijpboete reeds eerder een vergrijpboete is opgelegd, een transactie is voldaan, dan wel strafoplegging heeft plaatsgevonden.

  • 5 Indien op grond van een samenhangend complex van feiten over enig belastingjaar terzake van meerdere belastingmiddelen aanslagen met een vergrijpboete worden opgelegd die uiteindelijk drukken op één belastingplichtige of inhoudingsplichtige, wordt de hoogste boete gehandhaafd en worden de overige boeten elk verminderd tot de helft.

Artikel 8. Vrijwillige verbetering

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

  • 1 Indien de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige de gemaakte fouten uit eigen beweging herstelt, legt de inspecteur ingeval van grove schuld dan wel opzet in plaats van een vergrijpboete een verzuimboete op van 5% dan wel 10% van de grondslag van de boete. In afwijking van de vorige volzin legt de inspecteur ingeval van ernstige en verhoudingsgewijs omvangrijke fraude dan wel van recidive als bedoeld in artikel 7, vierde lid, laatste volzin, in plaats van een vergrijpboete een verzuimboete op van 15% van de grondslag van de boete.

  • 2 Van herstel uit eigen beweging van fouten als bedoeld in het eerste lid is geen sprake, indien belanghebbende een boekenonderzoek is aangezegd of indien een branche- of fraudeonderzoek aan de gang is dan wel is aangekondigd en belanghebbende redelijkerwijs moet vermoeden dat de resultaten van een dergelijk onderzoek hem zullen kunnen raken.

Artikel 9. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

Dit besluit wordt aangehaald als Besluit bestuurlijke boeten BES.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 21-11-2015]

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011 met dien verstande dat het voor het eerst toepassing vindt op belastingjaren die op of na genoemde datum aanvangen.

Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.

Den Haag, 19 december 2010

De

staatssecretaris

van Financiën,

F.H.H. Weekers

Naar boven