-
a. periodieke uitkeringen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 7, gedaan aan bloed- en aanverwanten in de rechte linie of in de tweede graad van de
zijlinie, tenzij zij de tegenwaarde van een prestatie vormen;
-
b. het aandeel in de winst van coöperatieve verenigingen, dat door de leden naar de maatstaf
van de door hen bestede som wordt genoten, mits het doel der vereniging niet met het
bedrijf of beroep harer leden in verband staat;
-
c. winst ontstaan door speculatie in fondsen en goederen, anders dan in de uitoefening
van een bedrijf;
-
d. winsten ontstaan door vervreemding van goederen anders dan in de uitoefening van een
bedrijf of beroep;
-
e. hetgeen verkregen wordt uit erfenis of legaat, schenkingen en uitkeringen terzake
van loterijen, voor zover niet vallende onder artikel 7;
-
f. hetgeen bij inbreng van de activa en passiva van een bedrijf in een naamloze vennootschap,
firma, commanditaire vennootschap of maatschap voor de waarde waarvoor deze activa
en passiva zijn opgenomen in de laatste fiscale winstbepalende balans van de inbrenger,
de geldswaarde der verkregen aandelen of deelgerechtigdheid méér bedraagt dan het
kapitaalsaldo volgens evengenoemde balans van de inbrenger, mits de naamloze vennootschap,
firma, commanditaire vennootschap of maatschap zich verplicht de overgenomen activa
en passiva met inbegrip van de goodwill der onderneming in haar openingsbalans te
boek te stellen voor dezelfde waarden als waarvoor deze zijn opgenomen in de laatste
fiscale winstbepalende balans van de inbrenger en de naamloze vennootschap, firma,
commanditaire vennootschap of maatschap zich tevens tegenover de Inspecteur verplicht
van het stelsel van waarderen, dat door de inbrenger werd toegepast, alleen af te
wijken in de gevallen waarin goed koopmansgebruik ook aan de inbrenger zou toestaan
van stelsel te veranderen;
-
g. het voordeel bedoeld in artikel 6 tweede lid onder e, mits de nieuwe verkrijger zich verplicht de verkregen activa en passiva met inbegrip
van de goodwill in de openingsbalans te boek te stellen voor dezelfde waarden als
waarvoor deze zijn opgenomen in de laatste fiscale winstbepalende balans van de overledene
en de nieuwe verkrijger zich tevens tegenover de Inspecteur verplicht van het stelsel
van waarderen, dat door de overledene werd toegepast, alleen af te wijken in de gevallen
waarin goed koopmansgebruik ook aan de overledene zulks zou toestaan;
-
h. de premies door de werkgever betaald ingevolge de Wet ongevallenverzekering BES en de Wet ziekteverzekering BES;
-
i. de toeslagen van de werkgever op het loon van de werknemer, ter compensering van de
door de werknemer verschuldigde premies ingevolge de Wet algemene ouderdomsverzekering BES en de Wet algemene weduwen- en wezenverzekering BES;
-
j. de verplichte bijdragen van de werkgever voor pensioenen en pensioenfondsen;
-
k. de door de werkgever ten behoeve van de werknemer gemaakte kosten in verband met geneeskundige
behandeling en verpleging, alsmede de aanspraken van de werknemer op vrije geneeskundige
behandeling en verpleging en op tegemoetkoming in ziektekosten;
-
l. uitkeringen op grond van de Wet kinderbijslagvoorziening BES;
-
m. rente van spaartegoeden tot ten hoogste USD 5.000 per jaar;
-
n. uitkeringen als bedoeld in de artikelen 7.51 tot en met 7.51f, 7.51h, 7.51j en 7.51k, eerste en tweede lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk
onderzoek en uitkeringen en verstrekkingen als bedoeld in de artikelen 8.1.6a tot en met 8.1.6d, 8.1.6f en 8.1.6i, eerste en tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs BES.